FISHER,
H., Waarom hij? Waarom zij? Begrijp je persoonlijkheidstype en vind de juiste
partner. (Vert. Why Him? Why Her?) Adam/Apen, Uitg. Contact, 2009,
287 pp. ISBN 978 90 254 2455 8
Waarom word je verliefd op deze persoon
en niet op een andere? Gedegen onderzoek wijst uit dat mensen meestal
verliefd worden op personen met dezelfde etnische en sociaaleconomische
achtergrond, vergelijkbare intelligentie en opleidingsniveau, met gelijksoortige
waarden en normen en met eenzelfde gevoel voor humor. Ook toeval en de
relatiepatronen uit onze jeugdjaren spelen mee.
Maar dit is slechts een
deel van het verhaal. De evolutie kon het immers niet aan toevallige
omstandigheden of menselijke willekeur overlaten met wie we ons willen
voortplanten. De aantrekkingskracht tussen mensen moet zeker wortelen in de
biologie, stelt de bekende liefdesantropologe Helen Fisher. We kiezen onze partner en vrienden in overeenstemming met ons
genetisch bepaald temperament.
Als we meer zicht willen krijgen op de
aantrekkingskracht tussen mensen moeten we eerst op zoek naar de biologische
factoren die iemands persoonlijkheid grondig bepalen. Welke persoonlijkheden
trekken elkaar aan en passen bij elkaar? En welke achterliggende biologische
mechanismen sturen onze romantische keuzes?
Die zijn te vinden in de
verhouding en wisselwerking tussen de verschillende neurotransmitters in de
hersenen. Deze chemische stoffen vormen de basis voor vier fundamenteel
verschillende gedrags- en denkwijzen of persoonlijkheidstypen. In vier
hoofdstukken maken we kennis met deze typen en hun voornaamste kenmerken:
Verkenner, Bouwer, Regelaar en Onderhandelaar. Ieder van ons is een uniek
mengsel van deze vier persoonlijkheidstypen. Met behulp van een vragenlijst kan
je zelf uitvissen hoe dat voor jou zit.
Wij zijn het uithangbord van onze
genetische aard, met specifieke kwaliteiten en behoeften. De vraag bij een
potentiële partner is dus: kan deze persoon je bieden wat jij nodig hebt?
Volgens de theorie van de sociale uitwisseling voelen wij ons aangetrokken tot
personen die in onze behoeften kunnen voorzien in ruil voor de kwaliteiten die
zij zelf kunnen bieden. Sommige van die behoeften willen we wel opgeven, maar
andere moeten absoluut vervuld worden. Daarom zijn er meerdere werkende
combinaties mogelijk, maar sommige werken beter dan andere. Botsende
eigenschappen brengen meer conflictstof mee maar betekenen niet meteen dat de
relatie tot mislukken gedoemd is. In dat geval kunnen de tips van Fisher voor
ieder persoonlijkheidstype wellicht een handje helpen.
Liefde kan
duurzaam zijn, besluit Helen Fisher, maar je moet de goede partner kiezen. In
samenwerking met een relatiebureau heeft zij onderzocht tot welk
persoonlijkheidstype mensen zich bij voorkeur aangetrokken voelen. Bepaalde
combinaties van persoonlijkheidstypen werken beter dan andere. Dat blijkt in
overeenstemming met het plan van de natuur, zegt ze. Over dat plan zelf blijft
ze echter erg vaag. Dit zal niet echt verbazen, want als wetenschapper weet ze
wel beter. De natuur heeft immers geen plan.
Om een vlot leesbaar boek voor het grote publiek te kunnen
presenteren heeft Fisher een paar minder gelukkige compromissen gesloten.
Alhoewel er heel zeker een verband is tussen de verhouding van verschillende
specifieke chemische stoffen in de hersenen en bepaalde gedragsneigingen, is het
maar de vraag of dit zo ondubbelzinnig rechtlijnig is als zij het voorstelt.
Wetenschappelijk onderzoek naar deze verbanden bij dieren zijn immers niet
zonder meer naar mensen te extrapoleren. De duurzaamheid en bevrediging van
liefdesrelaties is bij mensen immers nog van meer afhankelijk dan van passende
of botsende persoonlijkheidstypen.
Verder
vertrekt Fisher teveel van een Westers idee en ideaal over liefde en
partnerschap. Verliefdheid en liefde zijn twee verschillende zaken. Je kan
verliefd worden op iemand die ongeschikt is voor een langdurig partnerschap, en
je kan houden van iemand op wie je nooit echt verliefd was. Overigens is,
behalve in het Westen, in vrijwel geen enkele cultuur verliefdheid een basis
voor huwelijk of partnerschap. We kunnen het ons bijna niet voorstellen, maar
veel van die verbintenissen werken. Het zou interessant zijn na te gaan in
hoeverre dit te maken heeft met combinaties van persoonlijkheidstypen zoals
Helen Fisher ze omschrijft.
Dit boek is zeker niet het beste dat
uit de pen van Helen Fisher is gevloeid. Alhoewel ze een interessante invalshoek
hanteert en een steekhoudende theorie ontwikkelt, heeft de uitwerking ervan me
toch een beetje teleurgesteld. Ik had een diepgaander antwoord op de titelvragen
verwacht en geregeld kreeg ik de indruk met een klassieke typologie vandoen te
hebben. Haar persoonlijkheidstypes zijn echter niet seksegebonden en daardoor
overstijgt haar verhaal ruimschoots het niveau van de Mars-en-Venusliteratuur.
Wie een partnerrelatie heeft of had zal er zeker heel wat herkenbaars vinden, en
voor aspiranten valt er veel uit op te steken. Bovendien laat de onderhoudend
geschreven tekst zich prettig lezen.