THEVISSEN, F., Het is maar een peiling.
Opiniepeilingen in de media: van wetenschap tot wichelarij? Kalmthout, Uitg. Pelckmans, 2011, 337
pp. ISBN 978 90 289 5104 4
Werd u in de aanloop
naar de komende gemeenteraadsverkiezingen uitgenodigd om mee te delen voor wie
u van plan bent te stemmen? Kreeg u een inkijk in de keuken van dat onderzoek?
Vraagt u zich ook af hoe men aan de resultaten komt? En wat moet u ervan denken
als de resultaten van de ene peiling een paar dagen later helemaal anders zijn
in een andere? Aan dit boek begon ik dus met hooggespannen verwachtingen. Als
docent Strategische Communicatie aan de Vrije Universiteit Brussel had de
auteur immers zelf een omvangrijke opiniepeiling ontwikkeld.
Peilingen naar
politieke voorkeur geven de politici behoorlijk wat kopzorgen. Politici zijn
dus steeds op hun hoede voor de beeldvorming die electorale peilingen kunnen
veroorzaken. De resultaten worden immers lang en breed in de media uitgesmeerd.
Maar is dat terecht? Is een peiling beter dan het lezen van horoscopen of het
voorspellen van de toekomst uit de lever van een schaap?
Wat is de waarde van
een peiling naar de politieke voorkeur van mensen? Wie peilt wat en welke
obstakels lonken daarbij om de hoek? Waarom voorspellen peilingen de
verkiezingsuitslagen zelden correct en nooit nauwkeurig? En beïnvloeden ze
daadwerkelijk onze politieke voorkeur? Hoe betrouwbaar zijn de resultaten, hoe
vakbekwaam zijn de opiniepeilers en hoe onafhankelijk de media die over
peilingen berichten? En welke mogelijkheden bestaan er om beter te peilen naar
onze politieke houdingen en electorale voorkeuren?
Het is maar een
peiling bundelt voor het eerst
de antwoorden op deze en veel andere netelige vragen, zo kondigt Frank
Thevissen met veel aplomb aan. We krijgen een rondleiding in de achterkamers
van onze opiniepeilingenindustrie en de onthulling van de machinaties achter
politieke peilingen. Hij belooft populaire en diepgewortelde clichés te
doorprikken, die over peilingen de ronde doen en de wetenschappelijke pretentie
van academici te demystificeren. Hij zal de gebrekkige methodologische en
deontologische hygiëne blootleggen die bij opiniepeilingen aan de dag wordt
gelegd. En dat alles zal hij doen op een manier die toegankelijk is voor de
statistische leek.
Behalve de laatste
worden die beloften uitgebreid waargemaakt. Thevissen ontkracht een aantal
wijdverbreide misvattingen over opiniepeilingonderzoek. Hij legt uit hoe het
komt dat de resultaten van peilingen zo sterk van elkaar kunnen verschillen.
Hij onthult de problemen en valkuilen die een electorale peiling kunnen
teisteren en doet aanbevelingen voor oplossingen. Hij dompelt ons vooral onder
in de onverkwikkelijke en verbeten strijd tussen politici, de pers en
wetenschappers achter de schermen van electorale peilingen. Voor wie er nog aan
twijfelde wordt het duidelijk waarom de meeste peilingen geen enkele
voorspellende waarde hebben.
Niettemin heeft dit
boek mij zeer teleurgesteld. Waar de eerste hoofdstukken nog redelijk
informatief zijn, verzandt het betoog gaandeweg steeds meer in een persoonlijke
afrekening met de pers en met een hele reeks politici en
collega-wetenschappers. Thevissen laat geen gelegenheid voorbij gaan om
bepaalde mensen, vooral proffen en journalisten, een veeg uit de pan te geven.
Al heel snel vroeg ik me af of hij soms ergens naar buiten gebonjourd was. Dat
vermoeden bleek te kloppen.
De titel suggereert
een objectief boek over het reilen en zeilen van een peiling. De helft is echter een smeuïg roddelverhaal vol ressentiment en
persoonlijke ruzies dat niet zou misstaan in Story of Panorama, maar dat weinig
bijdraagt aan het onderwerp zelf. Wat heeft de lezer die meer wil weten over
peilingen eraan om tot in de kleinste details deelgenoot gemaakt te worden van de vetes
en het onderling gepest bij De
Stemmenkampioen, het eigen peilingproject van de auteur?
Natuurlijk is
Thevissen als insider goed geplaatst om de lezer wegwijs te maken in de
netwerken, de intriges en de cijferzwendel die de media ons niet vertellen.
Maar kon dit niet op een andere manier? Thevissen zou toch moeten weten dat
wie, al dan niet terecht, met zoveel ijver het vizier op anderen richt, zelf
argwaan oproept? Sommige passages in het boek blijken met peilingen zelfs niets
van doen te hebben. Wat komt de affaire De Gucht bijvoorbeeld doen in dit boek?
De beloofde
toegankelijkheid blijkt bovendien een brij van ondoorzichtige vaktaal, die op
de duur alleen nog te volgen is voor wie behoorlijk wat kaas gegeten heeft van
statistiek. Dat kan de begrippenlijst achteraan in het boek nauwelijks
verhelpen. En de tekst wordt ontsierd door een onaanvaardbaar groot aantal
taal- en tikfouten (bv. richten ze hun peilen op - blz. 231) en slordigheden,
zoals verkeerd geplaatste kommas.
Van het hele boek is
het besluit het meest waardevol. Over de resultaten van peilingen moeten we ons
niet druk maken. Ze zijn niet meer dan een momentopname en hun voorspellende
waarde is gering. Peilingen zetten voornamelijk de besloten wereld van
marktonderzoekers, politiek en journalistiek in rep en roer. Maar om dat te
weten hoefde ik dit boek niet te lezen. De resultaten van de echte
verkiezing zijn daarvoor meestal voldoende verrassend.
© Minervaria
|