Als ik de akker overzie van mijn leven zie ik - tussen de oogst - zoveel onkruid: teleurstelling, pijn, en verdriet.
Teleurstelling: over wat mislukte. Pijn: om wat verloren ging. Verdriet: om mijn eigen falen.
Bewaar in mij het vertrouwen dat ook als Gij geen troost zendt Gij van mij houdt in mijn ontroostbaarheid.
En bewaar in mij uw onvervreemdbaar onaantastbaar groot geheim - die stille nabijheid waaruit ik zo vele malen "Onze Vader" zei.
|