Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
10-07-2004
Migraine, de spelbreker
10/07/2004 Vanmorgen ben ik wakker geworden met hevige migraine. Het is de eerste keer dit verlof dat ik een aanval krijgt. Het wordt dus medicatie nemen en slapen. René gaat dan maar alleen naar de laverie. Ik hoop dat het morgen over zal zijn.
09/07/2004 René heeft naar de garage gebeld en maandag rijden we naar Echirolles om de drijfriem te laten herstellen. We rijden nu langs de Gorges de la Romanche naar le Boug-d'Oisans, want we hebben veel vuile was. We vinden een parking buiten het stadje. Met twee grote zakken stappen we naar de laverie. Terwijl de machines hun werk doen gaan wij op zoek naar een Vlaamse krant. We kunnen zelfs kiezen tussen "Het laatste Nieuws" en "de Gazet van Antwerpen". Wat een luxe. Op een terrasje lezen we de krant van voor naar achter en terug. Als het tijd is gaat René de was in de droogkast steken en na een klein uurtje staan we terug aan de mobilhome met de propere was. Alles wordt op zijn plaats gelegd. De lakens moeten nog gewassen worden en dat doen we morgen.
08/07/2004 Het wordt vandaag een slenter dag. We moeten om 8.00h de mobilhome naar de garage brengen en hij zal maar tegen een uur of 4 klaar zijn. We gaan hier in de buurt wandelen want naar Grenoble zelf is veel te ver. We moeten er maar het beste van maken. In de namiddag gaan we naar de carrefour in de buurt. Er is daar een terras hebben we gezien zodat Amber mee kan. We eten daar wel iets en wachten dan tot het tijd is. Alles is in orde behalve de drijfriem, zij hadden hem niet binnen en nu moeten we een andere garage zoeken. Deze reis doen we niets anders dan zoeken. We krijgen een adres en daar gaan we nu morgen naar toe. We rijden nu naar de Lac de Laffrey, gelegen aan de Route Napoleon. Daar blijven we overnachten.
07/07/2004 De problemen zijn nog niet opgelost. Voor we naar L'Alpe-d'-Huez rijden moet de mobilhome nog een onderhoud op 86.960 km krijgen. In Fontaine een voorstad van Grenoble vinden we een garage waar we een afspraak kunnen maken. Morgen mogen we hem binnenbrengen en nu ga ik nog op zoek naar een kapper. Langs de andere kant van Grenoble in Echirolles vind ik er een en ik kan dadelijk in de stoel gaan zitten. Oef dat is weer lekker fris. Ik krijg haar kaartje ingeval we later nog eens in de buurt zouden komen. Dan wordt het een parking zoeken zo dicht mogelijk bij de garage want morgenvroeg om 8.00h moeten we er reeds staan. In één van de straten kunnen we ons gerust parkeren. We staan hier met zicht op de bergen.
06/07/2004 Vandaag moeten we nog een probleem oplossen. Het eten van Amber is bijna op en ik vraag aan Diny om langs internet een adres in de buurt op te zoeken. Er blijkt in Chambery een speciaalzaak te zijn gelegen in het Centre Commercial. Eerst rijden we naar Seynod, naar het adres dat ik van een andere camper afgelezen heb. Ik tik de gemeente en straat in en de gps brengt er ons zonder problemen naartoe. Blijkt dat er enkele draadjes los zitten van de electrische leiding naar de koelkast. Na een klein uurtje kunnen weer verder. Door de grote stad Aix-les-Bains, gelegen aan de Lac de Bourget, rijden we op de N 201 voorbij nog een camping-car verdeler in Voglans. Weer een adres om te noteren. De centre ligt juist bij het binnenkomen van Chambery en we gaan twee zakken brokken kopen voor Amber. Nu zullen we zeker tot thuis toekomen. We gaan dan op zoek naar een plaats om te overnachten en in Le Bouget-du-Lac naast de camping is een plaats voor campers voorzien. Hier staan nog enkele campers, waaronder 1 Belg. Onze verhalen worden boven gehaald en ook de plannen voor de volgende weken worden uitgebreid uitgelegd. Onze collega rijdt verder naar huis toe en wij hebben als eindpunt L'Alpe-d'Huez.
05/07/2004 De lucht boven de Mont-Blanc is helder blauw en de zon straalt. Voor ons de aanleiding om toch nog eens naar het stadje te wandelen om nu de berg in al zijn glorie te zien liggen. Het standbeeld wijst nu naar de prachtig top van de Mont-Blanc. We gaan nog enkele inkopen doen en maken ons dan klaar om verder te trekken. In Les Bossons stoppen we nog even om een foto van de Glacier des Bossons de nemen. Daarna vervolgen we onze weg en in Flumet rijden we door de Gorges de L'Arly, een heel smalle kloof met een klein snel lopend riviertje. In Ugine wordt het rechts naar de N 508 richting Lac de Annecy. We gaan in Annecy overnachten want we moeten een camping-car firma zoeken, onze ijskast laat het afweten en zo iets kan niet met deze warmte. Het blauwe meer ligt lang uitgestekt en het oude gedeelte van de stad ligt vlak aan het meer. We vinden hier op de camping-car parking nog een klein plaatsje. Op deze parking, Petit Port, kunnen maar een tien tal campers staan. Na ons komen er nog vele aan maar ze moeten in de straat parkeren. Het is echt hemeltergend want naast deze parking ligt een heel groot plein maar door een hoogte lat kan er geen mobilhome staan. Weer hetzelfde verhaal dat wij, zwervers nog niet olledig aanvaard worden. We blijven hier nu alleen overnachten en rijden morgen verder naar Seynod, waar een Pilote-verdeler is.
04/07/2004 Het is vandaag Renés verjaardag. We plannen om dit vanavond in Chamonix te vieren. We vertrekken dus vandaag naar het dak van Europa, naar de Mont-blanc. We krijgen eerst nog een pittig baantje voor de wielen geschoven. Voorbij Beaufort rijden we dan rechts naar boven richting Hauteluce, een ski-oord dat er nu wat verlaten bij ligt. Het volgende dorp is Les Saisies, waar we een plaatsje zoeken om onze boterhammekes op te eten. Naast ons komt een auto staan met enkele jongeren. Ze gaan een grote tocht maken in de bergen. Gepakt en gezakt groeten ze ons en vertrekken naar de lift. Het moet een hele belevenis zijn zo een tocht te kunnen maken. René heeft enkele jaren geleden zo een tocht gemaakt in Zwitserland, in de buurt van Sankt-Moritz. Dus hij weet wat het is. We vervolgen onze weg tot Notre Dame de Bellecombe en nemen daar de N 212.Rechts van ons zien we het Mont-Blanc Massief liggen. Het is werkelijk een pracht zicht op de hoogste berg van ons werelddeel. We rijden rond Megève en door het kuuroord St Gervais- les-Bains. Megève lijkt ons heel mondain en St Gervais bekoord ons door de vele aangelegde bloemenperken. Maar ons eindbestemming voor vandaag is Chamonix-Mont-Blanc. Hier is een grote mobilhome parking aan de voet van de berg, onder aan de kabelbaan die naar de Aiguille du Midi gaat. We staan hier dicht tegen de stad. We moeten enkel onder de autostrade door stappen , om de stad te bereiken. Ik parkeer de mobilhome in de zon, zodat het zonnepaneel haar werk kan doen en de batterijen verder kan opladen. Dan wandelen we naar het centrum. Chamonix bevalt ons meer dan we gedacht hadden. Het blijkt een levendige, gezellige stad te zijn. Ik geniet van het window-shoppen. Op een pleintje laat een zangkoor de toeristen genieten van hun kunne en de terrasjes zitten dan ook vol. Iets verder staat het standbeeld van de dokter en zijn knecht, die als eerste de Mont-Blanc hebben overwonnen. Zij wijzen naar de top, die vandaag in de wolken ligt. We slenteren dan terug naar huis en nemen een douchke. Amber blijft vanavond thuis. Wij gaan eens lekker eten en vinden een klein restaurantje waar ze de specialiteit van Savoie opdienen. We bestellen Tartifllette, een gerecht met aardappelen, uien en Reblouchon. Het smaakt ons en we nemen nog een dessertje. René neemt kaas en ik iets zoets. Daarna kuieren we nog door de straatjes en dan gaat het richting mobilhome naar Amber. Zij is gelukkig ons te zien en René neemt haar nog eens mee naar buiten. Het was een heerlijke dag met een mooie rit door de bergen en als afsluiter een lekker etentje. Wat kan een mens nog meer verlangen.
03/07/2004 Na een rustdag zijn we weer blij om onze tocht verder te zetten. We dalen naar Lanslebourg-Mont-Cenis en nemen dan rechts de D 902. Het wordt vandaag een mooie rit door de Franse Alpen. De eerste hindernis is de Col de l'Iseran. Links van ons ligt het Parque National de la Vanoise met bergen boven de 3000 m. Het baantje naar de top is smal en bochtig. De zon schijnt maar hier boven is het toch koud en er ligt ook nog wat sneeuw. We staan dan ook op een hoogte van 2734m. Na een stop op de Col rijden we richting Val d'Isère. Het is een mooi Alpenstadje maar de prijzen zijn hier niet voor onze geldbeugel, dus rijden we verder naar Tignes aan het meer Lac de Chevril. Aan de overkant van het meer ligt Tignes, maar dat kan ons niet bekoren. Het is een van d vele moderne stadjes zoals er in de jaren 70-80 gebouwd werden om de grote toeloop van skieërs te kunnen ontvangen. De weg naar Bourg-St. Maurice langs de Isère daalt en zo komen we in de stad. We gaan boodschappen doen en met een voorraad voor enkele dagen rijden we verder door de Vallée des Chapieux. Het baantje is werkelijk smal en ik moet verschillende keren uitwijken, maar het zicht op bergen vergoed veel. We volgen de Tournant des Glaciers tot de Cormet de Roselend. Voor mij is het alsof we in Canada zitten, met de vele sparrenbossen en het water van de Barrage de Roselend. Het lijkt ons hier een goede plaats om te overnachten. We vinden een kleine parking en we krijgen nog enkele campers als geburen. We hebben een prachtig zicht op het stuwmeer en de bossen.
02/07/2004 Het is hier zo mooi dat we beslissen om hier een rustdag te nemen. We gaan wandelen rond het meer. Het heeft heel de nacht flink gewaaid en de zon heeft zich ook achter de wolken verstopt. We moeten onze jas aan doen maar een goede wandeling doet toch deugd. Amber ligt na de wandeling uitgeput op het bed te slapen. Wij kijken naar tv en genieten van een tasje koffie met een stukje taart, dat René gisteren bij de bakker in Italië gekocht heeft. Hm lekker. Morgen rijden we verder richting Mont Blanc.
01/07/2004 We rijden vandaag door een stukje Italië. Voorbij Montgenèvre, een bekend ski-oord rijden we Italië binnen. We nemen daar de S 24 langs de Dora Riparia. In Oulx laten we de Tunnel de Fréjus links liggen en nemen de S 335 naar Susa. Dan wordt het klimmen met een paarhaarspeld-bochten erbij. Plots duiken twee vrachtwagens op die zeer dicht tegen ons "plakken". Op een steil stuk steken ze mij voorbij. Ik ben blij dat ze weg zijn want die chauffeurs hebben echt geen tijd en jagen mij op. Ik rij liever rustig naar boven zodat ik de mobilhome niet moet forceren. In Susa nemen we de S 25 naar de Col du Mont Cenis. Deze plaats werd ons aanbevolen door een Franse campercollega. Inderdaad het is hier parchtig. We stijgen tot 2100 m en de bergen die ons omringen zijn allemaal boven de 3000 m. Aan het meer gekomen zoeken we een parking en voorbij het kerkje zien we een weg naar beneden waar we een parking vinden op het gras. Voor ons ligt het meer omringd door de hoge bergen. Het is hier zeker bekend want er staan een 20tal campers, vooral Italianen. Zij groeten ons hartelijk en vooral Amber wordt enthousiast onthaald."Bella, bella, bella" horen we van alle kanten roepen. Ze komen naar ons en willen allen weten hoe haar naam is en of ze haar mogen strelen. Ze laat hen rustig doen en vind bij hen ook een vriendje om mee te spelen. Het is een blonde labrador, die direkt op haar verliefd is en haar ook steeds naloopt. Tot haar genoegen want nu kan ze nog eens hard lopen. Ze gaan ook samen het water in. Ja, hier is het echt heerlijk voor ons allemaal.
30/06/2004 Ik vind in het boekje "Franse Alpen" van de ANWB serie "Actief en Anders" een wandeling in de bergen die hier in Guillestre begint. Het is een wandeling langs het bergriviertje, de Change en we lopen steeds in de bossen. Voor een warme dag zoals vandaag is het er heerlijk wandelen. Amber geniet van het frisse water en wij van de uitzichten die we soms krijgen op de omliggende bergen. Het is een wandeling van een 13 km en iets na de middag komen we terug aan de mobilhome. Na het eten vervolgen we onze route richting Col d'Izoard. Daarvoor rijden we langs de Combe du Queyras op de D 902 en door de Casse Déserte. De weg naar boven is bijzonder bochtig en steil, dus langzaam rijden. Aangekomen op de Col parkeren we ons en gaan ook eens kijken naar het mooie zicht op de hoge bergen, zoals de Pic de Rochebrunne die 3325 m hoog is. Daarna wordt het weer rustig dalen richting Briançon. Dit is de hoogst gelegen stad van Europa. We staan hier nu op een grote parking vlak naast het oude gedeelte van de stad. Dit gedeelte is een vesting gebouwd door Vauban, waar heb ik die naam nog al eens gelezen. De hoofdstraat is heel steil naar beneden en in het midden loopt nog een gootje zoals het vroeger in de Middeleeuwen. Er zijn mooie winkels die vooral de specialiteiten van de streek verkopen. We kopen enkele kaartjes om naar huis te sturen en vinden daar dan ook een vlaamse krant. We worden nu echt verwend. Het is de laatste dag van de maand en op de teller staan 10.129 km.
29-06-2004 We gaan vandaag een route nemen,welke zeker een belevenis zal worden. Het is de D 20 van Veynes richting N 85. Op de kaart is het een witte lijntje met groen naast. Het is inderdaad een smalle baan, maar we rijden hier wel alleen. De kloof is niet breed en we rijden op sommige plaatsen vlak naast de afgrond. Na dit korte stuk nemen we de N 85 en volgen de Durance op zijn weg naar het stuwmeer. Aan de Lac de Serre-Ponçon zoeken we een plaatsje en gaan wandelen. Amber maak natuurlijk van de gelegenheid gebruik om te zwemmen. Na de wandeling gaat het verder richting Guillestre. We komen het stadje binnen en in het centrum nemen we de afslag links steil naar boven om de Champ de Foire te bereiken. Hier is een speciale camperparking. René gaat naar de kapper en ik ga met Amber het stadje verkennen. Het is een druk toeristenplaatsje gelegen tussen het Parc Naturel du Queyras en het Parc Naturel des Ecrins. Na ons avondeten komen er nog verschillende campers bij staan. Zo we staan deze nacht toch niet alleen.
28/06/2004 De Mont Ventoux roept ons deze morgen uit ons bed. René gaat naar de bakker om een baguet en lekkere croissants. Het is al goed warm en we ontbijten dan ook met de deur open. Amber ligt in het gras te zonnen. Na het ontbijt ruim ik alles op en René neemt Amber mee voor een kleine wandeling. We vertrekken dan naar de bekende berg. We rijden terug naar Malaucène en daar nemen we de D 974. Van in het begin is het klimmen maar de mobilhome kan dat zeer goed aan. Er fietsen reeds vele toeristen naar boven. Daar er nog niemand naar beneden komt kan ik gerust links rijden en de fietsers veel plaats laten. We rijden door een desolate omgeving. Als we boven komen begrijpen we waarom het de Mont Ventoux noemt. Het waait hier en het is zelfs frisjes. We parkeren ons en genieten dan van het prachtige uitzicht, welke je hier hebt op de omgeving. Dan wordt het le "moment supréme" een bezoek aan het monument van Tom Simpson. Ik zat voor het tv-scherm toen hij op deze plaats in elkaar zakte. Het wordt dan ook een stil en ingetogen moment. Rustig naar beneden rijden is nu de boodschap. Het is al drukker op de baan en het wordt laveren tussen de fietsers en zelfs wandelaars. Heelhuids komen we beneden en nemen dan richting Vaison voorbij naar Nyons. Daar rijden we door de Gorges de Eygues, een mooie kloof en in Serres rijden we naar Aspres-s-Buéch, onze overnachtingsplaats. Ik vind daar een parking aan het station. We staan hier naast een groot grasveld en we kunnen hier dan ook buiten eten. Amber ligt weer in het gras te genieten. Het zal een rustig nacht worden.
27/06/2004 Gisterenavond hebben we een prachtig concert gekregen van de "cigalles" en vele kikkers. Het was prachtig. Daar kan ik uren naar luisteren. Nu gaan we vandaag het stadje zelf eens bezoeken. Het heeft een grote marktplein met vele terrasjes en restaurantjes. Ik ga wat inkopen doen bij een plaatselijke kruidenier, die vertelt dat het al van voor het voorjaar geleden is dat het geregend heeft. Daarom dat alles hier zo uitgedroogd is. In de krantenwinkel vinden we een vlaamse krant en die wordt op een terrasje met een verfrissend drankje erbij, helemaal uitgelezen. In de mobilhome aangekomen zet ik de airco op, want het is hier nu een broeikas. Laat ons hopen dat we deze nacht goed kunnen slapen.
26/06/2004 Het wordt vandaag zeker een mooie rit. We nemen de D 938 en rijden richting Mont Ventoux. Deze berg is vooral bij ons vlamingen bekent als bergrit uit de Tour, maar voor vele wielertoeristen een must om één keer in hun leven naar boven te rijden. We passeren Malaucène en rijden naar Vaison-la-Romaine. De Mont Ventoux moet nog maar wat wachten, want we willen eerst gaan wassen. Vlak naast de oude Romeinse opgravingen is een speciale camper parking. Hier staan al vele collega's en we zetten onze mobilhome erbij. Het toeristenbureau is hier rechtover en een adres van een laverie is vlug gegeven. Gepakt en gezakt gaan we er naartoe en naar een uurtje komen we met de propere was terug. Dan is het de beurt aan het stadje, vooral het oud gedeelte trekt ons aan. We wandelen door een winkelstraatje en komen zo aan de Pont Romaine. Dan is het rechts omhoog naar de oude huisjes. Dit gedeelte heeft gedurende een halve eeuw leeg gestaan en was dan ook vervallen. In 1950 hebben vooral de kunstenaars het stadje herontdek en sinsdien werd alles gerestaureerd en vinden we hier vele galeries, boetiekjes en vooral restaurantjes. Het is aangenaam wandelen door de smalle steile straatjes. Het zonnetje schijnt uitbundig en er is geen windje te bespeuren. We gaan hier een dagje langer blijven. Het is hier echt heerlijk.
25/06/2004 De weg leidt ons naar Carpentras, volgens de gids, de stad van de berlingot. Wat een berlingot ook mag zijn, we zoeken een parking en gaan ook deze stad bezoeken. Persoonlijk vind ik dat deze stad meer haar provençaals karakter heeft behouden dan Avignon. We gaan in het toeristenbureau een stadsplan halen en zetten ons op weg om deze stad degelijk de doorkruisen. In een uitstalraam van een bakker zie ik de beroemde berlingot liggen. Het blijkt een soort fruitsnoepje te zijn en ik vind ze ook wel lekker. We blijven langer in de stad dan gepland en we besluiten hier dan ook overnachten.
24/06/2004 Het is prachtig weer om eens door de stad te kuieren. Zoals we verwacht hadden is het een drukke stad, vooral rond de kathedraal en in de smalle winkelstraatjes. Het valt ons wel op dat de prijzen hier ook veel hoger zijn dan elders. We gaan beurtelings de kathedraal binnen en wandelen dan naar boven de Rocher de Doms op. Hier zijn mooie tuinen aangelegd en kun je de beroemde Pont St-Bénézet zien. Vanaf de heuvel heb je een beter zicht op de stad. Het weer is te mooi om gebouwen te bezichtigen en we beslissen om een wandeling rond de stad te maken. Op een parking zien we twee meisjes naast hun wagen staan met een boekje in hun hand. Ik heb direct door dat ze met een platte band staan. Ik heb medelijden met hen, ik zou ook hulpeloos staan kijken, en vraag aan René of hij de meisjes niet kan helpen. Als echte oud-scout wrijft hij over zijn hart en begint er aan. De beide meisjes zijn zo gelukkig en nodigen ons uit om s'avonds bij hun thuis iets te komen drinken. René bedankt hen maar zegt dat het niet hoeft. Na een handdruk en een zoen vertrekken ze dan en je ziet hoe blij ze zijn. Zo, nu heeft René zijn goede daad voor vandaag gedaan en ik beloon hem met een dikke zoen en een biertje op een terrasje. Dan gaat het terug richting mobilhome. Terwijl René de pataatjes schilt lees ik nog wat over de stad, maar het kan er mij toch niet toe verleiden om de gebouwen te bezoeken. Na het avondmaal wandelen we dan nog eens langs de Rhône en gaan dan slapen.
23/06/2004 Na een verkwikkende nachtrust en een goed lekker douchke vertrekken we naar Avignon. De stad, welke in 1305 werd verkozen als thuisbasis voor de pauzen. Clemens V werd de eerste paus, die hier met zijn hofhouding kwam wonen. Na hem kwam Joannes XXII, Benedictus XII, Clemens VI, Innocentius VI en Urbanus VI. Zij hebben in Avignon gezeteld tot in 1376. Toen besliste Gregoruis XI de pauselijke zetel terug in Rome te vestigen.We vinden een parking aan de overkant van de stad, naast de Rhône. We hebben zicht op de stad met de Notre Dams des Doms, het Petit Palais, het paleis Saint-Pierre en het stadhuis en de vele oude huisjes. Hier naast de rivier gaan we wandelen.Op de vele grasvelden zitten de vele mensen van de zon te genieten. We blijven hier nu overnachten en trekken morgen de stad in.
22/06/2004 Nu dat we hier water kunnen nemen gaan we de watertank uitkuisen met een speciaal product om de algen te doden. Dit moet nu tot morgen in de tank blijven en dan kunnen we alles terug vullen. René klopt de matten eens goed uit en ik neem de cockpit onderhanden. Zo noem ik het rijgedeelte van onze mobilhome. Het werk vlot goed want met alle vensters en de deur open is het gezellig poetsen. Na het middagmaal gaan we naar het stadje en eens naar de beroemde bron kijken. In de verte zien we rots met de ruïne van het kasteel. We komen aan de kern van het stadje dat alleen bestaat uit enkele drankgelegenheden en winkeltjes. Ook het museum met de beeldjes van "Santon" is hier aan het plein gelegen. Deze beeldjes werden vroeger alleen voor de kerststal gemaakt maar nu stellen ze een heel Provençaals dorp voor. De echte Santon wordt uit klei gemaakt en draagt de stempel van de vakbond van de Santonmakers. De echte beeldjes zijn dan ook zeer duur maar mooi. We wandelen dan links voor de rivier naar de bron. Overal staan de kraampjes met allerlei lekkers en vooral met de keramieke schalen. Ik koop een lekkere grote lolly met karamelsmaak. René moet met mij lachen want de lolly is zo groot dat hij niet in mijn mond kan. Dan is het licht naar boven stappen en we komen voorbij de molen waar nog papier op ambachtelijke wijze wordt gemaakt. Bij de bron de "Fontaine" genaamd zien we geen water meer over de grote rotsblokken stormen. Het is zelfs zo dat de vergaarbak maar half vol is. Deze "Fontaine" voedt altijd de lager gelegen Sorgue. Hoe diep de vergaarbak is weet niemand. Het diepste werd ooit door een cameradrager gemeten tot op 245 m en later implodeerde de camera tijdens een tweede poging. We wandelen rustig terug en gaan natuurlijk op een terras iets drinken. René stapt dan een kranten winkel binnen en hij komt buiten met een vlaamse krant. Aan de mobilhome gekomen zet René de stoeltjes buiten en zo genieten we nog van de rust en het zonnetje.
21/06/2004 Vandaag begint de lente en de zon heeft het geweten. Ze schijnt weer fel. Amber heeft hier gisterenavond een vriendje gevonden. Een blonde reu,Romeo, genaamd. Hij lag aan een lange lijn en zij ook. Zijn baasje heeft hem dan losgelaten en wij hebben haar dan ook naar hem laten lopen. Ze hebben gespeeld tot hij met zijn tong uit zijn bek op de grond lag. Amber integendeel ging hem nog uitdagen met een stok, maar wij vonden het dan welletjes en hebben haar mee binnen genomen. Deze morgen gaat René met haar buiten en ze kijkt direkt naar haar vriendje, maar alles was daar nog toe. We wandelen dan rustig naar Gordes. Van ver ligt het dorp als een sleep op de heuvel. Hoog op het plateau staan de kerk en het kasteel en de huisjes liggen als opgestapelt tegen de heuvel aan. Het zijn smalle straatjes met vele winkeltjes, hotels en restaurantjes. Het is er wel duurder dan in de andere dorpen, die we reeds aangedaan hebben. Het dorp laat echter niet zo een indruk na zoals je zou verwachten als je het van op een km ziet liggen. Iets teleurgesteld stappen we terug naar onze mobilhome. Het vriendje van Amber is reeds vertrokken wanneer we op de parking aankomen. Wij vertrekken ook richting Fontaine de Vaucluse. Hier is een grote camping-car parking met alle faceliteiten. Ik zet ons op een plaatske dicht tegen het water, want de parking ligt vlak naast de Sorgue. Zo kan Amber genieten van het frisse nat. Daarna ligt ze rustig te slapen en wij kijken naar de voetbal. Het is de match Zwitserland tegen Frankrijk.