DE TWEE LEERLINGEN VERTELDEN WAT ER ONDERWEG GEBEURD WAS EN HOE HIJ ZICH AAN HEN KENBAAR HAD GEMAAKT DOOR HET BREKEN VAN HET BROOD.
(LUCAS 24, 35-48)
Ze kunnen er niet over zwijgen, ze zijn er vol van, hun blijdschap en hun vreugde staat op hun gezicht te lezen! Waarom is bij ons dan alles zo dikwijls droog en ‘serieus’, zo weinig blij? Is de Verrezene misschien nooit aan ons gebeurd? Maken we ruimte voor hem? Mág en kan Hij aan ons gebeuren? Bidden wij?
Heer Jezus, Ik ben een beetje beschaamd. Ik vergeet U zo gemakkelijk. Ik ben zo weinig blij om U. Kom a.u.b. bij me binnen, overrompel me met uw vrede.
WAT IS DAN EEN MENS DAT U AAN HEM DENKT EN NAAR HEM OMZIET.
PSALM 8
|