Was er een bejaarde vrouw die heel wat uren van de dag in gebed verzonken was. Op een dag hoorde ze de stem van God: "Vandaag kom ik bij jou op bezoek.” Stel je voor hoe blij ze was en toch ook een beetje fier. Dadelijk begon ze te poetsen en schoon te maken, te koken en koekjes te bakken. Ze trok haar beste kleed aan en ging zitten wachten. Even daarna werd er aangeklopt. Ze haastte zich naar de deur. Het was de buurvrouw maar, die een snuifje zout kwam vragen. "Om de liefde Gods toch", zei de vrouw, "kom je me voor zo'n futiliteit lastig vallen? Maak je maar vlug weg, want ik verwacht God op bezoek. Vlug weg, weg!" De buurvrouw kreeg de deur haast tegen de neus. Oef.! Maar er werd alweer aangeklopt. Nog vlug even voor de spiegel en dan naar de deur... Wie nu? Een kereltje in een veel te grote jas die leurde met knopen en toiletzeep. "Nu heb ik echt geen tijd", zei de vrouw, "kom een ander keer terug, want ik verwacht God." Daar stond het jongetje. Voor de zoveelste keer ging de deur voor hem dicht. De vrouw was nog niet terug in de woonkamer of er werd alweer geklopt. Nu zou het toch! Maar wat een teleurstelling. Aan de deur een haveloze kerel, een landloper. "Mevrouw, een stuk brood, alsjeblieft, al was het maar oud brood." En of hij op de trap voor de deur een beetje rusten mocht. "Ah lieve deugd! Laat me toch met rust. Ik sta op God te wachten. Neen, zeker niet, hier op de trap. Weg, vlug weg!" En de uren van de dag schoven voorbij. Het werd avond, maar God liet zich niet zien. De vrouw was ontgoocheld en uiteindelijk ging ze maar slapen. Eigenaardig, maar ze dommelde dadelijk in en droomde. In haar droom verscheen God: "Driemaal ben ik vandaag bij jou op bezoek geweest. Driemaal heb je me de deur gewezen."
Bruno Ferrero
|