Wees gegroet, Maria
Daar staat hij dan. Een engel van de Heer. Zomaar in je kamer, ongevraagd, kondigt zich aan met: Wees gegroet. Niet: Ik groet je. Maar: Wees gegroet. Daar spreekt iets uit van onderdanigheid. Ze kan al weten dat een nog hogere macht haar goedgezind is. De engel herinnert daaraan door haar er op te wijzen: je bent al gegroet, je hele wezen, je hele zijn is al bekend bij God. En... hij noemt haar bij haar Naam: Miriam Maria.
Wees gegroet,Maria vol van genade Vol van wat eigenlijk? Genade. In ongenade vallen is gemakkelijker voor te stellen. In genade vallen: mensen zijn je goed gezind. Op voorhand is alles je vergeven. Maria is zelf vol genade. Bij haar is op voorhand alles vergeven, wordt niets je nog verweten. Een uitstraling van liefde, zachtheid, warmte... dienstbaarheid.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u God is met haar. Zij is niet iemand die met God loopt. God gaat met haar. Onopvallend klinkt het haast, zoals hij bij haar is. Daarom moet de engel het nog zeggen: God is met u.
Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u; gij zijt de gezegende onder de vrouwen Zij is de gezegende. Zij is uitverkoren door God die met haar is. Ik weet niet of ze er zo blij mee was geweest als ze alles overzien had. Maar dat wordt niet gevraagd aan haar. Zij is uitverkoren, gekozen uit alle vrouwen. Miss Universe op tedere gronden
|