Over moeders en moederschap werd en wordt heel veel geschreven. In dit
boek plaatst journaliste en onderzoekster Adrienne
Burgess vaders in de kijker. Ze begint
met de mededeling dat het schrijven van dit boek al haar ideeën over vaderschap
op de kop heeft gezet. Het is mij inderdaad als bijzonder bijgebleven en daarom
wilde ik het na elf jaar nog eens lezen.
In een zeer degelijk gefundeerde en kritische analyse bespreekt
Adrienne Burgess het vaderschap zoals dit in de Westerse wereld opgevat wordt en
gangbaar is. Hiervoor steunt ze op de (toen) meest recente sociologische onderzoeken uit
verschillende landen en van persoonlijke interviews met vaders uit verschillende
lagen van de samenleving.
In het eerste deel verkent ze de denkpatronen in onze samenleving die
mannen belemmeren in het vaderschap en die onze ideeën over het gedrag van
vaders bepalen.
Ze verhaalt hoe door de eeuwen heen het beeld dat mensen van het
vaderschap hebben ingrijpend veranderd is. In het Westen werden in de afgelopen
twee millennia langzaam maar zeker alle aspecten van het vaderschap naar de
hemel gedelegeerd en vaders werden steeds meer gereduceerd tot eendimensionale
wetgevers. Naar dit beeld moesten aardse vaders zich voegen. Uit deze
beeldvorming proberen de 'nieuwe vaders' zich nu moeizaam los te maken. Voor
mannen die meer betrokken willen zijn bij het gezinsleven bestaan nog altijd
enorme structurele en culturele barrières.
Maar tussen mythe en werkelijkheid zit vaak een diepe kloof. Mensen
gedragen zich zelden helemaal in overstemming met het beeld dat hen wordt
voorgehouden. Privé-documenten van vaders uit het verleden onthullen dat de
'nieuwe vader' helemaal niet zo nieuw is. Tot ver in de 19e eeuw (het
pre-industriële tijdperk) was de inbreng van veel vaders in het gezin even
belangrijk als die van de moeder. Verschillende dagboekfragmenten illustreren
hoe deze vaders een evenwaardig deel van de huishouding en de zorg voor de
kinderen op zich namen. Wanneer hun vrouw daar niet toe in staat was namen ze
die zorg vaak helemaal over. De sociale structuur van die tijd maakte een
betrokkenheid van vaders mogelijk die we ons nu bijna niet meer kunnen
voorstellen. Door de industriële revolutie gingen echter steeds meer vaders
buitenhuis werken. Zo werd 'thuis' steeds meer het domein van de moeder en zag
de vader zich alsmaar verder buiten het gezin geplaatst. Zo ging het althans bij
de middenklasse, die binnen een samenleving vaak als model wordt gepresenteerd.
Als argument wordt vaak aangehaald dat mannen biologisch niet geschikt
zouden zijn om te vaderen, of dat de zorg van een vader voor kinderen niet kan
tippen aan die van een moeder. Volgens Burgess is het echter moeilijk aan te
tonen dat de verschillen in ouderschapscapaciteiten van vaders en moeders
voortvloeien uit het verschil tussen de seksen. Er is wel steeds weer
overtuigend aangetoond hoe mannen vervreemd raken van hun oudergevoel doordat ze
geconditioneerd worden om een rol te vervullen die hoort bij hun sekse. De
'natuurlijke aard' van het vaderschap (en ook van het moederschap) ligt niet
vast maar wordt gekenmerkt door flexibiliteit en aanpassing. Niet het geslacht
maar de situatie geeft de doorslag in de manier waarop vaders (en moeders)
zorgen.
Hoe ziet de dagelijkse werkelijkheid er nu uit voor vaders in het
westerse postindustriële tijdperk? Een grondige verkenning maakt duidelijk dat
er nog aanzienlijke culturele en structurele barrières bestaan die mannen
belemmeren actief deel te nemen aan de zorg voor hun kinderen en van hen
tweederangsouders maken. Op meer en minder subtiele wijze worden vaders immers
buiten het gezin gesloten.
In de eerste plaats baden zwangerschap, geboorte en de zorg voor kleine
kinderen nog steeds in een voornamelijk vrouwelijke sfeer. De relatie die vaders
met hun kinderen hebben wordt bovendien zeer sterk bepaald door hun werkpatroon.
De paradoxale toestand is dat werkgevers de voorkeur geven aan getrouwde mannen
met een gezin omdat ze meer stabiliteit garanderen, maar er tegelijk wordt
gedaan alsof ze alleenstaand zijn en geen andere verantwoordelijkheden hebben
dan hun werk. Vadervriendelijke werkgelegenheid staat nog in de kinderschoenen.
Tenslotte stelt Burgess vast dat de waarde van vaders voor het gezin en hun
kinderen in de maatschappij nog altijd onvoldoende wordt onderkend. In geval van
een scheiding bijvoorbeeld wordt het doorgaans vanzelfsprekend gevonden dat de
kinderen bij de moeder blijven. Het wordt vaders vaak moeilijk gemaakt om de
band met hun kinderen te onderhouden,lhoewel veel vaders dit zouden wensen. Van
de vele factoren die vervreemding van vaders van hun kinderen kunnen verklaren
is armoede de belangrijkste.
Burgess stelt een aantal maatregelen voor die de betrokkenheid van vaders
bij hun kinderen kunnen verhogen en ondersteunen. Op veel punten zou een en
ander veranderd kunnen worden. Structurele veranderingen zouden persoonlijke
veranderingen moeten initiëren en ondersteunen. Gezinsvriendelijke maatregelen
moeten bijvoorbeeld niet alleen op vrouwen, maar ook en meer op mannen gericht
worden. Maar bovenal dient het belang van het kind voorop te staan, en dat kind
heeft in de meeste situaties belang bij twee betrokken
ouders.
Zijn de maatschappelijke ideeën en geplogenheden over vaders en
vaderschap in die tien jaar ingrijpend veranderd?Uiteraard is er in de loop van
tien jaar in verschillende landen een en ander gebeurd. Een aantal zinvolle
voorstellen van Burgess zijn echter nog steeds toekomstmuziek. Het vaderschap
mag door vele vaders nu wel anders ingevuld worden dan door hún vaders, de
'nieuwe vader' is blijkens recent onderzoek nog altijd een uitzondering.
Maatschappelijke veranderingen gaan echter langzaam, en wat nu goed lijkt
kan een aantal jaren later niet meer wenselijk zijn of relevant.
Na tien jaar is dit boek volgens mij nog altijd actueel en waardevol.
Burgess stelt ongewone vragen en benadert het vaderschap op een originele en
ongebruikelijke wijze. Ze neemt het ondubbelzinnig op voor vaders, zonder dat ze
daarbij de moeders beschuldigt of benadeelt. Maar als de ouderlijke
betrokkenheid van beiden gelijk gewaardeerd en mogelijk gemaakt werd zou vooral
het kind beter af zijn.
Dit boeiende boek is zeer vlot geschreven. Toch heb ik ook enkele
bedenkingen. Ik betwijfel sterk of Burgess het met de Nederlandse titel van haar
boek eens zou zijn. Bij verschillende gelegenheden ontkent zij net dat
vaderschap biologisch bepaald zou zijn. Een slordige redactie heeft regelmatig
zinnen met ontbrekend woord over het hoofd
gezien.
©
Minervaria