MONTAGUE, R., Waarom
kies je dit boek? Hoe we besluiten nemen. (Vert. Why Choose this
Book?) Utrecht, Het Spectrum, 2007, 350 pp. ISBN 90 274 4580 3
Ham of kaas op de boterham?
Blijf ik in de file op de autoweg of sla ik af aan de eerstvolgende afrit? Neem
ik de auto voor de boodschappen of rijd ik met de fiets? Steek ik hier over of
loop ik door tot het zebrapad? Neem ik nog een glas wijn of wordt het water?
Koop ik een huis of bouw ik er een? En wat drijft een mensenrechtenactivist in
een land waar hij of zij elke dag gevaar loopt op arrestatie, foltering of de
dood?
Het leven bestaat
letterlijk uit een aaneenschakeling van miljarden vergelijkbare 'keuzemomenten'
waarbij je iets uitkiest en alternatieven laat voorbijgaan. Wie of wat maakt die
keuzes? Waarom maken wij sommige keuzes automatisch en gedachteloos terwijl we
andere beschouwen als uitingen van onze vrije wil? Deze vragen raken aan de kern
van ons menszijn.
Read
Montague, specialist en professor
in de computational neuroscience, probeert in zijn boek duidelijk te
maken waarom we kunnen kiezen en hoe dat gebeurt. De computational
neuroscience is gebaseerd op de Computational Theory of Mind (CTOM).
Volgens deze theorie werkt onze geest als een machine die berekeningen uitvoert.
Alle functies van onze geest zijn in wezen rekenstappen. Het zijn patronen van
informatie die alleen door een zeer specifiek biologisch programma kunnen worden
uitgevoerd: onze hersenen. Maar toch zijn we geen geesteloze robots; wij hebben
het vermogen om te kiezen.
Het vermogen om informatie
te verwerken en berekende keuzes te maken is ontstaan als efficiënte oplossing
voor de fundamentele problemen van het voortbestaan. Organismen moeten
informatie over de wereld kunnen verwerken, opslaan en zo gebruiken dat ze
mogelijke toekomstige problemen het hoofd kunnen bieden. De druk van de
natuurlijke selectie heeft er dus toe geleid dat alleen deze organismen
overleefden die informatie op een efficiënte manier konden verwerken. En de
hersenen van mensen doen dat zeer goed.
Om een overlevingsprobleem
op te lossen is het nodig dat de verschillende alternatieven op hun waarde
getoetst worden. Daarom worden de kosten en baten ervan tegen elkaar afgewogen
en wordt er gekozen voor de oplossing die economisch het meest gunstig is.
Montague legt uit waarom en hoe de hersenen dit veel beter kunnen dan de meest
geavanceerde computer. Hersenen springen spaarzaam om met energie, ze slaan
modellen op van de werkelijkheid en stellen doelen.
De vraag is vervolgens hoe
de hersenen berekenen welke doelen nagestreefd moeten worden en welke
alternatieven daartoe het best geschikt zijn. Zoals wij allen weten uit ervaring
staat leren hier centraal. Een actie die een beloning oplevert wordt opgeslagen
in een model van de werkelijkheid. Als de werkelijkheid niet (meer) aan dit
model beantwoordt zijn levende organismen, en dus ook de hersenen, in staat om
dat model aan te passen door middel van associatief en operant leren. En deze
leerprocessen zijn in wezen computaties of berekeningen die kunnen beschreven
worden. Leren is het updaten van de software in de hersenen.
Gevoelens en emoties kunnen
dan begrepen worden als computaties van de hersenen, die ons iets vertellen over
de waarde van een alternatief. Zo zegt vertrouwen ons iets over een te kiezen
alternatief, en spijt over een alternatief dat gekozen is. Ook het nemen van
risico's en cultureel bepaalde voorkeuren zijn te begrijpen als het resultaat
van berekeningen in functie van de keuze van het beste alternatief. En het is
echt mooi als deze wiskundige benadering ook nog blijkt te kloppen met hoe de
hersenen echt werken. Montague illustreert dit met de werking van het
dopaminesysteem.
Deze benadering kan een
nieuw perspectief bieden voor een beter begrip en wellicht behandeling van een
aantal ziekten en aandoeningen. De ziekte van Parkinson, drugsverslaving en een
aantal psychische aandoeningen kunnen immers beschouwd worden als stoornissen
van het vermogen om te kiezen.
In het laatste hoofdstuk
pakt Montague de kwestie aan van de vrije wil. Als zelfs kiezen het resultaat is
van een berekening, hoe staat het dan met onze vrije wil? Indien we in staat
zouden zijn te meten in hoeverre een gedrag het resultaat is van een werkelijke
keuze, zouden we onder andere een objectievere maatstaf hebben voor de
beoordeling van morele verantwoordelijkheid. Montague waagt zich aan een
computabel voorlopig antwoord: 'het vermogen om te kiezen op een manier die niet
overeenkomt met de innerlijke instructies'.
Dit boek heeft voor mij de
deur geopend naar een tot nog toe onbekende, maar boeiende wereld.
Psychologische begrippen als aandacht, geheugen, leren, emoties, gevoelens en
motivatie hebben een nieuwe, frisse betekenis gekregen. Aandacht bijvoorbeeld is
in deze visie geen hulpbron maar een strategie om de energie over verschillende
computaties te verdelen. Deze visie zou een nieuw perspectief kunnen bieden voor
de aanpak van aandachts- en leerstoornissen.
Een andere toepassing is te
vinden in de verschillen tussen leermogelijkheden van kinderen uit lagere en
midden- en hogere klassen. De eersten hebben niet de variabiliteit van modellen
ervaren die de andere kinderen in staat stellen verschillende alternatieven toe
te passen afhankelijk van de omgevingsvereisten.
Een indrukwekkende lijst
noten en een uitgebreid register sluiten het geheel af. Het laatste is echt wel
nodig, want er worden nogal wat nieuwe termen geïntroduceerd of in een
niet-gangbare betekenis gebruikt.
Terwijl je dit boek leest,
moeten je hersenen immers op hoog toerental draaien. Dat die van mij na één
hoofdstuk niet verhit raakten is op zich al een treffende illustratie van de
CTOM. Ik had geluk dat ik gebruik kon maken van reeds aanwezige modellen en
kennis over de werking van de hersenen.
Toch moest ik regelmatig
kiezen uit de enorme hoeveelheid informatie die Montague over de lezer uitstort.
En hij maakt dit zelf helemaal niet gemakkelijk. Hij weet zoveel en wil zoveel
vertellen dat zijn betoog geregeld ondoorzichtig wordt. Hij verliest zich ook
vaak in details die je afleiden van de kern van zijn verhaal. Daar is hij zich
wel van bewust, gezien hij sommige lezers ervan verdenkt 'het boek dicht te
slaan om het onder een poot van een wiebelende tafel te leggen'. (p. 248).
Gelukkig heb ik het niet gedaan.
© Minervaria