Dichterlijke schrijfselkes voor contactonderhoud met de tijd en mezelf
21-06-2007
waarom
niemand viel
kijkend naar de mensen merkte ik vannacht het blijft vaak vaag waarom doet de een het wel de ander niet fietsen in het donker door een verse poel vol stilstaand hemelwater
alleen op een bank wachtte ik gelaten tot en met nummer tien vier stapten af liepen er omheen zes spatten er nat twee met een bel terug ging er niet één toen hield ik het maar voor gezien
De directeur over de humeuren opent voortdurend deuren hij klinkt alleen van de gekken als ze hem koud laten verrekken
's Zomers tikte hij zomaar laat aan een vrouw haaks bij de poort zij sprak ijzig jij ook al voor mijn tomaat lief je mag als je de rust niet verstoort
hij sprak ik kwam gewoon rechercheren of ik bij jou effecten kon sorteren pommodori wat ben jij koud bij de grond terwijl de soep warm op het rechaud stond
als ze tegen mij lopen te zeiken we zagen koeien op het veen dan zeg ik laat je vooral nakijken die zakken er dwars doorheen
een dichter uit delft in disharmonie vroeg kan ik voor sas en de koeien optreden liefst met behoud van mijn lijf en leden in Voorst tot Voorst de veenbaronie
ja kerel gegarandeerd met strapatsen herkauwers welzeker maar diep gezonken soms geconserveerd meest verklonken je wordt belazerd met stadse fratsen
uit de ijssel is wel wat klei getrokken in repen - ga daar achter de koeien aan zolang ze niet zakken blijf jij droog staan al slammen melkmuilen bier hier om te lokken
de dag voor de nacht het kennen om te ontkennen de vrede voor de onvrede het woord voor het wapen het denken voor het ongedachte de eerlijkheid om te liegen de werkelijkheid om te dromen de oren om te verdoven de mond om te zwijgen het ja voor het nee de vrede voor de oorlog het ik voor het jij de strijd tegen jou maakt mij vrij van jou in mij
vrede bestaat niet los van de oorlog omdat ik niet leef en dood ga zonder jou
elke oorlog is voor de vrede oorlog geeft innerlijk vrede naamloos vechten dient het hoogste doel voor de levende streven naar eeuwige vrede
alles verandert als alles verandert sprak de regelaar van de temperatuur voor hoger vroeger in dit voorjaar
rupsen piekten keurig vroeger mooi weer tegelijk op pad met de uitloop van hun voedsel zomereik groen in het blad
koolmezen bleven seizoenstrouw wachten tot de dagen lengen zodat snavels zojuist uit het ei vergeefs om rupsjes vroegen
ze broedden in de tijd normaal bij alle verandering toch te laat want de sterfte was massaal broedsel kreeg te weinig voedsel rupsen piekend in vlinderstaat vlogen aan de mezenneus voorbij
Amsterdam werd snel een grote stad handel en cultuur ongekend in bloei met tegelijkertijd fenomenale groei dicht op elkaar van mens en zwarte rat
edoch ratten hadden vlooien bij het leven daar kregen we samen de pest van door wij later - de ratten gingen stervend voor na geprikt hun bloed te hebben gegeven
kerken waren nog nooit zo vol geweest voor vlooien zoveel bloed het was feest vers besmet thuis stierf menigeen meteen
vuig geboefte opgesloten in de nor zat hevig contact gestoord wel snor in die pestjaren stierf er niet één
zal men mij nog juist in herinnering bewaren als ik straks in deeltjes zal zijn vergaan anders dan als ik tijdig betaal mijn naam om vreemden blind op steen te laten staren
als ze je reputatie naar de maan ruïneren Casanova staat nu beter bekend als pruimentaart en dan nog wel om te versieren las ik op de kaart wellicht ziet men kans mij als tulp te reanimeren
u weet wel zij ik die hier altijd samen kwamen ze friemelde zo lief met haar laarsjes terwijl ze in tolkien las we woonden in de baarsjes
u weet toch wel jullie zeiden poeslief lekkerding die ik op het surinameplein opving terwijl ze haar gezicht kwijt was met al haar spulletjes om het er weer op te doen
u weet wel de schat voor wie ik op het mercatorplein omdat ze in deel één pas was deel twee en drie de hele trilogie gebonden haalde uit de bibliotheek omdat ze die staccato steeds herlas
ja u weet wel die van toen en wat ik nu zeggen wilde tot voor kort geleden dat we het een keer publiekelijk deden s nachts op de markt van vespucchi m'n liefie is nu veni-vidi-foetsie helemaal weg bij mij op de admiraal de ruyterweg
ze woont nu op de admiralengracht maar niet alleen zoals ik tot op gister nog dacht
stel je komt niet lekker uit de winter buiten wat was je een eitje
je vreet je te barsten denkt ik popje prachtig ben zalmrose nimfachtig
terwijl jij engerling met je eigen slijmschijt al je brede rug besmeert zodat je meer lijkt op n hoopje vogelstront
maar als je dan doorschiet naar je imago zwarte kop verder rood als een kroot je merkt ik ben het mannetje of nee lekker toch een vrouwtje hoorde je dan niet juist ook maak subiet dood die exoot
ja mafkees echt niet verkeerd je was echt wel een kever alleen geen zwartkopvuurkever maar geducht een leliehaantje
Wij vertrokken ooit heel stiekem bepakt voor wereldreis naar Istanboel per Oriënt Express naar ons gevoel De eerste trein liep via Haarlem
Hadden we maar een andere weg gegaan via Abcoude - misschien was het geplooid Nu werden we bezopen uit de trein gegooid En op de derde Koepelring in bed gedaan
Die bavomuggen legden ook onwettig beslag op onze sokken tickets liters peyotesap voor in Turkije om te leven zonder tap
Ook onwijs geflikt door locos van gezag Onze bestemming zeiden ze was knap schizo ik retourtje Byzantium zij enkel Hengelo
klinkt vreemd en kras de snor zingt als moustache volgens de encyclopedie trilt-ie zonder melodie onopvallend klein eentonig snorrrrrrerrrrrig
geen begroeiing voor de knip zelfs geen upper of hazelip s winters in de woestijn maar nu in het riet met krekelzanger en karekiet
truus zei no way geen bezwaar zo nam hij met microfoon de snor aan zijn broer waar luidruchtig maar niet monotoon schoonzus zei stop stijfkop je hoort niet synchroon t snurkt met een slok op
crazy my dear wat een bof dat hij ene wim bij de plas trof die zei luisteren niet pielen geef eens volgas op rijwielen met trommelremmen als je je trappers stilhoudt gaat de fiets vanzelf snorren maar dan wel zonder te remmen
hij gaf toe dat die fietsen zonder te rijden zich niet van snorren laten onderscheiden
als ik iets voor het leven uit wat er valt na te gaan uit belering training inplug heb meegenomen is dat het besef doe af en toe een stapje terug soms grote sprongen terug vooral helemaal terug
met kleine stappen voor het inzicht zet soms een stop op je voortgang desnoods bewust door hard tegen een muur te lopen
als ik iets zo om me heen zie is dat niets sommigen weerhoudt om als in een perseveratie ijlend in een klaagzang van algemene strekking zonder ik-beperking gewoon maar door te lopen tegenstribbelaars onderweg in het voorbijgaan alsof het gewoon is terloops zo maar op te knopen
vraag mij niet bovenstaand hard te maken er staat mij al te veel hard gemaakt voor ogen en ook in mijn beeld valt te veel te kraken om te worden gedeeld
twee boerenzonen waren als water en vuur hun bloed kolkte zodra ze elkaar zagen steeds bang voor of zelf in hinderlagen maakten zich alledag het leven zuur
los van elkaar sloegen ze in vinkeveen twee tweelingzussies schoon aan de haak ongewild kwamen zij in een gemene zaak twee eeneiigen voor elk nog één alleen
omdat hun liefjes niet waren te onderscheiden sloten de twee onzeker met wie zij vrijden als zwagers in gewetensnood maar herenvrede
zij werden dikke maten alle leed leek geleden hun kinderen voelden zich echter vies genomen bij de prik om hun vader te weten te komen
plaatsvervanging na wederopstanding van Jezus de christus - bij opstijging in wolken aan het gezicht ontrokken - uit zittend surplus in stenen gebouwen uit rotsen gehouwen door één op één na hoogste eerwaarde
achter en vóór prikken en verdoven daar kwam die eikel met zijn tang trok drie kiezen onder en boven draaien rukken heer wees niet bang
vier dagen geleden gingen ze eruit door gemaskerde witjas aan een spuit met watjes afgedekt nog geen klagen daarna de verwekelijking en al dagen ben ik in het gelijknamige beleid één van mijn twee sporen kwijt
maar vandaag ga ik weer laden eerst flink schelden vloeken schreeuwen tot in alle hoeken wees gerust - nu achter de facade
het is toch van de zotte dat de juffrouw van de vis bij mij van kleur verschiet als ik gekleed beleefd verzoek om 400 gram venusmosselvlees 500 gram lulas in ringen haar baas erbij haalt die er politie bij haalt die er een professor bij haalt die het dan uit het hoofd vertaalt in 400 gram Miolo de améijoa en 500 gram calamares in anilhas
dat iedereen dan opgelucht adem haalt de juffrouw deze waren uit de vries haalt mij met een pokerface zegt gij zij van den zotten dat gij dat niet meteen zegt mijn recept vraagt om te kopiëren waarna ik de hele dag moet nablijven omdat iedereen het wil overschrijven
zodat 's nachts de conclusie thuis was dat ik niet goed wijs was dat ik te goed voor deze aarde was
500g calamares (Lulas), diepvries in ringen ("anilhas") 400 g venusmosselvlees ("Miolo de améijoa") of hartschelpvlees ("Miolo de berbigao") 300 g garnalen (Miolo de camarao) 1-2 stukken bleekselderij 1 sjalot verse thijm en peterselie 1-2 teentjes knoflook olijfolie van een goede kwaliteit, witte wijnazijn (witte Balsamico) zout, witte peper, citroensap