Of hoe je zoals ik, met voor iedereen trachten goed te doen, alle soorten mensen tot vijand maakt, zelfs dichte familie. Je kan bepaalde dingen heel goed, je bent er zelfs meester in , dan doe je dingen die jezelf een hoop geld kosten, maar dat wordt dan helemaal anders uitgelegd, achter je rug natuurlijk. Het wordt zo voorgesteld alsof ik op de rug van anderen geld zou verdiend hebben terwijl ik de mensen hielp en het me veel geld koste maar daar gaf ik niet om. Maar goed zijn zonder er iets voor terug te krijgen kan in deze wereld niet meer denk ik. Ik verdiende wel goed door keihard te werken en dan gaf ik wel wat geld uit wat leidde tot jaloezie, nijd ja zelfs haat mocht ik ondervinden en dat valt zwaar, heel zwaar om dragen maar ik kan iedereen toch recht in de ogen kijken. Kunnen er niet veel zeggen. (Maurice Geudens)
Zon, zee en strand het is nog allemaal ver te zoeken. Er zijn wel enige mooie dagen geweest maar nu is het weer onweerachtig, is dit het gevolg der opwarming van de aarde? Het zal wel denk ik zo, de mensheid kan geen roofbouw blijven plegen op onze aarde.
Een fijne sluier zand ligt op je stoel. Ik zal hem in spiraaltjes openblazen want je bent weg, ik moet mij nooit meer haasten. Voor hoeveel jaren is dat nu voorgoed.
Ik zal voorbij zijn en het dorp zal duren gelijk vandaag met harpen in de bomen. Geblaat geblaf. En telkens toegenomen bewegingen tegen de middaguren. Het gras ontelbaar tussen vogelveren en leeuweriken als omhooggetrokken onhoorbaar bezig in een tijd vol klokken. (A. Van Wilderode)
Nog is het mooi,'t geraamte van een blad, vlinderlicht rustend op de aarde, alleen nog maar zijn wezen waard. Maar tussen de aderen van het lijden niets meer om u mee te verblijden: mazen van uw afwezigheid, bijeengehouden door wat pijn en groter wordend met de tijd.
Mijn dorp ik weet nog hoe het was, de boerenkinderen in de klas een kar die ratelt op de keien en langs het tuinpad van mijn vader zag ik de hoge bomen staan hoe kon ik weten dat, dat ooit voorbij zou gaan....
Ik schrijf een traag verhaal van zwijgen. Oorverdovend duurt mijn onbeweeglijkheid en met het waanwoord sissend op de lippen, mijn spreken is enkel nog sprakeloos wachten op een nacht, op een woord dat opeens tussen alles wat nacht was, als een druppel helder uit de mond der stilte valt op de zingende dij der beweging. Dan wordt de dichter een danser. (P.Snoek)
hartstochtelijk gelijk de zee had ik het hart willen beminnen van het meisje van koraal dat in de stilte ademt en misschien gelijk mijn bloemen leeft van licht en water,
ik heb geluisterd naar de echo van haar hart en niets gehoord misschien was er teveel lawaai in mij misschien had zij nooit van de zee gehoord. (P.Snoek)
Jaaaren buren en dan komt er door dood en ziekte een einde aan. Mensen waar je bijna een halve eeuw mee samenleeft zijn er plots niet meer. Dat raakt en voel je wel diep in je ziel, maar er was zeker ook het feit dat sommigen daar zaten op te wachten, het mensje was nog maar net op weg naar het ziekenhuis of men was dat huisje al aan het leeg halen en verdelen net of die mensjes hadden nooit bestaan of wat een beetje geld met een mens kan doen, en wat zal er nu met dat mooie pittoreske huisje te gebeuren staan.....
Het was allemaal maar om te lachen zullen we zeggen wanneer we zijn uitgehuild. Drie veren draagt de wereld een gele van hoop een rooie van liefde en een zwarte van de dood.