NUSSBAUM, M., Een waardig bestaan. Over dierenrechten.
(Vert. Compassion
and Humanity) Adam, Ambo, 2007, 135
pp. ISBN 90 263 2068 2
Legbatterijen, kippen met geknotte snavel, slachtafval in het voer van konijnen en runderen, opeen gepakte schapen op transport, kalveren die onmiddellijk na de geboorte van hun moeder worden weggehaald om vetgemest te worden, kleurstoffen in het voedsel van vis omwille van het roze kleurtje. Kan dat allemaal wel?
In juni 2000 deed het
hooggerechtshof van Kerala (India) een gedenkwaardige uitspraak over
circusdieren: Hoewel ze niet behoren tot de soort homo sapiens, zijn zij ook
wezens met recht op een waardig bestaan en een humane behandeling, zonder
wreedheid en marteling.( ) Daarom is
het niet alleen onze fundamentele plicht om onze dierlijke vrienden medelijden
te betonen, maar ook om hun rechten te erkennen en te beschermen. ( ) Als
mensen recht hebben op grondrechten, waarom dieren dan niet?
Volgens Martha Nussbaum is
het niet meer dan redelijk dat mensen rechtvaardige betrekkingen onderhouden
met dieren. Met hen delen mensen immers de wereld en zijn schaarse hulpbronnen.
We hebben veel gemeen met dieren, hoewel we in veel opzichten ook van hen
verschillen. In de meeste gevallen is er echter vooral strijd om te overleven
en machtsmisbruik.
Het recht op een waardig
bestaan vormt de kern van de vermogensbenadering in de ethiek. Tot nu toe heeft
deze benadering zich beperkt tot rechtvaardigheidskwesties bij en tussen
mensen, maar volgens Nussbaum is er geen enkele goede reden om ze niet uit te
breiden tot over de soortgrens, dus tot de niet-menselijke dieren. Ze neemt
nadrukkelijk afstand van de stoïcijnse en joods-christelijke traditie die een
zeer duidelijk onderscheid maken tussen mensen en de rest van de natuur. Met
dit boekje wil ze daarvoor een adequate theoretische benadering leveren.
De vermogensbenadering of
capabilities approach is een vorm van politiek liberalisme. Dit gaat uit van
het idee dat mensen de kans zouden moeten krijgen om zich op hun eigen wijze te
ontplooien zolang ze anderen geen kwaad doen. De vermogensbenadering benadrukt
daarin de notie van respect en gelijke menselijke waardigheid en een waardig
leven. Rechtvaardigheid heeft te maken met de kansen die mensen krijgen om hun
vermogens te ontplooien.
Nussbaum wil een theoretische
basis leggen voor een vermogensbenadering die ook voor dieren geldt. Die
vertrekt vanuit een ethische bewondering voor elke vorm van leven. We leven in
een wereld met vele verschillende soorten dieren die er allemaal naar streven
om hun leven te leiden, ieder met zijn eigen waardigheid. Het is dus niet meer
dan rechtvaardig dat al die wezens de kans krijgen om te blijven bestaan en
zich ten volle te ontplooien als datgene wat ze zijn.
De vermogensbenadering gaat
daarmee verder dan de gangbare rechtvaardigheidstheorieën. De invloedrijke sociaal
contracttheorie (Kant en Rawls) veronderstelt een overeenkomst tussen gelijke
redelijke partners. Dit uitgangspunt vormt al een probleem voor mensen met
beperkte vermogens, en dus zeker voor dieren. Het utilitarisme (Bentham en
Mill, en Peter Singer) biedt wel een uitweg in het doel van meer welzijn voor
iedereen, maar daar worden verscheidenheid en individualiteit niet in rekening
gebracht.
Nussbaum zoekt dus naar een
basis voor een uitgebreide vermogensbenadering. Het algemene doel zou volgens
haar moeten zijn dat geen enkel dier dat
over bewustzijn en gevoel beschikt dient te worden beroofd van de kans op een
florerend leven, en leven in het soort waardigheid dat relevant is voor zijn
species, en dat alle dieren die over een zekere mate van bewustzijn beschikken
bepaalde positieve kansen dienen te krijgen om te floreren. (p. 42)
Om zon wereld echt waar te
maken is het nodig een beperkte verzameling politieke principes na te streven
die zijn gericht op bescherming en het bevorderen van de zelfredzaamheid van
dieren. Om ons een idee te vormen van waardigheid voor een bepaalde diersoort
kunnen we om te beginnen beroep doen op de meevoelende verbeeldingskracht. In
een zorgvuldig opgebouwd betoog bespreekt Nussbaum verder een aantal
belangrijke kwesties voor de realisatie van een rechtvaardige behandeling van
dieren. Ze pleit voor een respectvol en intelligent paternalisme en formuleert
voorzichtige en doordachte antwoorden op vragen als:
-Welke
verplichtingen hebben mensen tegenover dieren?
-Tellen de belangen
van dieren even zwaar als die van mensen?
-Wanneer en onder
welke voorwaarden is het doden van dieren (g)een kwaad?
Nussbaum geeft eerlijk toe
dat de vermogensbenadering geen complete rechtvaardigheidstheorie is, en dat ze
voor een aantal problemen nog geen oplossing ziet, bijvoorbeeld het gebruik van
proefdieren in dienst van de menselijke gezondheid of de relaties tussen dieren
onder elkaar (bv. roof- en prooidieren). De vraag is volgens mij of een
rechtvaardigheidstheorie door mensen gewild en uitgewerkt ook moet gelden
binnen de dierenwereld en dus aan dieren moet worden opgelegd.
Dit boek biedt niet alleen
een uitwerking van een ethische theorie over dierenrechten, maar tevens een
zeer inzichtelijke kennismaking met de vermogensbenadering zelf.
Het betoog van Nussbaum is
zeer goed te volgen, want ze schrijft, in tegenstelling tot moderne filosofen
als Rawls en Amartya Sen, in een eenvoudige en toegankelijke stijl. Het is
tevens een schoolvoorbeeld van de systematische uitwerking van een filosofisch
probleem.
Een mooi maar onpraktisch idealisme van Nussbaum; ik mis de mens in haar betoog, om preciezer te zijn, de overbevolking want toen ik de laatste keer natelde waren er bijna 7 miljard mensen die de natuur, inclusieve de dieren, opvreten dan wel vernietigen.
Zolang de natuur het niet voor elkaar krijgt om minimaal de helft van deze overmaat aan mensen uit te rotten, zal er geen ruimte zijn voor dieren en een dierwaardig bestaan.
Maar vertwijfel niet: tot nu toe is de natuur er nog altijd in geslaagd om overbevolking - zij het bij dier of plant - door ziektes te herstellen tot meer praktische aantallen waarbij de resterende natuur ook een faire kans op overleven heeft.
We blijven hopen op tenminste 4 miljard doden.