AAN DE ÉÉN GAF HIJ VIJF TALENTEN, AAN DE ANDER TWEE EN AAN EEN DERDE ÉÉN OVEREENKOMSTIG IEDERS BEKWAAMHEID (MATTEUS 25, 14-30)
Wat een vertrouwen spreekt er uit deze gelijkenis! Deze Heer schenkt een deel van zijn bezit aan zijn dienaren. Hij stelt geen eisen, hij vraagt geen borg, zij mogen in alle vrijheid beschikken. Hij staat niet om een hoekje toe te kijken of ze alles beheren zoals Hij het verlangt, nee in alle vertrouwen vertrekt hij rustig naar het buitenland.
Heer, U die mij ten diepste kent, mijn mogelijkheden en mijn grenzen. Leer mij naar waarde schatten: mijn leven, mijn talenten en alles wat U mij geeft. Leer mij er dankbaar mee omgaan, bewust worden dat ik mens mag zijn naar het beeld dat U van mij heeft.
VOL VERTROUWEN ZIEN WIJ UIT NAAR DE HEER. (PSALM 33)
|