(vertaling van een Franse Litanie uit de 13e eeuw) Zo sprak Maria over haar Zoon; Ik ben de berg, Hij is de steen. Ik ben de wingerd, Hij is de tros. Ik ben de ster, Hij is de zon. Ik ben het vat, Hij is het manna. Ik ben de struik, Hij is het vuur. Ik ben de stad, Hij is de stichter. Ik ben de olijf, Hij is de olie. Ik ben de raat, Hij is de honing. Ik ben de doorschijnende stof, Hij is de schittering. Ik ben de beminnelijke voor allen, Hij is het méér. Ik ben vol medelijden, Hij nog meer. Ik ben de minnaar van de vrede, Hij geeft de vrede. Ik ben een broos menselijk schepsel, maar Hij, Hij is de God-mens.
|