Vandaag vieren we het naamfeest van de Heilige Martinius, ion de volksmond Sint-Maarten genoemd. Maar voor mij betekent deze dag ook veel meer, namelijk ik vier nu mijn naamfeest, samen met allen die Martin, Marttine, Maarten heten.
Tijdens een zeer strenge winter, waarin velen afzagen van de ijzige kou, zag Sint-Maarten bij de stadspoort van Amiens een armzalig geklede man. Deze smeekte de voorbijgangers om medelijden, maar allen liepen achteloos voorbij. Maarten zag dit en gedreven door de geest van God, wilde hij iets doen voor die sukkelaar. Maar wat kon hij doen? Al wat hij nog bezat was de soldatenmantel om zijn schouders. De rest had hij bij andere gelegenheden al weggeschonken. Hij trok het zwaard waarmee hij omgord was, sneed zijn mantel middendoor en gaf de ene helft aan de arme man. De andere helft sloeg hij zelf weer om. Veel omstanders lachten hem uit nu hij er - in een halve mantel - potsierlijk bij liep. Anderen, met meer inzicht, betreurden dat zij niet hetzelfde gedaan hadden want, rijk als ze waren, hoefden zij niet te vrezen naakt te moeten rondlopen. De volgende nacht verscheen Christus aan Maarten in zijn slaap. Hij doeg het deel van de mantel dat de heilige aan de arme gegeven had. Maarten hoorde Jezus duidelijk zeggen: “Maarten, jij hebt mij met deze mantel gekleed.”
|