‘Toen de Heilige Hubertus op zekere dag aan het preken was (ongeveer het jaar 730), begon een vrouw, die door de kwade geest bezeten was, zo te razen en te tieren, dat dit onder het gehoor een grote opschudding verwekte. Toen de Heilige Hubertus merkte, hoe de duivel door deze vrouw zijn bekeringswerk wilde beletten, deed hij haar tot zich komen en, vertrouwende op de almacht Gods, maakte hij over haar het H. Kruisteken en tikte haar tegen de wang zonder daarbij verder een woord te spreken. De vrouw viel als dood ter aarde, doch nadat zij zo enige tijd gelegen had, begon haar een golf etter uit de mond te stromen, waarna de boze geest haar uit het lichaam vlood. Aldus zegt de Legende der Heiligen.'
Eén van de meest gewijde, folkloristische broden is dat van Sint Hubertus, patroon van de jagers die zijn feestdag viert op 3 november. Vroeger leidde men jachthonden de kerk in om ze te laten zegenen op Sint Hubertusdag. Dit werd gezien als voorbehoedmiddel tegen hondsdolheid. Om diezelfde reden at men die dag de door de kerk gewijde Sint Hubertusbroodjes.
|