HITCHENS,
C., God is niet groot. (Vert. God Is Not Great) Adam, Uitg. Meulenhoff,
2007, 317 pp. ISBN
978 90 290 8040 8
Religie trekt het politiek-maatschappelijk debat altijd
naar zich toe en dringt zich aan iedereen op, zegt de journalist, politiek
activist en polemist Christopher
Hitchens. Als atheïst en aanhanger van verlichting, rationalisme en
humanisme, staat hij uitermate kritisch tegenover het geloof. Hij zou er echter
geen probleem mee hebben als gelovigen hem met rust lieten en hem toelieten zijn
leven in te richten zoals hij dat zelf verkiest. Maar daartoe is het geloof niet
in staat, zegt hij, want ieder georganiseerd geloof claimt de absolute waarheid
te bezitten waaraan iedere mens zich zou moeten onderwerpen.
De overvloed
aan goden en religies, en de broedermoord binnen en tussen godsdiensten maken
echter duidelijk genoeg dat God de mens niet naar zijn evenbeeld geschapen
heeft. Het is andersom gegaan, zegt Hitchens. Religie is mensenwerk en dat maakt
hij overvloedig duidelijk in zijn boek.
Gedegen wetenschappelijk
onderzoek heeft aangetoond dat de religieuze mythen verzonnen zijn en niet op
waarheid berusten. De georganiseerde religie levert bovendien de religieuze
grondslag voor de verbeten strijd om het eigen gelijk, de jacht op
andersdenkenden, racisme en onverdraagzaamheid, de onderdrukking van vrouwen,
het misbruik van kinderen, bloedoffers en een hele reeks verschrikkelijke
gewelddadigheden in heden en verleden.
Voor wie dat nog niet wist maakt
Hitchens een scherpe analyse van de absurditeit van de godsdienstige beweringen,
de ongerijmdheid en inconsistentie van geboden en verboden op natuurlijk gedrag
en de onzin van leefregels en dieetvoorschriften die het leven van gewone,
onwetende en ongeletterde mensen bezwaren. In een bevlogen betoog stelt hij de
stupiditeiten en wreedheden aan de kaak binnen en tussen aanhorigheden, waarin
religieuze teksten en gebruiken worden gehanteerd als oorlogsverklaringen. Hij
onthult de veelvuldige verstrengeling van georganiseerde religie en corrupte
regimes en ontkracht daarmee het klassieke tegenargument dat seculiere regimes
evenveel en zelfs meer ellende hebben veroorzaakt.
Als er mensen waren
die in naam van hun geloof opkwamen voor anderen, dan deden zij dat niet als
gelovigen maar uit humanisme, zegt Hitchens. Het naleven van de Gulden
Regel vereist immers geen bovennatuurlijke autoriteit. Menselijk fatsoen
komt niet uit religie voort, het gaat eraan vooraf.
Volgens Hitchens
hebben we behoefte aan een nieuwe Verlichting, die van het gezond verstand. De
moderne mens heeft geen nood meer aan fabels die stammen uit tijden waarin
absolute heersers het voor het zeggen hadden en men nog bijna niets wist over de
natuur. De echte vooruitgang ligt niet in het bestuderen van heilige teksten die
als bedrieglijke verzinsels zijn ontmaskerd, maar in de menselijke ethiek. Die
zou er zeer mee gebaat zijn als mensen hun leven baseerden op redelijkheid en
kritisch onderzoek. Filosofie begint immers waar religie eindigt. Wie toch
wil geloven moet zich realiseren dat religie een facultatieve, irrelevante
privé-aangelegenheid is geworden. Gelovigen moeten ophouden andersdenkenden al
dan niet met geweld tot hun geloof over te halen. Daar kan ik het alleen maar
mee eens zijn.
Ik ben met enige terughoudendheid aan dit boek begonnen.
Het zou niet het eerste werk zijn waarin religie ongenuanceerd aangevallen wordt
en even fanatiek bestreden als ze zelf tekeer kan gaan. Maar het is me al bij al
behoorlijk meegevallen. Hitchens voert geen kruistocht tegen de religie, maar
zet haar gewoon in haar hemd. Zijn betoog is meestal nuchter en redelijk, zijn
spitsvondige argumentatie stevig onderbouwd. Hij laat zijn verontwaardiging
alleen de vrije loop wanneer hij geweld, racisme en onderdrukking
aanklaagt.
In God is niet groot toont Christopher Hitchens op
scherpzinnige wijze aan dat religie inderdaad niets meer dan mensenwerk is. Mij
moest hij daarvan niet meer overtuigen. Het was bovendien een tegelijk
plezierige en excellente oefening in kritisch denken.
De vraag is echter
of de gelovigen die Hitchens wil aanspreken dit ook zouden vinden. Het is veel
waarschijnlijker dat zijn boek, zoals zovele in dat genre, zijn doel compleet
voorbij schiet want niet gelezen wordt door zijn doelpubliek. Religie is immers
nuttig
en heeft met rationaliteit niet veel van doen.