BOESMAN, J., De vliegende neger en de kleine koningin.
Major Taylor en het begin van de Tour de France. Adam/Apen, Uitg. L.J.
Veen, 2008, 315 pp. ISBN 978 204 0867 6
Uit de nederlaag in de oorlog van
1870-71 tegen Pruisen concludeerde men in Frankrijk dat het triest gesteld was
met de fysieke paraatheid van de troepen. De Fransen sloegen dus massaal aan het
sporten. Een en ander resulteerde in 1891 in de geboorte van de
wielersport. De vélocipède was in die tijd immers getransformeerd tot een
vehikel met gelijke wielen en uitgerust met rubberbanden. Hij was het voertuig
van de massa geworden, het egalitaire rijdier. In 1891 vindt de eerste
moderne wielerwedstrijd plaats: van Bordeaux naar Parijs. Die werd
georganiseerd door Le Vélo, de populairste
wielerkrant. In die periode zien de eerste klassiekers het levenslicht: na
Bordeaux-Paris komen Liège-Bastogne-Liège, Paris-Bruxelles, Paris-Tours en
Paris-Roubaix.
Tien jaar later ligt de Franse
wielersport, la petite reine genoemd, echter op apegapen. Politieke kuiperijen
tussen en binnen verschillende wielerkranten zaaien verdeeldheid. Fietsen, hoewel nog steeds weggelegd voor stadsbewoners, wordt gewoon. Men raakt
er een beetje op uitgekeken. Wat de wielersport nodig heeft, zo oordelen de
redacteurs van de organiserende sportkranten, is een koning, een uitzonderlijk
talent. Dat komt uit onverwachte hoek, de Verenigde Staten van Amerika. Die
hebben namelijk een renner die fantastisch kan sprinten, menig uurrecord heeft
gebroken en verschillende kampioentitels veroverd. Marshall (Major) Taylor is
bovendien niet zomaar een renner, het is een zwarte.
Major Taylor wordt overgehaald om naar
Frankrijk te komen. Hij wordt er ingehaald als een godsgeschenk, de Messias die
de Franse wielersport uit haar diep dal moet halen. Omdat hij zo verbazend snel
rijdt noemt men hem de vliegende neger. Hij is de eerste wielrenner die
gebruik maakt van een diepgekromd stuur en daarmee vorm geeft aan de
standaardstijl van wielrenners die wij nu als normaal
beschouwen.
Taylor verslaat de meest gerenommeerde
Europese wielrenners en krijgt daardoor in Europa de status van een halfgod.
Daar draagt het feit dat hij zwart is in niet geringe mate toe bij. Hij is een
uitdaging voor het koloniale Europa, dat de zwarte vooral een fascinerend
verschijnsel vindt. De neger mag dan wel een mens zijn, dan toch zeker inferieur
aan het blanke ras en enkel geschikt voor fysieke arbeid. In het begin geniet
Major Taylor dus mateloze bewondering voor zijn fysieke prestaties. Hij is
niet alleen de redder des vaderlands, maar ook een natuurtalent, de edele wilde.
De vliegende neger is een attractie, een curiosum. Hij zorgt voor spektakel
van eerste rang en brengt enorme mensenmassas op de been. De pistes kunnen de
enorme toeloop niet slikken.
Wanneer uiteindelijk blijkt dat hij de
overspannen verwachtingen niet kan blijven inlossen, laat wielerminnend
Frankrijk zijn verlosser vallen als een baksteen. De wedstrijdorganisatoren
gooien het resoluut over een andere boeg: de volkssport. Zijn prestaties op de
piste gaan volledig verloren in het tumult van de eerste Tour de France. Taylor
rijdt nog een aantal jaren op verschillende pistes in Europa, maar keert in 1909
definitief huiswaarts, waar hij vergeten en berooid sterft.
Jan Boesman studeerde vergelijkende
cultuurwetenschap en journalistiek. Zijn belangstelling ging uit naar
rassenkwesties in de wielersport. Daar zijn zwarten manifest
ondervertegenwoordigd en ze komen ook slechts fragmentarisch aan de orde in de
annalen van de wielersport. Zijn journalistieke opleiding kwam hem dus goed van
pas, want nagenoeg alle informatie over de Major Taylor komt uit
krantenknipsels, ansichtkaarten, brieven, flarden dagboek en
notitieboekjes.
Met passende bombastische retoriek zet
hij een soms ontroerend verhaal neer over een vliegende neger, die
verwondering en bewondering uitlokte bij de Europeaan van de voorlaatste
eeuwwisseling, voor wie een mengeling van onbeschaamd racisme en exotisme de
meest vanzelfsprekende zaak was. Daarmee leunt Boesman aan bij die andere
boeiende weergave van de toenmalige opvattingen over huidskleur in Wit over
zwart.
Tegelijk slaagt hij erin een treffend
sfeerbeeld te geven van het wielergebeuren rond de voorlaatste eeuwwisseling.
Toch besteedt hij naar mijn mening teveel aandacht aan irrelevante
details, zoals de politieke strijd tussen de hoofdredacteuren van concurrerende
sportbladen, waardoor de lijn van het verhaal regelmatig
ondergesneeuwd raakt.
©
Minervaria