Maria is zij die een grot voor dieren weet om te vormen tot een thuis voor Jezus, met eenvoudige luiers en een overvloed aan tederheid.
Ze is de kleine dienstmaagd van de Vader die het van vreugde uitjubelt.
Zij is de vriendin die er steeds over waakt dat het in ons leven niet aan wijn ontbreekt, zij wiens hart werd doorboord met een lans, begrijpt alle leed.
Als moeder van allen is ze teken van hoop voor de volken die kreunen onder barensweeën in afwachting van de komst van de rechtvaardigheid.
Zij is de missionaris die dicht bij ons staat om ons in het leven te begeleiden en die ons hart opent voor het geloof in een moederlijke genegenheid.
|