Hoe ga je om met de tegenslagen in je bestaan? Overkomen ze je, raak je helemaal ondersteboven, word je zelfs verbitterd? of kun je er mee omgaan om misschien te ontdekken dat je er een rijker mens door bent geworden? De zoon van Piet is verongelukt, hij is pas acht jaar oud, holt achter een voetbal de straat op en een auto schept hem. Mensen zeggen tegen Piet: je zult die chauffeur wel iets aan willen doen! ‘Die man heeft ook veel verdriet’, zegt Piet, bij zijn eigen verdriet. Piet raakt niet verbitterd, anderen wel. Wat is het geheim van Piet? Hij blijft open, hij blijft verbonden met andere mensen, ook met die chauffeur die zijn zoon overreden heeft. Hij stopt dat noodlottige ongeluk niet weg. Dat is gewoon kwaad, dat mag niet. We voelen het allemaal aan. je hoort je kind niet te verliezen, en zeker zo niet. Piet kijkt het aan, net zoals die joden in de woestijn de giftige slang hebben aangekeken. Alleen zij die dat doen worden geëerd, de anderen niet. Die sterven aan het gif van de slang, het gif van de verbittering. Daarom neemt dat verhaal van Jezus dit beeld op met het feest van Kruisverheffing. Niets verheerlijken, want dat is het kruis niet in eerste instantie. We zien het vandaag weer in Nord-Irak en Syrië waar christenen opnieuw worden gekruisigd door de Islamitische Staat. We kunnen het volgen op Youtube, via internet. Een zeer barbaarse manier om mensen te vermoorden. Alleen wie het kwaad aankijkt, kan er mee omgaan, zo geloof ik.
Uit: Joost Jansen, Woord voor onderweg. Overwegingen voor het jaar A.
|