Terugkeren nadat je definitief afgehaakt hebt. Het heeft iets. Weinigen is het echter gegeven na een definitieve tweede stop te herrijzen. Je moet al hoog kunnen springen om die lat te halen. Het oogt tegelijk moedig en meelijwekkend. Het is doorgaans hopen om op hetzelfde niveau te presteren maar meestal vaststellen dat het net niet dat wordt. Er hapert wel altijd iets: het lichaam pruttelt tegen of je blijft stranden bij de subtop. Het woord come-back heeft ook iets treurigs in zich. Alsof je van achter de horizon terug opdoemt, iets wankeler maar vals vastberaden. Er worden ook hoge verwachtingen gekoesterd. Elke prestatie wordt afgezet tegen het ongenaakbare palmares van weleer.
Noem het liever time-out. Dan stop je niet, je onderbreekt gewoon en neemt nadien de draad gewoon weer op. Klinkt leuk, aanvaardbaar, helder en nuchter.
Wel is het zo dat men de weemoed met het klimmen der jaren meestal toe ziet nemen. Maar wat kun je anders verwachten als het verleden zelf ook constant groter wordt.