Onthoud een ander niet waarop hij recht heeft, terwijl je het hem geven kunt. Zeg nooit tegen je medemens: ‘Ga weg, kom morgen maar terug,’ terwijl je hebt wat je hem schuldig bent. Behandel hem niet zo schandalig terwijl hij zijn vertrouwen in je heeft gesteld. Maak geen ruzie met iemand die je geen kwaad berokkend heeft.
|