God, zo vaak bidden wij dat hongerigen te eten krijgen, terwijl wij onze tweede vakantie boeken.
Zo vaak bidden wij dat dorstigen te drinken hebben terwijl wij onze tweede auto wassen.
Zo vaak bidden wij dat asielzoekers onderdak krijgen, terwijl wij ons tweede huisje behangen.
Zo vaak bidden wij om rechtvaardigheid terwijl wij onze handelsbelangen veilig stellen.
Zo vaak bidden wij om vrede terwijl wij naar een film vol geweld op de televisie zitten te kijken.
Zo vaak bidden wij met holle woorden, met lege harten, met onze ellebogen, in plaats met onze handen, handen die delen.
|