Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
10-02-2008
Hou je schoenen aan
stond in mijn email van de wedstrijdsecretaris ik dacht weet die gast veel schoenmaker blijf bij je leest eigen branche gaat altijd voor al bundy viert zeker feest pas later drong tot mij door die vogel is voor t leven archivaris
vannacht in mijn droom was ma er even weer met favoriete gezegdes de appel valt niet ver van de boom waar een wil is is een weg dus
ze zei ook weet je niet meer als het een te groot paar is krijg je nu tot vermaan er naast te gaan lopen mischien kun je ze morgen aan dan hoef je geen nieuwe te kopen
weet u nu wat waar is het loopt zo raar door elkaar
rode wijn steeg me zeker al vroeg naar het hoofd al vier anderen in de nominering dirk noemt de verkeerden krijg me nou de vinkentering ben ik nu echt al maf jaap lacht geamuseerd inderdaad nu je het zegt zijn brief helegaar niet gelezen
en dan moet mijn broer zo nodig vraagt waarom moet jij altijd tot op de laatste punt komma gelijk hebben heb je geen respect voor waarheid je verzint steeds iets nieuws erbij jij bedrieglijke fantast
onzin de mens moet kunnen fantaseren om ruimte voor feiten te creëren mijn broer wordt nu even stil trouwens juist grote fantasie dwingt de mens al vroeg zeg ik harde feiten te onderscheiden
gelukkig is mijn zus er ook nog afgedropen bij het stoplicht toevallig bij de molen komt zij mij achterop gefietst laat je niet kisten vroeger had je ook altijd al gelijk daardoor schrijf je gedichten toch zij lacht hard en ongegeneerd
ik lees stil je zerk gekeerd naar het pad je bemodderde bloemen in een gestut perk niet dat het echt helpt de regen spoelt het zand rondom af je steen glijdt rechts naar beneden
misschien sta ik nu op je tenen jij daar met je kaarsrechte nooit te doorgronden werklijf troosteloos bekneld ruimte ze moeten woekeren je bleek precies uitgeteld voor een miezerig hoekje
ocharme ze draaien je al weer geen doen je vond al geen rust leven heel alleen laatst een must dan is hier gewoon geen plaats meer
we fietsten richting richting waterwingebied mijn thuis zoals ik u reeds schreef
ineens was daar stil hangend die bal boven een met struiken begroeid dal dat meestal vol water staat zodat het voor vele onbekenden voor meer doorgaat
mijn broer zei kijk gauw zelden zo mooi daar die spreeuwendans ik zei spreeuwenbal kerel maak dat de kat wijs wijzend naar die bal die inmiddels geen bal meer was maar een luchtvlek beweeglijk verplaatsend reformerend maar altijd gesloten vloeibaar in rondingen
het was weergaloos mijn ongeloof dat het spreeuwen waren werd onmiddellijk beschaamd ik had het nog niet gezegd of de vlerken begonnen raspend te 'tsjierrr'en
typisch deze jatmoos van de druiven van mijn vader
twee boerenzonen waren als water en vuur hun bloed kolkte zodra ze elkaar zagen steeds bang voor of zelf in hinderlagen maakten zich alledag het leven zuur
los van elkaar sloegen ze in vinkeveen twee tweelingzussies schoon aan de haak ongewild kwamen zij in een gemene zaak twee eeneiigen voor elk nog één alleen
omdat hun liefjes niet waren te onderscheiden sloten de twee onzeker met wie zij vrijden als zwagers in gewetensnood maar herenvrede
zij werden dikke maten alle leed leek geleden hun kinderen voelden zich echter vies genomen bij de prik om hun vader te weten te komen
mijn moeder ik bezocht mijn moeder in de kliniek wij wandelden naar buiten met mij mocht ze van de afdeling zij was breekbaar en uniek mijn moeder was ook ziek mijn moeder was vaak ook helder zoals ik
hoe ziek wilde ik het weten zeker wel ik zal het nooit weten ik zit met een geweten om veel mee te praten over nooit in te vullen gaten ik word dan echt kwaad ik ga dan eten heel veel eten om te soezen en vergeten
pas kwam ik langs de kliniek de perkjes het gras de gebouwen zusters wit gevouwen psychiaters druk nooit tijd met pillen het gaat goed dag die oude mevrouw is er misschien nog met de gefixeerde schrikogen de joodse liederen als ze mij zag zich ontblootte op mij wilde springen mijn moeder zei buiten dat ze het binnen niet konden horen jos hier hoor ik toch niet bij
bijna klaar met scrabble te Poppendamme werd het weer mot met die broers van me dit keer rond de Kardinaalsmutsvuurzwam
deze kleine gaatjeszwam groeit aan de stamvoet buigt donkerbruin voorover
je herkent ze aan de hoed maar de sporee kleurt geel poriën daarentegen kaneel
de dikke Van Dale niet in huis zijn woonstee was toch Sluis potdikkeme daar ook vlakbij
nu won ik weer niet want oliedom ze gooiden gewoon het bord om ik had de nakijk in de letterbrij
het is allemaal altijd extra ordinair elk jaar zijn ze sportief zekers weten als ik win zijn ze het ineens vergeten komt weer lekker puh niet reglementair