Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
24-02-2007
Foto'met onbekenden
zonder gedachten rustig aam de wandel geheel alleen in de intieme p.c. hooft vroeg ik met het oog op alle mooie handel worden privacy en vrijheid niet geroofd
dichtbij zei een toestel knip iemand die een plaatje schoot misschien was er wel aanstoot met W.F.H. uit A. op mijn lip
lang niet gezien goede vrind laten wij even nu hier niet stilstaan elkaar liever uit de weg gaan
onbekenden maken ongezien foto's misschien halen we de krant oude vrind samen hier heet daar dan maffioos
drijfveerzoeker vroeg vrouw met carnaval 's morgens in de kroeg wat beweegt u zo al
zij zei krijg het heen en weer mallerd kijk eens uit je doppen ik beweeg toch helemaal niet en als ik me laat bewegen dan doe ik dat grammaticaal juist niet door wat maar door wie
kijk mafkees ik zeg het voor je zielenrust jaap mag met me schuiven als-ie erbij kust mijn lieve schat die met arie staat te matten daar we te mobiel intiem zijn bij het chatten
hoe koel moet het gevoel ik denk een heleboel om meer dan tienduizend jaar tot nu als vers in de gletscher geconserveerde vleeswaar samen met wolven en bruine beren zojuist ontdooid te consumeren in de taiga van alaska
het ligt nu binnen ons bereik een kariboe voor de schijn als eeuwig ingevroren kwam uit smeltend ijs vrij
ik was er via de buis bij zag een door god vergeten lijk
Toelichting: Ik zag het op animal planet: het begon als een whodunit tot men ontdekte uit de maaginhoud dat de kariboe 10.000 jaar onder ijs had gezeten.
hoe spiegelt de stapper zich s morgens bij de kapper met een kater van Damrak tot Oudewater muntje in zijn mond hij ruikt gezond
herkennen doet hij met zure wrevel bij verdampte kapnevel vooreerst zichzelve niet ook door opschudding darmen in razernij tot papse pudding
waar hij nog op haar kan bogen met niet al te brede scheiding het valt in slierten zonder vaste leiding vet vies kam vergeten wallen om de ogen zijn heilig vuur zit hij uit te zweten
ziet zijn ogen rollen zachtjes om niet te storen vraagt de haarsnijders hij ziet er twee drie vijf help hoort stemmen en die krijsen hoe wilt u het hebben kort lang middellang gedekt lekker lotionnetje uit een flaconconconnetje wenkbrauwen neus oren fries weertje ferrie smoggie vandaag en niet van gisteren
lijkbleek wordt hij verlost weet zich uit de stoel te hijsen mompelt iets hoort inwandig klots maar dat kan niet
gisteren bij tonny en laurens wezen shoppen in thoeckhuys watergraafsfeertje grotesk geleek gargantua en pantagruel je kent je rabelais nog wel bij tonnie kon je grabbelen daar was wonderfee kerima konden eindelijk babbelen ze bestaat nu zonder twijfel ik voor haar als op het scherm dracula marcel en branka op hun tandem zeiden simultaan tandeloos om het te verzachten tantalus
twee rondes van verversing iedereen ging stil zitten voor vier rijmelheren met kreuk van spreuk één powete van de blues met flonker van juwelen montuur aan onwijs gaaf touwtje ze zei ik zweer dit is mijn eerste keer
flamboyante jako kwam ingevlogen op heus interlakens tapijt hij zei voor één keer per dag heen en weer draai ik mijn hand niet om klinkt krom maar is niet dom laurens deed stout gauwe gabber de coca cola stond cool waar was mijn koppie thee hou je haaks in de estaminee je weet wat ik bedoel
Toelichting: gisteravond 't Hoeckhuys bezocht in Amsterdam-Waterfraafsmeer - optredens van Jako Fennek Blue, Marcel de Kleijn, Laurens Windig, Bert Vos; gitaar Remco Karreman. Het leek wel een echte surprise-avond voor mij..
ieder die in Den Haag op zoek gaat naar letteren in de Oude Molstraat laat zich door p. karhof ophalen van de Plaats bij de wegwijspalen
zo enterde ik bij Opstaan in café Momfer de Mol fotos van Melker en Max Lerou op Dichttalent bewogen daar breed innemend midden in de tent onder kletsmeijers rook zoop ik me lekkâh vol Algemein Geschaaf Haags hoor je ze eg nie lullûh Bij leegstand wel je mot nie so lullûh maah vullûh
over het algemeen was er een peil met hoge zeden waarbij ik voor het nu en het hiernamaals aanteken dat vroeger naar men zei er later werd afgegleden
je staat er voor open je denkt er niet aan je kunt het niet beramen je bent niet in tel of juist wel tel eens je knopen
's nachts in de kalverstraat een jongedame die danste lachte bewoog naar me woof
door sidder bevangen gelost mijn puike relatie dagelijkse belangen ogen werden vochtig schijnbaar omhoog getild lustig hartstochtig de ware zwevend en mild alles kwam in mij samen perplex en geprikkeld engelen die zongen
ijlde de sprookjesprins vluchtig niet raakbaar en aan te spreken zonder enige inspanning der wille lichaam ging recht toe recht aan zonder remming zijwaartse weging of bedenking wij vlogen in elkaar niks van ja maar
togen naar haar boot waar wij met veel slagzij in een meer ver weg dreven geen bedding of oevers gedicht of simpel vers terwijl het tranen goot voor éénmaal en andermaal geschiedenis schreven
heeft uw vrouw kinderen gebaard waarbij u dacht nooit gepaard nooit gedacht nooit verwacht toch gekregen wat een zegen waar komt toch mijn nageslacht vandaan
welaan ik laat u lezen het was parthenogenese de natuur gaat zijn eigen weg waarlijk niks nieuws onder de zon uw maagd raakte aan de leg zoals in Chester Zoo in Upton bij een verdwaasde komodovaraan het vrouwtje van deze reuzenhagedis ontving uit het niets bevruchtte eitjes
mooi dat zij niet loog met uw kind aan de zoog spontaan kwam jullie zegening zonder echtelijke peeninbreng
mijn moeder ik bezocht mijn moeder in de kliniek wij wandelden naar buiten met mij mocht ze van de afdeling zij was breekbaar en uniek mijn moeder was ook ziek mijn moeder was vaak ook helder zoals ik
hoe ziek wilde ik het weten zeker wel ik zal het nooit weten ik zit met een geweten om veel mee te praten over nooit in te vullen gaten ik word dan echt kwaad ik ga dan eten heel veel eten om te soezen en vergeten
pas kwam ik langs de kliniek de perkjes het gras de gebouwen zusters wit gevouwen psychiaters druk nooit tijd met pillen het gaat goed dag die oude mevrouw is er misschien nog met de gefixeerde schrikogen de joodse liederen als ze mij zag zich ontblootte op mij wilde springen mijn moeder zei buiten dat ze het binnen niet konden horen jos hier hoor ik toch niet bij