HERMSEN,
J.J., Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst. Adam/Apen,
Uitg. De Arbeiderspers, 2010 (9e dr.), 272 pp. ISBN 978 90 295 7139
5
Opzij, opzij, opzij, maak
plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast
Sedert
Herman van Veen zijn hit scoorde is ons leven alleen maar hektischer geworden.
Onze agenda staat meer dan vol, we haasten ons van de ene afspraak naar de
andere en hebben het gevoel dat de tijd ons voortdurend inhaalt. Zappen,
internetten, mailen, chatten, twitteren, onze concentratie wordt steeds weer
onderbroken. Druk bezig zijn, een volle agenda hebben en veel gebeld worden is
synoniem geworden voor een succesvol bestaan. Elk jaar zijn we meer tijd kwijt
aan werk en verplichtingen en houden we minder tijd over voor vriendschap en
sociale contacten. Steeds meer mensen klagen erover dat ze niet eens meer aan
ontspanning toe komen. We ervaren de tijd niet alleen als iets dat steeds
sneller lijkt te gaan, maar ook als iets waarvan we steeds minder lijken te
hebben. De tijd als schaarstegoed kijkt ons vijandig aan.
Van jaar tot
jaar neemt in de geïndustrialiseerde samenlevingen overal ter wereld de
tijdsdruk toe. Sinds de invoering van de Internationale Greenwich Tijd aan het
einde van de negentiende eeuw zijn wij steeds meer naar de klok gaan leven.
Werken, eten, slapen en ontspanning worden door wekkers en uurwerken
gestructureerd. Als klokken niet gelijk lopen weten we niet meer hoe laat het
is. En zonder dat we daar inspraak in hebben wordt ons leven twee keer per jaar
met een uur verlengd of verkort.
Wij lijken niet goed meer te beseffen
dat die kloktijd, die onze levens toch tamelijk dwingend reguleert, ooit slechts
een praktische afspraak is geweest. In die kunstmatige, meetbare tijd verliezen
we echter voeling met de werkelijke tijd. Die tijd stroomt als een zandloper,
als een klok zonder wijzers, kalm en onverstoorbaar onder de klokken door. Dit
is onze persoonlijke, innerlijke tijd. Ze is meer dan de optelsom van momenten
en niet in eenheden als minuten en uren uit te drukken. De persoonlijke tijd
wordt ervaren en niet gemeten.
Stilstaan bij de tijd en tijdservaring kan
onze gevoeligheid voor de ware tijd vergroten, zegt de Nederlandse filosofe
Joke Hermsen. Zo kunnen we het evenwicht herstellen tussen de uiterlijke,
meetbare tijd en de tijd die van onszelf is. Bij tijd en wijle uitrusten kan
helpen om onszelf niet zonder meer over te leveren aan de eisen die de
economische tijd aan ons stelt.
Deze bundel essays over de innerlijke
tijd wil een filosofische onderbouw bieden voor onthaasting. Dit werk is, zoals
ze zelf zegt, geen dichtgetimmerd academisch boek over de tijd, maar een bonte
verzameling van inkijkjes, ervaringen en perspectieven op de tijd. Daarvoor
heeft ze haar oor te luisteren gelegd bij denkers, schrijvers, musici en
kunstenaars die de tijd als ervaring in hun werk hebben proberen te
vatten.
De lezer krijgt een keur van mijmeringen en beschouwingen over de
tijd in filosofie, literatuur, beeldende kunst, muziek, het verleden en de
toekomst. Ik maakte kennis met de tijd als duur. Ik herinnerde mij de waarde van
verveling en het niets doen voor de creativiteit. Ik leerde over het spelen met
de tijd in kunst en literatuur door middel van flashbacks, tijdsverdichting en
-versnelling, over de waarde van herinnering, over muziek als tijdskunst bij
uitstek, en nog veel meer.
Bedachtzaam en zorgvuldig ontrafelt Joke
Hermsen de verschillende dimensies van de tijd. Haar boeiende essays zijn zeer
vlot geschreven. Dit boek is een rustpunt en nodigt uit tot reflectie en
bezinning. Het smaakt voortreffelijk als je de tijd neemt om het met mondjesmaat
te proeven.
© Minervaria
Over de auteur: Joke Hermsen
|