Er stond iemand als waarnemer aan de deur van de kerk na de dienst. Hij observeerde mensen met lange gezichten die niet blij waren met elkaar - slechts om het einde van de corvee - mensen die zich haastig uiteenspoedden, elk naar zijn eigen hokje. Hij observeerde verder in zijn straat, op het werk, in krant en tv, in de wereld rondom; dat mensen mensen onrecht deden, wanhopig maakten en geen ruimte boden, dat mensen leden tot stervens toe.
Wanneer hij de volgende keermee naar binnen ging, observeerde hij mensen die luisterden naar woorden om van te leven, die bijeen waren rond Jezus gedachtenis om te doen wat Hij gedaan had ... hij observeerde ook dat zij brood aten.
Wanneer hij buiten kwam vroeg hij zich af of ze wel geloofden dat ze meer dan brood aten. Of zij wel geloofden met hart en geest, met handen en voeten, met woorden en daden.
Zo ja, dan moet ik dat kunnen observeren, dacht hij.
|