November? Met de ogen nog iets van de herfstpracht van oktober. In de neus al iets van de rookgeur van wintertijd. In het hoofd de advent die nadert.
Ad-vent? Waken in het donkerste donker, bij wat kaarsen. Wetend dat het licht weer sterker wordt. Blijven belijden dat de mens deel is van een grotere genadegolf van Licht.
Genade? Ja, elke tijd is vervuld van een eigen genade. Elke tijd is tegelijk een venster op de grondstroom van dezelfde, transcendente genade.
Genade?? Ja, een grote genade maar niet zonder tegelijk het donkerste donker en niet zonder onze blijvende , grote vragen.
|