VERSTERVEN
Versterven, het is een stokoud woord, het ruikt naar de dood, het kan ons niet bekoren, want wij willen leven, wij houden van haast en decibels en drukte, wij hebben gelijk, altijd ons verteer, ons verkeer, het is onze zaak, onbespreekbaar, zo zijn we, zonder zonde, met op zolder nog wat wrok en verbittering, in de kelder, wat koel gehouden agressie en we hebben gelukkig niemand nodig.
Versterven fluistert de vasten, versterven smaakt naar verrijzen, je moet het proeven.
Je laat de haast uitrazen en je krijgt vat op de tijd.
Je laat het lawaai uitdoven en je hoort in de stilte een stem al zolang vermist.
Je laat alle onvrede wegspoelen en je ademt, V R I J.
Je laat anderen in je weelde delen en je maakt, je ziet mensen gelukkig.
Je laat God je huis betreden. God, broeder op bezoek. god, een vriend van alle leven God, uitdager van angst en dood.
|