De menselijke geest kampt met een fundamenteel intellectueel tekort: hij ziet de waarde van iets pas in, als hij het moet ontberen. Het gemis spreekt tot hem in een taal die hij begrijpt, terwijl hetgeen hij bezit Chinees voor hem is.
Wie niet weet wat er in Noorwegen gebeurd is, moet wel potdoof of stekeblind zijn. Laat ons voor alle duidelijkheid stellen dat het hier gaat om het meest afschuwelijke waartoe iemand in staat is.
Maar de nasleep smaakt al even ranzig. De media putten zich uit in overgedetailleerd feitenverslag en schijnprofessionele analyse. Je kan geen psycholoog, socioloog of ander loogvinden die nog niet zijndoorwrochten mening heeft gegeven. Elke gedrukte letter, elk uitgesproken woord draagt bij tot de duistere bevrediging van de motieven van de dader. Meer kan hij niet wensen.
In één beweging maait men ook de merites van de Noorse staat weg.
Hier paste meer kiese sereniteit: aanmoedigingen om als geteisterde bevolking door te gaan op de ingeslagen weg.
Want weinigen weten echt hoe het in de Scandinavische landen aan toe gaat. Onze blik is te weinig noordwaarts gericht maar daar valt veel te leren.
Iets meer steunen en zwijgen is een goede start om er de draad weer op te nemen.