We proberen de bronnen welke we gebruiken terug te geven bij elk onderwerp, mochten er opmerkingen zijn worden deze aangevuld op aanvraag of worden de publicaties verwijderd.
Prachtige oldtimers op het plein. Toen waren ze nog geen oldtimer, maar nieuw ! De bestuurders staan achter hun voertuigen tegen het hekken. Centraal op het plantsoen geen standbeeld meer maar een reuzenvaas. Achteraan een tiental “steekkarren”, rechts daarvan terug een klein overdekt kraampje.
Geen drukte op het plein. Centraal een telefoonmast aan het begin van de Tolstraat.
Prachtige postkaart van plein en station. Rechts een biervoerder is vaten bier aan het lossen. Centraal een krantenkiosk met reclame van “Kredietshuis” aan de Budastraat 44 in Kortrijk, ook een van “‘tOud Spinnewiel”, werkconfectien. Links een bord met vermelding van de “Derde Handelsfoor” waarschijnlijk in het St Amandscollege. Het stationsgebouw zelf werd herhaaldelijke keren vergroot en veranderd. In 1840 werd er een voorlopig stationsgebouw opgericht. Het tweede en definitieve stationsgebouw kwam er in 1857 en kreeg in 1876 twee bijgebouwen.
Terug een zicht richting Tolstraat, deze keer meer drukte, links zijn er grondwerken aan de gang (Kabel Telenet aan het leggen ?). Boven de grondwerken een vrouw met een klein kraampje, komt ook voor op een verdere foto.
Zicht vanuit de Tolstraat met schade aan de gebouwen door de bombardementen tijdens de eerste Wereldoorlog, een Engels bombardement op 25.04.18 . De Royal en Hotel des Flandres kregen voltreffers te incasseren.
Uitbreken van de bunker onder het plein in 1919. Let op het “Noord Gasthof “ met de belettering “Bières Etrangères” ze zouden ons aanbod bier nu eens moeten kennen.
Links Koning Albertstraat met achteraan het Gerechtshof, met tramspoor. Rechts de Stationsstraat met achteraan de Waterpoort. Rond het plein geparkeerde voertuigen en een moto met zijspan.
Plein met koetsen en centraal een parkeerwachter van Parko.
Ingekleurde kaart, let er op dat iedereen, zelfs tijdens de zomer een hoofddeksel droeg. Centraal staat een vrouw met een klein kraam, op een vorige foto komt ze ook voor, een verkoopster van ???
Zicht op het openbaar vervoer, achteraan in de Tolstraat is een tram zichtbaar, op het plein rijdt echter ook reeds een bus. Het plantsoen werd in 1968 opgebroken om plaats te maken voor een parkeerplein van 72 wagens. Het plantsoen lag er 68 jaar.
Foto waarschijnlijk genomen tijdens de tweede wereldoorlog, centraal een Citroën traction avant, een zeer innovatieve auto die vanaf 1934 door Citroën werd geproduceerd.
1950 – De lijnbussen zijn de taak van de tram geleidelijk aan het overnemen, toen nog bussen van de NMVB (voorloper van de Lijn). Het station welke zware bomschade opliep tijdens de laatste oorlog is vervangen door nieuwe gebouwen sedert 1956, die er nu nog staan.
1960 – Het plein opengebroken voor heraanleg. Links aan het hotel Du Nord hangt het uithangbord van een “Coiffeur”. Men ziet inmiddels de Cinema Capitole opgericht in 1955 en gesloten in 1980. Het betrof een cinema met 740 zitplaatsen. De gebouwen, inmiddels meer dan honderd jaar oud beginnen hun schoonheid te verliezen. Rechts van de cinema Capitole, ziet met de eerste vernieuwde gevels. De Volkswagen Golf had inmiddels goed zijn intrede gedaan.
Bovenaanzicht van het plein. Het mooie bloemenperk verdwenen , voor een parking voor prins auto die later koning werd. De gebouwen zijn grijs geworden en onaangenaam, gevelreiniging was toen nog niet gekend. De autobussen achteraan staan opgesteld zoals het we tot voor kort kenden. In de Tolstraat is de gekende herbergrij zichtbaar. In de cinema Capitole speelt de film “Liefde met hindernissen”, dat is heden ten dage ook nog niet veranderd.
1979 – Geasfalteerde parking. Centraal achteraan de frituur Bossuwe met daarachter het sorteercentrum van Post X. Het linker gebouw is inmiddels de herberg “In Den Bras”, was een periode “Brasserie de Flandres” doch veranderde de naam na studentenstakingen voor Leuven Vlaams. Rechts ernaast de winkel Scherpereel kasregisters. Centraal op deze gevel de benaming “Toshiba”, een van de eerste Oosterse ingevoerde elektronica merken. Het betrof het vroegere herenhuis van Stanislas Vercruysse in 1959 gesloopt voor oprichting firma Philips en later voor Scherpereel.
1980 – De magazijnen van Libeert zijn vervangen door een appartementsgebouw. Bouwkranen alom, vandaag ook nog, de bouwwoede zit in een beginfase. In juni 1981 werden er langparkeermeters geplaatst en in januari 1986 een parkeerticketverdeler.
Zicht vanuit stationsgebouw, Centraal onder de appartementen coiffeur Taelman, die er jaren zijn salon had. De cinema is inmiddels eveneens verdwenen. Het wordt een kakafonie van bouwstijlen. Foto van de eindejaar periode, op de parking staat een kerstboom die ook maar triest staat te kijken.
Voor velen nog een gekend zicht. De taxi’s met standplaats voor het station. Bussen die aan en af rijden. Links de Tolstraat met naast het hotel het café “Edelweiss” en de andere herbergen die toen een gekend uitgangsoord was.
Men hoort in Kortrijk nog regelmatig de zin “Pas op of de Witte Paardjes komen u halen ! ”. Dit is nog een overblijfsel van toen “Geestesgestoorden” op onze streek nog werden vervoerd naar een gesticht met een karos getrokken door twee witte paarden. En nu nog zegt de Kortrijkse volksmond bij het horen van onwijze praat: “We gaan hem op Sint-Anna steken !"
In het gehucht Sint Anna werd 1629 een Sint-Annakapel opgericht door juffrouw Barbara Bonte uit het begijnhof van Kortrijk. Daarrond groeide de wijk Sint-Anna uit.De plotselinge genezing van een landman tijdens het aanroepen van de H.-Anna veroorzaakte een grote volkstoeloop. . In 1701 was er al een schooltje opgericht nabij deze kapel. Naast de kapel werd in het begin van de 18de eeuw een kluis gebouwd waar vier Heremieten (kluizenaars) school hielden.
Toen rond 1840 een kostschool voor meisjes gerund door de zusters Apostolinen niet wilde vlotten werd er een privaat krankzinnigengesticht in de gebouwen ondergebracht, we spreken van de jaren tussen 1842 en 1928. In 1866 waren er al meer dan 300 patiënten opgenomen.
Het betrof een gesticht voor de bemiddelde klasse, het “Maison de santé Sainte-Anne”, gelegen in het gelijknamige gehucht. Zowel mannen als vrouwen werden opgenomen, de vrouwen betroffen het overgrote deel van de patiënten.
Buiten de dokters waren religieuzen het overgrote deel van het verzorgend personeel. De bewakers voor de mannelijke patiënten waren gerekruteerd uit de omliggende landbouwmiddens en betroffen merendeels boerenzonen. De inplanting van het gesticht bood economische voordelen als nieuwe afzetmogelijkheden voor landbouw en artisanale producten en werkgelenheid.
Een kloosterzuster van het krankzinnigengesticht Sint-Anna te Kortrijk. Kledij was zwart-wit, men leefde naar de zegel van Sint Augustinus.
De eerste verdieping van het gebouw telde 23 cellen, de tweede verdieping bestond uit een grote slaapzaal, op het gelijkvloers bevonden zich twee gemeenschapszalen de ene bestemd voor zelfbetalenden en de andere voor behoeftigen. Enkele maanden voor de ontruiming van de instelling waren er 597 patiënten waaronder 89 zelfbetalenden en 508 behoeftigen.De kost voor dagverblijf betrof toen 54 centimen voor de behoeftigen.
De buitengevel en de binnenkoer.
Wat de aard van de ziekten betrof ging het over het algemeen over “maniakalen”. Deze werden behandeld met kalmerende pijnstillende en farmaceutische middelen waaronder belladonna, opium, vingerhoedskruis. Tevens werden er aderlatingen uitgevoerd en bloedzuigers geplaatst. Er werd veelvuldig gebruik gemaakt van hydrotherapie, warme en koude baden en douches.
De bedrijvigheid werd gestopt omstreeks 1927 toen de verplegende zusters verhuisden naar Ieper. In 1928 werd het gebouw opnieuw gebruikt in het onderwijs. In 1934 werd door de orde van de Salesianen de school Don Bosco gesticht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de school een tijdje een vluchtelingenoord en een veldhospitaal van het Duitse leger. Velen gezinnen met kinderen vonden er een veilig onderkomen op Sint-Anna, waar ze langs ‘Winterhulp’ om, van een goede voeding en verzorging genoten.
DE KAPEL VAN HET HEILIG HART IN DE BUDASTRAAT - DEEL 1/2
De Congregatie van de Zusters van Liefde ontstond in 1877 uit een Kortrijkse gemeenschap van zusters, met name de Zusters van Liefde van Sint-Vincentius a Paulo, naar hun woonplaats ook wel de ‘Zusters van Bersaque’s poortje’ genoemd. In 1924 openden de Zusters van Liefde in de Budastraat een medische instelling, de Heilig-Hartkliniek.
Reeds van bij het openen van de kliniek was er een kapel die vernield werd op 26 maart 1944 tijdens de zware Britse bombardementen. Het bombardement op Kortrijk duurde 23 minuten en er vielen 252 doden en 116 zwaargewonden. Een groot deel van de Heilig Hartkliniek werd verwoest, evenals de kapel. In het ziekenhuis vielen 4 slachtoffers. Er werd een noodkapel opgericht in de Budastraat 42. In juni 1944 werd begonnen met de heropbouw van de kliniek.
Op 13 september 1952 werd de nieuwe en huidige kapel ingezegend door Mgr. Desmedt, bisschop van Brugge. Dit was acht jaar na de vernieling van de vorige kapel door het bombardement. De kapel werd gebouwd in neobyzantijnse stijl, dit met invloeden van de basiliek van Koekelberg. De architecten waren Paul Vanbiervliet en Jacques Bekaert.
Links de oude kapel platgebombardeerd in maart 1944 door Engelse “Friendly bombs” – Rechts de noodkapel opgetrokken na de vernietiging
Zicht vanuit een kamer van het rusthuis. Het kliniekgebouw rechts werd in augustus 2018 afgebroken om er een nieuw neer te zetten. De kapel is jammerlijk genoeg ingesloten door de gebouwen en komt niet tot haar recht). Achteraan links de Budafabriek en rechts de oude collegetoren, inmiddels eveneens afgebroken en vervangen door de K-Tower.
Zijzicht van de kapel
Het zicht op de kapel na de afbraak van de oude gebouwen, slechts een korte tijd had men dit volledig zicht op de kapel vanuit de Kapucijnenstraat, inmiddels komt er terug een gebouw voor in 2018, de kapel wordt terug aan het zicht onttrokken. Achteraan rechts de nieuwe vleugel van de serviceappartementen Budalys
In de kapel zijn 5 ingewerkte glasramen die de vijf belangrijke gebeurtenissen in het leven van Christus weergeven. Deze werden geschonken door de vijf artsen van het eerste uur André Baekelandt, Leon Devriendt, Herman Depla, Gerard Iserbyt en Karel Godderis.
DE KAPEL VAN HET HEILIG HART IN DE BUDASTRAAT - DEEL 2/2
Bij de ingang staat een beeld van patroonheilige Vincentius à Paulo, welke staat voor de orde van de Zusters van Liefde. Achteraan de kapel staat een marmeren plaat met de namen van alle moeder oversten van de orde. De laatste dateert van 2004.
De indrukwekkende koepel met duidelijke invloeden van de Basiliek van Koekelberg.
Het koor met links onderaan de biechtstoel, de kruisweg is uitgevoerd in koperen reliëfplaten.
De doopvont moet gekend zijn door vele Kortrijkse inwoners. Bijna alle pasgeborenen van de materniteit werden er gedoopt. Op één dag zouden er zelfs eens 24 kinderen gedoopt zijn.
De vroegere ingang van de Heilig Hartkliniek in de Budastraat, welke tevens de inrit vormde naar de kapel.
Overleiestraat nr. 62 was vanaf 1932 café “De witte kop”, ze genoemd omdat de eerste uitbater wit haar had. In 1950 werd er de duivenvereniging ‘Recht voor allen” gesticht en in 1937 kaartersclub “ De Astridpark kaarters”. Tijdens de jaren 1960 was er een supporterslokaal van de Stade en in de jaren 1970 de liefhebbersvoetbalclub “VK Groeninge”. In 1988 werd het “Taverne Overleie” waar de vroeger uitbaatster Laurette van café “Andeleie” (Burgemeester Vercruysselaan) haar intrek nam. Vroeger bouwerij Tack en achteraf Haaght.
Rechts van de Wittekop lag café "In het groot Parijs" een van de grootste herbergen van Overleie lang uitgebaat door de familie De Baecke.
Centraal de Wittekop , staat in 2018.
De herberg met ervoor een van hun verenigingen in feest (Reconstructie).
Taverne Overleie jaren 1990 – als grap omgebouwd tot “In de rode geit” toen de waardin Laurette met verlof was.
De Rijkswachtstraat nr. 5 is gelegen tussen de Zwevegemsestraat en de St.-Antoniusstraat en is aangelegd rond 1925 na de bouw van de nieuwe rijkswachtkazerne.
78 jaar terug … de brandweerkazerne is opgetrokken aan het begin van de 2e wereldoorlog in 1940. We gaan hier niet in op de kazerne zelf, doch op de schuilkelder onder het gebouw. Zes dagen voor de inval van nazi-Duitsland op 04 mei 1940 startten de werken aan de nieuwe kazerne en tuighuizen, dit met toestemming van de Duitsers. Kortrijk maakte er een prioriteit van, wetende dat bij het uitbreken van een oorlog brandweer en technische diensten een belangrijke rol gingen vervullen. De plannen voorzagen ook in een schuilkelder als schuilplaats voor het personeel ter plaatse en de omwonenden. Begin 1940 beschikte de stad reeds over een aantal schuilplaatsen, waarbij de kelders werden versterkt en gasdicht gemaakt. De Kortrijkzanen kregen voorlichting via folders, voordrachten en films hoe het moest bij luchtaanvallen. Halfweg 1942 was het gebouw klaar en voorzien van een droogtoren voor de brandslangen en met een bunker er onder. De firma Fichet uit Brussel voorzag de schuilkelder van luchtdichte stalen deuren als bescherming tegen luchtverplaatsingen en ontploffingen. Ze stonden ook in voor een luchtverversingsysteem aangedreven door een … fiets. Met de fiets kon je via een kettingsysteem het luchtverversingssysteem in gang brengen en houden, men moest waarschijnlijk wel blijven trappen bij een gasaanval ! Deze installatie is nog steeds onveranderd van staat. Het gebouw zelf is beschermd als monument.
De ingang bevindt zich aan de voorzijde van de kazerne ter hoogte van de droogtoren voor brandslangen.
Een luchtdichte stalen deur en een toilet die blijkbaar eveneens luchtdicht kon afgesloten worden (praktisch in bepaalde gevallen !), die matras was toen nog niet in gebruik.
De elektrische bedieningskast en de gebruiksaanwijzing van de filterinstallatie voor verse lucht.
Het filterapparaat aangedreven door een fiets.
De herdenkingsplaat van de eerste steenlegging uit 1940, op de ingangspoort prijkt het stadsschild van Kortrijk en het jaartal 1941.
Het mosselbootje van Luvinus Paauwe vaarde wekelijks tussen Zeeland en Kortrijk en dit tussen 1935 en de jaren 1960. Het legde aan op de Vismarkt, Dolfijkaai. Het betrof een aak welke aan de klanten verse mosselen sprot en haring verkocht. In de winter bracht hij oesters mee van Ierseke in Nederland die gekend was voor zijn oester en mosselkwekerijen. De maanden april tot augustus en tijdens de oorlogsjaren deed hij Kortrijk niet aan. De kinderen maakten ze wijs dat ze uit een bloemkool, een savooi of van het mosselbootje kwamen ! Bij het laatste waren het waarschijnlijk meisjes.
Aanvulling door bezoekers :
Hij had ook iedere donderdag een halte in Bissegem. Hij deed dan een toer met zijn fiets en toeterde op zijn scheepshoorn. Hij riep 'verse mosselen, aan de Leie'. We haasten ons dan naar huis en gingen dan met een emmer mosselen halen op zijn boot. We moesten eerst over een smalle loopplank om op de boot te geraken. Het was telkens een heel avontuur. Terug thuis zagen we hem dan verder varen naar Wevelgem.
Hij kwam langs aan de Luipaardbrug en we konden dan een eindje mee varen om dan terug te zwemmen (waar is den tijd ).
Meerde ook aan ter hoogte van het open zwembad op de vaart Kortrijk–Bossuit
Toen er een periode was dat er geen moselen waren deed het gerucht de ronde dat het dat bootje was dat kindjes meebracht naar Kortrijk. Later kwam er de materniteit in de Reepkaai...aan den overkant. L' histoire se répète...in 'tskwon vlams.
Ook in Bissegem aan de Roterijstraat legde hij aan, in de vakantie vaarden we dan mee tot de volgende stop en keerden dan langs het jaagpad terug naar huis, mooie herinnering
Rekollettenstraat nr. 17 op de hoek van de Burgemeester Schinkelstraat was vanaf begin 1900 “In Den Huidevetter”. Werd in 1954 heropgebouwd en kreeg de naam “De Goal”. Steeds een volkscafé geweest. Vele jaren opengehouden door Georges en de laatste jaren stond Rika achter “den toog”. Was een der laatste herbergen met jukebox waar nog gezellig een dansje kon geplaceerd worden. Vroeger van de brouwerij Tack, de laatste jaren van Interbrew. Nostalgie. Het gebouw wordt nu bezet door de burelen van Re-Mind, een studiebegeleidingskantoor.
Een “Evergreen” is een lied dat door de jaren heen zijn populariteit behoudt, in Kortrijk was het vele jaren een gebouw op de hoek van de Onze-Lieve-Vrouwestraat met het Deken Zegerplein. (Woning Nr. 48).
Was in 1892 "Prins Albert" ontleend aan Prins Albert de latere Koning Albert I, die in 1875 in Brussel geboren werd. Het café kwam in de jaren 1935 in opspraak wegens de talrijke al te bereidwillige diensters. Vanaf februari 1970 was het "Taverne Kronenbourg", daarna "Bij Polo" en sedert juni 1987 is het de "Stone-Grill - Evergreens" een grillrestaurant, waarbij klanten hun vlees kunnen braden op een hete steen. Vroeger van de brouweij Tack, de laatste jaren van de brouwerij Interbrew. Het gebouw is van midden de zeventiende eeuw.
In 2013 gaf het stadsbestuur gunstig advies om het gebouw te slopen. Nogal vlug kwam protest van omwonenden met de groep SOS Patrimonium. Er werd uiteindelijk beslist de dragende structuren van het gebouw te behouden en de raamopeningen te herstellen naar het oorspronkelijke formaat van de 17de eeuw.
Inmiddels is het gebeurd en is het een mooie kruisbestuiving van oud en nieuw, zoals ze omschrijven, een oude pop met een nieuw kleedje aan, welke plaats biedt aan vijf flats en twee commerciële ruimtes op het gelijkvloers.
(Bronnen : Archief Turbo - Egied Van Hoonacker)
Aanvulling door bezoekers :
- In de tijd dat het Kronenbourg noemde, was het gekend voor zijn lekkere Choucroute en zijn mooie dochters.
- De Evergreens werd opengehouden door een echte Kortrijkse, Annie Pyck, samen met de Mark, 3 dochters en later ook Bart. Dit van 12 juni 1987 tot 31 maart 2005
- De patroon van de Konenbourg noemde Polo en kwam van de Réverbére tussen Moeskroen en Dottignies en was voornamelijk franssprekend, zijn vrouw was Française. Haar naam was Carla.
Recente foto's van de oude Rijkswachtkazerne, de huidige academie. Het gebouw komt prachtig uit op de vernieuwde Houtmarkt, met links het gebouw met de assistentiewoningen van St Vincentius (Onderste foto)
Aan de Houtmarkt nr. 5 staat het eerste Rijkswachtgebouw welke Kortrijk had, al noemde het toen wel de “Koninklijke Marechaussee”. De huidige “Academie” was in 1726 de herberg ‘Prinse Eugene van Savoien” (Oostenrijks veldheer) . Men oefende er het Gaaibolspel. Het huidige gebouw werd opgetrokken tussen 1831 en 1833 als onderkomen voor de “Nationale Gendarmerie”. In die tijd werd de zaak gerund door een “Maréchal de Logis” en een aantal inwonende Rijkswachters. Het personeel stond dag en nacht beschikbaar om op te treden bij onregelmatigheden en hadden er trouwens paarden voor ter beschikking.
Het gebouw werd al vlug te klein en men bouwde begin de jaren 1920 een nieuwe Rijkswachtkazerne op de hoek van de Zwevegemsestraat en de Graaf Boudewijn IX laan. Het gebouw werd in gebruik genomen in 1923 en momenteel huist er nog altijd de Federale Politie.
Panorama met ligging van het gebouw.
Om terug te keren naar het gebouw van de Houtmarkt. Tijdens de eerste wereldoorlog werd het gebouw opgevorderd door de Duitse bezetter als doorgangskamp. Er werden Belgische, Franse en Engelse krijgsgevangenen in ondergebracht. De gevangenen werden er redelijk goed behandeld, zij het wel met bijkomende bedoelingen.
De onderlinge gesprekken van de gevangenen waaronder veel officieren werden opgenomen door een afluistersysteem. Een zekere Arendt ontwikkelde een afluisterapparatuur om telefoons af te luisteren aan het front, maar hij verstopte ook microfoons in het gebouw om gesprekken af te luisteren. Achter de plinten in de mess van de officieren maar ook in slaapkamers en andere plaatsen waren microfoons verborgen. In afzonderlijke ruimtes zaten Duitse tolken de gesprekken te vertalen. Na de oorlog werden er politieke gevangenen in ondergebracht. De rechtbank heeft er ook een tijdje gezeteld na de brand in het justitiepaleis.
In 1931 werd het gebouw ingenomen door de Stedelijke Academie.
DE MOLEN VAN HET VOLKSPARK - ASTRIDPARK (DEEL 1/3)
Na de sanering van het ongezonde Overleie werden enkele nieuwe straten aangelegd. Vanaf 1905 werden een honderdtal huizen tussen de huidige Brugsestraat, Meensestraat en de Graaf de Smet de Nayerlaan onteigend en gesloopt. Op deze grond werd het “Volkspark” aangelegd, welke in 1907 werd ingewijd.(Vanaf 1935 Astridpark genaamd).
Aan de zijde van de Izegemsestraat was er een rotspartij welke vroeger een stenen wenteltrap bevatte waarvan het water tot in een beekje liep om in een vijver uit te monden. Niet ver van een betonnen boogbrugje boven die waterpartij, op een verhoogde heuvel werd een vlaszwingelmolen geplaatst.
Het betrof een stellingmolen die afkomstig was van Karel Quartier uit Kuurne die er geplaatst werd bij de aanleg van het park.Zijn plaatsing in het Volkspark was enkel als siermolen.
Er waren twee soorten vlaszwingelmolens een standaardmolen zoals Preetjes Molen (Uit 1966) in Heule en een stellingmolen zoals deze in het Volkspark. In Kortrijk, Heule en omgeving stonden in de tijd meer dan tien vlaszwingelmolens.
De molen werd in 1940 vernield door een orkaan en enkele dagen later afgebroken.
Het paviljoen met een rieten dak verdween kort na de tweede wereldoorlog.
(Bronnen : Archief Turbo - Paul Debrabandere – Beeldbank Kortrijk)
Charles Quartier vlasverkoper uit Kuurne richtte in 1882 een vlaszwingelmolen op bovenop een bestaand zwingelkot uit 1871 eigendom van Ignace Quartier. Na een blikseminslag met enige schade werd de molen gedemonteerd en overgebracht naar het Volkspark in Kortrijk. Op de foto diverse leden van de familie Quartier.
De molen voor 1910, het park was pas aangelegd gezien de beplanting nog klein was. Rechts het paviljoen met rieten dak.
De molen enkele jaren later met een groeiende beplanting, rechts terug het rieten paviljoen. Bemerk de drie kinderen per fiets. Het park was steeds een aantrekkingspool voor spelende kinderen, nu nog.
De molen en de vijver (in de volksmond “Het Wolleke”)
DE MOLEN VAN HET VOLKSPARK - ASTRIDPARK (DEEL 2/3)
De molen met een riante beplanting welke de indruk geeft dat de molen op een grote hoogte staat.
Overzicht met links een manspersoon.
Kaart uit de beginjaren van de molen met een prachtige Franse tekst. Achteraan de huizen van de Izegemsestraat.
Midden de wol lag tientallen jaren “Het eilandje”. De uitdaging voor de jeugd die er speelde was tijdens de winter over de vervroren wol het eiland te bereiken. Links achteraan de Graaf de Smet de Nayerlaan. Bemerk de stenen trappen omheen de wol welke momenteel verdwenen zijn.
DE MOLEN VAN HET VOLKSPARK - ASTRIDPARK (DEEL 3/3)
Mooi overzicht op een postkaart van de Uitgeverij Lefebvre uit de Grijze Zusterstraat 3 in Kortrijk. Rechts achteraan de woningen van het Vandammebeluik. Bemerk onderaan de molen in de wol een treeplank voor hoenders welke zich konden nestelen in de struiken onderaan de molen. Doorheen de jaren was de wol en zijn omgeving een geliefkoosde plaats voor watergevogelte.
Op de plaats waar de molen vroeger stond, staat vandaag een rond stenen bankstel. Achteraan de Graaf de Smet de Nayerlaan.
Panorama met de molen, waarschijnlijk een Duitse legeropname van tijdens de eerste wereldoorlog.
Detailzicht van de molen met achteraan de Brugsestraat en de St Elooiskerk. Bemerk eveneens de opstelling van het rieten paviljoen.
“THE ROYAL SCOTCH GUARDS PARADE” - VLASBLOEMSTRAAT - GARENSTRAAT (DEEL 1/4)
De naam Vlasbloemstraat is bestaande sedert 1932. Palende aan deze ligt de Garenstraat. Sedert meerdere decennia zijn beide straten bewoond door de families Ameye, Demeulemeester, Demeyere, Seys, Vandenbulcke, Vandevyvere… onderling bestond er steeds een vriendschappelijke sfeer. Allen waren noeste werkers, die ook veel plezier maakten en graag anderen vermaakten.
Reeds van 1936 hadden ze een Carnavalsgroep onder de naam “De Moderne Typen”. Ze noemden zichzelf ook “De Snobs”.
Rond 1936 ontstond ook de vereniging “De Lustige vrienden” welke instonden voor het oprichten van een muziekgroep, die vaste vorm kreeg juist na de oorlog onder de naam “THE ROYAL SCOTCH GUARDS PARADE”. Dit muziekkorps werd gevormd uit de vroegere leden van De Moderne Typen, laatste carnavalsgroep hield dan ook op te bestaan na de oorlogsjaren. Groot bezieler en motor achter alle gebeuren betrof Leon Vandenbulcke.
De oorlogsjaren hadden Kortrijk zwaar getekend. De geallieerde bombardementen hadden meer dan 600 slachtoffers gemaakt, 1850 gebouwen werden totaal vernietigd en 3350 woningen zwaar beschadigd. Bij de heropbouw werd getracht zijn bewoners een hart onder de riem te steken en werd er in 1946 een zomercarnaval ingericht.
De Zomercarnaval 1946 was vooral een gelegenheid waaraan de Kortrijkzanen zelf meededen. Er waren ook Carnavalgroepen uit Aalst, Gent, Ledeberg, Willebroek, Merchtem…maar meer dan de helft van de gezelschappen kwam uit Kortrijk.
Uit Kortrijk waren de bekendste groepen “De Corsikaanse piraten” Zwevegemstraat – “De Moderne Typen” Vlasbloemstraat – “Markiezen en Markiezinnen” Hugo Verriestlaan – “Groep Carmen” Kapelstraat – “De Lustige Trommelaars” Moorseelsestraat – “De Chinezen” Voorzienigheidsstraat – “De Arabieren” Heule Watermolen – “De Snobs” Dam – “De Vlinders” Roterijstraat – “Harem St Jansvrienden” Stasegemstraat” – “Het Keizerrijk Der Neuzen” en “Stierevechters” Gentwijk – “St Antioniusvrienden” St Antoniusstraat en “De Ware Kortrijkzanen. Een der mooiste groep was echter “THE ROYAL SCOTCH GUARDS PARADE”. Een groep van meer dan 50 Schotten met blaasinstrumenten en slagwerk (Neen geen echte Doedelzakken).
De zomercarnaval was een grootse optocht waarvan de start werd gegeven in het Astridpark, vervolgens doorheen Overleie, de stationsbuurt, het Volksplein, Veldstraat en Sint-Jan, het Plein, de Veemarkt, de Langesteenstraat, de Rijselsestraat en ontbinding op de Grote Markt.
Bij avond werd verder gefeest in de respectievelijke wijken van de verenigingen. Onder blote hemel waren er meerdere concerten en een groots vuurwerk op de Markt, Gentpoort, St Jansput, Oudenaardsesteenweg en Volksplein.
Bronnen : Met dank aan Eddy Servaege en Monique Vandenbulcke – Beeldbank Kortrijk – Archief Turbo – Foto Marcel Anckaert.
De groep “Moderne typen” ook wel “Snobs” genoemd bestonden tussen 1936 en 1946. Ze waren een vooroorlogse carnaval groep die veel bijval oogstte. Hier volgens de vlaggen waarschijnlijk in Aalst. Links de vlag van Stad Aalst-Carnaval, midden de vlag van de Moderne Typen en rechts de vlag met vermelding : Prix d’Honneur Grand Cortege 1946. Op de foto staan veel leden die later de groep van de Schotten vormde. Centraal staat Roger Vandenbulcke de grote drijfveer achter beide groepen uit vernoemde straten.
Foto aan het Kortrijks stadhuis met de voltallige groep van de Schotten ongeveer vijftig personen. Allen bewoners van de Vlasbloemstraat, Garenstraat en onmiddellijke omgeving. Op de pui, de burgemeester Coussens. Hun instrumenten bestonden uit trommels, grote en kleine groskes, koperwerk trompetten, cymbalen en twee schellenbomen. En de doedelzakken…die waren “fake”, gezien het te moeilijk was om een dergelijk instrument te leren bespelen.
De Schotten in de Wandelingstraat optrekkende in de richting van de Veemarkt. Achteraan ligt Toontjes Kerk. Vooraan de Tamboer Maître Ralf Lebon.
1946 - Schotten met Tamboer Maître Ralf Lebon en het vaandel voor de tribune geplaatst voor de zomerkavalkade.
“THE ROYAL SCOTCH GUARDS PARADE” - VLASBLOEMSTRAAT - GARENSTRAAT (DEEL 2/4)
1946 - Zomerkavalkade - De Schotten op de Grote Markt, achteraan de resten van de oude Post. Centraal woning nog in herstelling van de Bombardementen uit WO 2. (Het gebouw van de cinema Royal)
De kledij van een Schot, het merendeel van de kledij en uitrusting was zelf vervaardigd door de leden van de groep. Pittig detail de “Sporran”, de tas die vooraan gedragen wordt heeft in feite de bedoeling dat de rok niet naar omhoog zou waaien, gezien echte Schotten geen ondergoed dragen ! Of deze van de Kortrijkse Schotten dat al dan niet droegen is niet geweten. Slechts de originele Maitrestaf van de Tamboer Majoor en een regimentsembleem van een berenmuts zijn heden ten dage nog bewaard.
Links Desideer “Desiré of Disten” Servaege en rechts Jacky Geldhof. Desiré was eveneens een begenadigd bokser die ooit nog kampioen van West-Vlaanderen was en een boksschool leidde. Let links op de koperen “Schellenboom” of ook Turkse Beiaard genoemd. Is van Ottomaanse oorsprong en maakt belgerinkel. Bovenaan staat een Turkse Halve maan (Zou heden ten dage problemen opleveren!) Is ook bedoeld als aandachtstrekker voor het vaandel van de groep. Ze hadden er twee in gebruik gedragen aan weerszijden van het vaandel of standaard.
De “Groskes” met Eddy Rysman. Let op de mooie versieringen en het schild en de benaming van de “Kortrijkse Schotten”.