FRIEDMAN, T.L., De toekomst is groen. (Vert.
Hot, Flat and Crowded Why We Need a
Green Revolution and How it Can Renew America)
Adam, Uitg. Nieuw Amsterdam, 2008, 496 pp. ISBN 978 90 468 0412
4
Het
afgelopen jaar was wereldwijd gemiddeld weer warmer dan het vorige. De opwarming
van de aarde zet door, zeggen klimatologen. Maar geologen hanteren een andere
tijdschaal en zien eerder stabilisatie. De kritische journalist Thomas L.
Friedman laat zich voor geen enkel karretje spannen. Het probleem is
ingewikkelder. De wereld wordt immers niet alleen misschien warm, ze wordt ook
plat en vol. Die tendensen beïnvloeden elkaar en kunnen gigantische problemen
oproepen. Hoe we met deze mondiale ontwikkelingen omgaan zal in sterke mate de
kwaliteit van het leven op aarde in de eenentwintigste eeuw bepalen. Friedman
waarschuwt ons dat het hoog tijd wordt dat er wereldwijd werk wordt gemaakt van
fundamentele veranderingen om een catastrofe voor de mensheid af te wenden. En
volgens hem is het van groot belang dat de Verenigde Staten daarin het voortouw
nemen.
Dit boek
wordt als bestseller aangeprezen, en ik was op mijn hoede. Wat kan een
journalist mij vertellen over een probleem waarover zelfs klimatologen en
geologen het niet eens zijn? Krijg ik hier het zoveelste pamflet te lezen van
een lobbyende journalistieke klimaatactivist? Het boek van Friedman heeft mij
echter in nagenoeg alle opzichten zeer aangenaam verrast.
In
eerste instantie spit hij het probleem van de wereld uit. Op het gebied van
energie, klimaat en biodiversiteit staat de wereld voor een reeks unieke
uitdagingen. De opwarming van de aarde, de onstuimige groei van de middenklasse
overal ter wereld door de globalisering en de snelle bevolkingsgroei vallen
zozeer samen dat de stabiliteit van onze planeet in gevaar is. Deze combinatie
leidt tot schier onoplosbare problemen. Op boeiende en inzichtelijke wijze
maakt Friedman duidelijk hoe daardoor energie schaarser wordt, steeds meer
planten en dieren uitsterven, miljoenen arme mensen tot schrijnende
energiearmoede veroordeeld zijn, de positie van oliedictaturen versterkt en democratisering
vertraagd worden en het klimaat in versneld tempo verandert. In essentie gaat
het over een energieprobleem. Dit is wat wij in de media te horen en te lezen
moesten krijgen maar wat volgens mij onvoldoende gebeurde.
Vervolgens
buigt Friedman zich over aanpak en oplossingen. En dan komt groen op de
proppen. Maar het groen van Friedman gaat veel verder dan het modieuze groen
van de bioproducten en ecochic. Friedman noemt dit cynisch groen, het zijn
eenvoudige ingrepen die ons niet veel kosten. Groen denken en handelen wordt vaak
voorgesteld alsof niemand een offer moet brengen. En als er offers verwacht
worden is groen opeens niet meer populair. Maar hij is wel realistisch: als
mensen alleen offers moeten brengen zullen ze hun gedrag niet veranderen. Dus
moeten we niet alleen de kosten maar ook de baten van groen verrekenen en zo
in rekening brengen dat groen financieel en economisch interessant is. Daarvoor
zijn wezenlijke sociale veranderingen nodig en die moeten geschraagd worden
door een groene politiek.
De
eenvoudige manieren om groen te worden zijn absoluut niet toereikend. We kunnen
dit probleem niet al consumerend, hoe 'groen' ook, oplossen of het overlaten
aan de keuze van de individuele burger. Er zijn grootschalige initiatieven
nodig om de productie en het gebruik van schone energie te ontwikkelen en te
vermarkten. De innovatieve technologie op dit gebied is reeds tamelijk ver
gevorderd maar er kan nog heel veel gebeuren. Er is een markt voor schone en
duurzame energie, maar voorlopig is die nog zeer duur en dus alleen weggelegd
voor kapitaalkrachtige mensen of voor durvers. Het is echter anders als naar
het totale kostenplaatje gekeken wordt en we de externaliteiten van het huidige
systeem, onder andere armoede en vervuiling, in rekening brengen. De overheid
heeft hier een cruciale taak. Ze moet de spelregels zo bepalen dat schone en
duurzame energie echt kan concurreren met de vuile brandstoffen die nu de markt
domineren. Zonder een coherent overheidsbeleid dat schone en duurzame energie
daadwerkelijk steunt en propageert staan we immers nergens.
Friedman
bespreekt uitvoerig hoe door de juiste prijssignalen en regelgeving de overheid
in staat moet zijn om de CO2-uitstoot gevoelig te verminderen. Hij vergelijkt
de daadkracht van de overheid in een opkomend industrieland als China met de
weifelende en wisselvallige politiek in de VS, die er niet in slagen hun
uitstoot gevoelig te verminderen maar op zichzelf terugplooien in angst voor en
de strijd tegen het terrorisme. En doordat de overheid de fossiele
brandstofindustrie door kortzichtigheid en politiek eigenbelang bevoordeelt is
de markt voor schone energie niet echt vrij.
De
oplossing voor de warme, platte en volle wereld is ten gronde politiek. Men kan
'groen' of bio proberen te leven, men kan groene activist zijn, maar dat is
niet voldoende want kleinschalig en niet verplicht. We hebben behoefte aan
politieke leiders die een visie kunnen uitdragen en de autoriteit hebben om een
coherente aanpak te kiezen. "Het is belangrijker je politici te vervangen
dan je gloeilampen", aldus Friedman. Ik ben het helemaal met hem eens. Hij
vergelijkt de groene revolutie met de burgerrechtenbeweging in de VS. Zolang
het streven naar gelijke rechten voor blank en zwart een zaak was van activisten
veranderde er wezenlijk niets. Dit gebeurde wel op het moment dat ze door de
politici in regels en wetten gegoten werden. Je zou dezelfde vergelijking
kunnen maken voor alle mensenrechten waarvoor gevochten is en die door wetten
vanzelfsprekend geworden zijn. Zo moet het ook gaan met groen. Als groen
verdwijnt weten we dat we op de goede weg zitten. Groen is dan normaal
geworden. Groen is dan de norm en geen keuze.
Dit boek
is geschreven door een Amerikaanse journalist, en geschreven voor Amerikanen.
Met patriottische retoriek doet Friedman beroep op de trots van zijn landgenoten
om zich als natie weer op de voorgrond te plaatsen. De vergelijking met China
als concurrent voor een leidende positie is dus zeer goed gekozen. Het zegt iets
over de Amerikaanse kijk dat Europa in zijn boek nauwelijks aan de orde komt. Na
lezing móet je het Europese project wel gunstiger gezind zijn. Want alleen een
politiek die de particulariteiten van afzonderlijke staten overstijgt kan een
oplossing bieden voor een wereldwijd probleem.
Als je
over de soms bevlogen stijl kan lezen, heb je een boek in handen dat deze
complexe problematiek op een kritische, realistische en rationele manier
benadert. Met treffende beeldspraak en veel variatie zet Friedman, veelvuldig
winnaar van de Pullitzerprijs,bovendien een inzichtelijk, boeiend én vlot leesbaar betoog neer.