xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />- Niet geloven - in jezelf, medemens en god - is onkruid: geen zin meer hebben in contact met anderen, niets meer verwachten, niet meer bereid zijn te luisteren. Mensen maken elkaar ongelovig.
Iemand die nooit aangesproken wordt, nooit verwacht wordt, nooit betreurd, wordt ongelovig.
Om ons egocentrisme, Heer, ontferm U over ons.
- Geloof in mensen is als tarwe: zich aan een ander mens kunnen toevertrouwen rechtop, met open ogen en niet als een onderhorige, krediet kunnen geven, zich laten raken, laten roepen, aanspreekbaar zijn, iets durven verwachten van een ander.
Om ons tekort aan naastenliefde, Christus, ontferm U over ons.
- Geloof in God is als tarwe: door Hem getrokken worden. Het is genade. Iemand kan zijn geloof ervaren als een bijna toevallig wonder: niet zelf verworven, in-gegeven: jazeker, ik geloof in God, alhoewel ik niet weet hoe dat komt. Niemand kan geloven, zegt Jezus, als de Vader hem niet trekt.
Om ons geloof dat vaak zo klein is, Heer, ontferm U over ons.
|