WEISMAN,
A., De wereld zonder ons. (Vert. The World Without Us)
Adam,/Apen, Uitg. Atlas, 2007, 359 pp. ISBN 978 90450 0057 2
In
het Slate Museum van het Welshe stadje Llanberis kan je je even in een wereld
zonder mensen wanen. Door een korte tunnel in de rotsen leidt een pad met een half
begraven treinspoortje naar een indrukwekkende oude groeve. Tussen meer dan 80 meter hoge steile
leistenen rotswanden ligt een meer, rondom begroeid met jonge berken en struikgewas.
De eekhoorns schoten er voor mijn voeten weg. Ongetwijfeld zwommen er vissen in
het water, en tussen het stuikgewas sprongen en kropen heel zeker verschillende
soorten kikkers en hagedissen. Af en toe zag je een vogel over het water
scheren en in het groen verdwijnen. En in de hemelse stilte ontdekte ik dat het
anders altijd aanwezige suizen in mijn hoofd helemaal was verdwenen.
Honderd
jaar en meer geleden heerste in de leisteengroeve van Llanberis een hels lawaai
van sissende en stampende topzware, door stoom aangedreven, machines dat het kappen
van de steenhouwers overstemde. Uit de groeve wordt al meer dan 50 jaar geen
leisteen meer gehaald. Behalve de uitgehakte wanden en het meer, is het onbruikbare
smalspoor de enige getuige van vroegere menselijke activiteit. Een paradijs op
aarde.
Zou
de aarde echt een paradijs worden als de mensen er verdwenen waren? Of
verandert op termijn de wereld in een braakliggend stuk grond, waar niets meer
kan gedijen en de elementen vrij spel krijgen? Een generatie geleden
waarschuwden onheilsprofeten voor de nucleaire vernietiging van de mensheid.
Tegenwoordig leven we onder de dreiging van de vergiftiging van het milieu, de definitieve
verdwijning van duizenden dier- en plantensoorten en de opwarming van het
klimaat.
Hoe
zou de rest van de wereld reageren als ze ineens werd verlost van de genadeloze
druk die mensen op haar en onze medeorganismen uitoefenen? Hoe lang zou het
duren voordat het klimaat zou terugkeren naar het punt waar het gebleven was
voordat wij al onze motoren startten? Hoelang zou het duren voordat de natuur haar
verloren terrein zou herwinnen en het paradijs zou herstellen waarin Homo Habilis
verscheen? Zou de natuur ooit al onze sporen kunnen uitwissen? Of zijn sommige daarvan
zo onnatuurlijk dat ze onverwoestbaar zijn? Welke erfenis zal de mensheid de
verre toekomst nalaten?
Natuurlijk
kunnen wij dat niet met zekerheid weten. Maar we zouden er wel kunnen over
fantaseren. Alan Weisman stelt zich voor hoe de wereld er zou uitzien als de
mens door een of andere ramp plotseling zou verdwenen zijn. Om een idee te
krijgen hoe de wereld zonder ons verder zou gaan moeten we kijken naar de
wereld zoals die was voor de mens verscheen, hoe ze sedertdien veranderd is en
welke rol de mens hierin heeft gespeeld. Dit is een geweldige onderneming.
Want
geen enkele diersoort heeft zoveel invloed uitgeoefend op het totale ecosysteem
van de aarde als de mens. De oermens die opging in de natuur is een fabeltje. Zelfs
het oerbos draagt de sporen van de mens en het ongerepte oerwoud van de Amazone
herbergt sporen van menselijke ontginning. Met behulp van hun vernuft hebben mensen
vanaf hun prille bestaan de natuur gebruikt en naar eigen hand gezet. Mensen
hebben bomen gekapt, struikgewas verbrand, het leefgebied van dieren verstoord
en de bewoners verjaagd of gedecimeerd. Het uitsterven van de grote zoogdieren
staat nagenoeg helemaal op rekening van de mens.
Op
nog veel meer manieren heeft de mens zijn stempel gedrukt op de wereld. Hij
heeft aardolie geboord, mijnen ontgonnen onder en aan het aardoppervlak,
kerncentrales gebouwd, zendmasten en hoogspanningskabels opgericht,
onverwoestbare of bijna niet af te breken kunststoffen gefabriceerd, in
oorlogen hele gebieden met uiterst giftige stoffen onherstelbaar verwoest.
Op
minder spectaculaire wijze heeft de mens de natuur beheerst door aan landbouw
te doen, moerassen droog te leggen, miljoenensteden te bouwen, immense kanalen en
tunnels te graven, diersoorten te domesticeren en te exporteren naar gebieden
waar ze hele inheemse populaties verjagen, decimeren of vernietigen.
En
ons exuberant gebruik van fossiele brandstoffen dreigt nu uit te monden in een
versnelde en verhevigde verandering van het klimaat op aarde.
Weisman
bespreekt systematisch alle gevolgen van de aanwezigheid van de mens op aarde,
hoe de mens vanaf zijn verschijnen fauna en flora heeft beïnvloed en het hele
ecosysteem naar zijn hand heeft gezet, hoe hij de natuur heeft bewerkt en
omgevormd tot zijn habitat, en hoe zijn artefacten het aanzien van de wereld
grondig hebben veranderd.
Sommige
van die ingrepen zullen de tand des tijds niet overleven, maar andere, zoals
bepaalde kunststoffen, zullen de wereld voorgoed belasten.
Bij
elk van deze aspecten stelt hij zich de vraag wat er zou gebeuren als de mens
er plots niet meer zou zijn. Vaak gaat hij daarvoor uit van bestaande
situaties, bijvoorbeeld verlaten steden of mijnen of een invasie van
geïmporteerde diersoorten. Hij heeft overal op de wereld, maar vooral in de
Verenigde Staten, met mensen gesproken die de noodzakelijke infrastructuur
moeten onderhouden van ingewikkelde bouwwerken.
Zijn
boek bevat een schat aan informatie over hoe het ecosysteem functioneert, hoe
en op welke manier de mens zijn stempel op de aarde zet en het milieu belast en
vervuilt en wat de gevolgen ervan zullen zijn.
Misschien
zal de natuur weer volop kunnen floreren als de mens verdwenen zou zijn. Maar omdat
sommige dingen die we gedaan hebben onherroepelijk zijn, zou de planeet die na
onze definitieve verdwijning resteert niet dezelfde planeet zijn die er geweest
was als wij nooit ontstaan waren. Er zijn dingen die nooit meer zullen
veranderen en processen die slechts na duizenden jaren en zelfs eeuwen zullen
afgelopen zijn. De toekomst kan en zal geen volmaakt spiegelbeeld van het
verleden zijn.
De
aarde zal het echter prima doen zonder ons, zo verzekeren deskundige natuurwetenschappers.
Dit mag dan misantroop klinken, ik ben het helemaal met hen eens. Als we echter waarde hechten aan het
voortbestaan van de mensheid, is volgens Weisman een drastische geboortebeperking
de enige oplossing. Er zijn nu al 6,5 miljard mensen. Als we doorgaan zoals nu
zijn we in 2050 met 9 miljard. Als vanaf nu elke vrouw slechts één kind krijgt,
dan zouden we rond 2075 nog slechts met ongeveer de helft zijn en in 2100 met 1,6
miljard. Met dit veel kleiner aantal zou de mensheid beduidend beter kunnen
profiteren van de technologische vooruitgang, als men dan maar de
bevolkingsgroei in het oog houdt.
Dit
klinkt wel logisch, maar dit werkt slechts als mensen zich beperken. Een
opgelegde beperking druist in tegen de politiek liberale opvatting van de
individuele vrijheid. Een vrijwillige beperking is, zeker in landen waar
kinderen de verzekering zijn voor de oude dag, onrealistisch en onhaalbaar.
En in de rijke landen zien we dat mensen die onvrijwillig kinderloos blijven
vaak hemel en aarde verzetten om toch eentje te krijgen.
In
deze fundamentele kwestie worden we geconfronteerd met de vraag waar de individuele
keuzevrijheid eindigt in functie van het collectief welzijn. China heeft
indertijd gekozen voor het laatste, met alle voordelen maar ook ellende
vandien. In ieder geval een uitdaging voor het liberale Westen.
Hoe
dan ook, het boek van Weisman is een eye-opener. Het is geschreven door een
milieubewuste journalist, die zich zeer degelijk heeft gedocumenteerd. En omdat
de verschillende hoofdstukken ook los van elkaar te lezen zijn, hoef je niet
het hele boek in een keer te verhappen.