Nachtgebed
De zachte lucht hangt rond mijn oren en in haar hangt de zonneschijn. Ik kan de dingen nu weer horen, zoals God wil dat ze zijn. Ik wacht maar tot ik kan luisteren, dat kan ik beter bij de maan of als alle dingen verduisteren om voor de nachtlucht dicht te gaan. Dan voel ik mijn handen veranderen tot een breed opgezet met de vingers aan elkanderen voltrokken nachtgebed.
Pierre Kemp (1886 – 1967)
|