Ik ga, merk ik, weg van streken die te zeer door het verstand worden geregeerd. Ik ben op zoek naar een plek waar hersens niets meer hoeven te bewijzen. Die plek bestaat, helaas, alleen in de hersens.
De kerkgang in Vlaanderen mindert zienderogen. Kerken lopen leeg en de aantrekkingskracht van het katholieke geloof taant. Maar als je het goed aanpakt krijg je nog files. Weliswaar niet voor de kerk maar voor de Colruyt.
Als het water je tot aan de lippen staat, als je gelofte van armoede een deuk krijgt door de duurste architect je abdij te laten vernieuwen dan worden dure eden bijzonder relatief.
De brave burger trapt er dan ook nog met open ogen in. Een schaars en lekker bier komt plots in ieder bereik. Met zijn allen op schattenjacht.
Het Nederlands beschikt over 26 letters om legio woorden in elkaar te knutselen. Deze bescheiden hoeveelheid slaagt er niettemin in om een schier eindeloze reeks woorden te boetseren. Steeds opnieuw komen daar nieuwe woorden bij. Raken ze ingeburgerd dan krijgen ze hun vaste plaats in het lexicon.
Recent kregen we nog zo een mooi woord in de schoot geworpen; infobesitas. Het komt er op neer dat we met zijn allen op elk moment op de hoogte willen zijn van alle mogelijke info. We willen onze e-mails beheersen, op de hoogte zijn van al het laatste nieuws. We schrokken de informatie gulzig naar binnen. En onze hersenspons zwelt maar aan en wordt dikker en dikker. Obees worden we. En waar dat toe kan leiden, daar zijn voldoende gezondheidsbulletions over.