De soldaat die Jezus kruisigde
Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen Wild om den spijker toen 'k den hamer hief - Maar hij zei zacht mijn naam en: 'Heb mij lief ' En 't groot geheim had ik voorgoed begrepen.
Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten, En werd een gek die bloed van liefde vroeg: Ik had hem lief - en sloeg en sloeg en sloeg Den spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.
Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand, Trek ik een vis - zijn naam, zijn monogram - In ied'ren muur, in ied'ren balk of stam, Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,
En antwoord als de mensen mij wat vragen: 'Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.'
Martinus Nijhoff
|