Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
30-06-2005
Obidos met zijn middeleeuwse charme
30/06/2005 Obidos, een stadje dat in 1282 werd bezocht door koning Dinis I en bij deze het stadje schonk aan zijn jonge vrouw, Elisabeth van Portugal. Tot 1833 behoorde dit stadje tot het erfgoed van de Portugese vorstinnen. We staan nu aan de aquaduct iets buiten het stadje. René is Obidos al gaan verkennen. Ik ga wat slapen want de warmte begint meer en meer door te wegen. Op RPTI, de internationale zender van Portugal voorspellen ze een hittegolf.Dat worden dus temperaturen boven de 40°. Morgen ga ik mee. Beloofd.
29/06/2005 We nemen de N 242 naar de kust. Nazaré is vandaag onze stopplaats. Het is een badplaats met pittoreske huisjes, waarvoor vrouwkes in het zwart gekleed zitten te haken. Het is gekend om zijn traditionele klederdracht. De mannen dragen een hemd, een geruite broek en een lange wollen muts tot op hun schouders. De vrouwen dragen onder hun zwarte bovenkleding 7 onderrokken in verschillende kleuren. Het stadje is verdeeld in twee delen. Het onderste gedeelte, A Praia ligt aan het strand en het bovenste O Sitio op de rotsen. O Sitio kan men bereiken met de auto, te voet met de trap en met een kabelbaan. We staan op een speciale parking voor campers, maar voor je hier geraakt denk je dat het Parijs-Dakar is. Langs de smalle straatjes met de vele winkeltjes slenteren is hier een pretje. Ook de boulevard langs het strand is gezellig. Overal staan ze met plakaatjes om hun kamers aan de toeristen te verhuren. Ze leven hier dan ook vooral van het toerisme. De vissers varen nog uit, dat getuigd de vele vissen die te drogen liggen op houten kaders op het strand.
28/06/2005 Het einde van de maand is in zicht. Op de kilometerteller staat 6200 km. Wij hebben in 7 weken al wat gereden. We brengen een bezoek aan het klooster-paleis van Tomar. Dit is gebouwd door de Tempeliers van de 12de tot 14de eeuw. Toen werd de orde van de Tempeliers ontbonden en de Christusorde gesticht. Hun glorietijd was in het begin van de 15de eeuw met infante Hendrik de Zeevaarder als grootmeester van de orde. Hij rustte een vloot uit en verkende de Afrikaanse kusten rond de Kaap de Goede Hoop en bereikte Indië. Zo bracht hij veel rijkdom mee wat zich vertaald in de rijke versieringen in Manuel-stijl. Tomar is ook bekend voor zijn feesten. Vooral in het begin van juli trekken in het wit geklede meisjes dan door de straten met een "tabuleiro" op hun hoofd. Dit is een mand met een 30 tal broden op elkaar en versierd met papieren bloemen en korenaren. Deze toren weegt een 15 kg. en is soms bijna zo groot als de meisjes zelf. Wij zijn spijtig genoeg te vroeg en het is nog niet zeker of er dit jaar een stoet uitgaat. Dit wordt ieder jaar door de inwoners zelf beslist. We overnachten terug in Fatima.
27/06/2005 Joepie een "lavanderia" gevonden. Het is geen self-service maar alles kan gewassen worden en gestreken. Dat is nog gemakkelijk ook. We gaan nu naar het heiligdom. Het is helemaal anders dan in Lourdes. Het is hier veel kouder, onpersoonlijker. De boom waarop O.L.V. is verschenen is weg en er staat een kapel op die plaats. Daar rond hebben ze nog een moderne kerk gebouwd. De baseliek is wel mooi maar daarvoor ligt een enorm groot betonnen plein. We kopen enkele kaarsjes en steken ze aan voor een Mariabeeld. Dat doen we steeds voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik steek dan nog een kaarsje aan voor Kim, opdat haar pols beter zou genezen. Na het eten gaat René wandelen met Amber en ik kijk naar tennis. Op eurtosport geven ze eerst Hewitt, die wint en dan Kim. Ze speelt goed maar Davenport is sterker . Spijtig, ik heb anders wel goed gesupporterd. Ik leef zo mee met het spel dat ik niet kan blijven zitten en zwijgen. Als René terug is met Amber gaan we de was halen. Vanavond eten we paëlla, mmm lekker.
26/06/2005 Op weg naar Fatima komen we voorbij het klooster van Batalha. Het is een enorm groot complex. Men begon te bouwen in 1402 en in 1535 staakte men om zich te wijden aan de bouw van het Jerónimos-klooster in Lissabon. Het laatste gedeelte is dus niet afgewerkt en heeft geen dak. Op het plein voor de kathedraal staat het standbeeld van Johan van Avis, die zwoer dat hij een schitterende kerk voor Maria zou bouwen als hij de slag van Aljubarrota zou winnen en zo Portugal voor twee honderd jaar zou onafhankelijk maken.Na het bezoek aan het klooster vervolgen wij onze weg langs de N 356 naar Fatima. De eerste parking die we vinden is een grote stoffige bedoening. We gaan dus op zoek naar iets anders. We vinden dan een prachtige parking voor campers met de mogelijkheid om het toilet te reinigen en water te tanken. Ik zet de tv aan en hoor dat Kim zich geplaatst heeft voor de 8ste finale. Dus Hewitt en Kim zijn beiden door naar de 8ste finales. Mijne dag kan niet meer stuk.
25/06/2005 We gaan de Romeinse ruïnes van Conimbriga bezichtigen. Ze behoren tot de mooiste van het Iberisch schiereiland. In de ijzertijd was er reeds een Keltische nederzetting en de ruïnes die men nu kan zien horen bij een welvarende Romeinse stad uit de eerste eeuw na Chr. Er zijn verschillende villa's zoals de Casa de Cantaber en de Casa dos Repuxos. Ze hebben beiden hun eigen baden. Het verwarmings systeem en de verschillende loden buizen zijn zichtbaar. Er zijn vloermozaïeken met verschillende taferelen zoals de vier seizoenen, een jachttafereel en een vierspan. In een andere kamer ziet men een mozaïek met waadvogels, dolfijnen en zeedraken. We brengen ook een bezoek aan het muzeum waar de opgegraven keramiek en beelden bewaart worden. We blijven hier op de parking overnachten. Dat zal toch geen probleem zijn.
24/06/2005 We gaan naar het toeristenbureau en krijgen een kaart, er is maar 1 wasserette dus we zullen moeten gaan zoeken. De binnenstad is zeer mooi met wandelstraatje en vele winkeltjes. De oude stad ligt op de heuvel met de kathedraal en de universiteit, welke is ondergebracht in het voormalig koninklijk paleis. Wij gaan eerst op zoek naar de wasserette, ze is open maar we kunnen niet wassen vóór maandag. Het is vandaag vrijdag dus moeten we hier 3 dagen blijven. We beslissen daar niet op te wachten. We slenteren dan nog wat door de straatjes, wandelen over de Ponte de Santa Clara en gaan iets drinken op een terrasje naast het water. Het is hier gezellig zo onder de bomen. Je ziet dat deze stad leeft. We rijden dan maar door naar Figueira da Foz. We nemen de A 14 die door bossen loopt. Hier zien we wat het vuur kan aanrichten in een bos. Verleden jaar heeft het hier gebrand. De zwart geblakerde bomen en de afgebrande huizen zijn nog de enkele getuigen van de brand. Onderweg rijden we langs de burcht Montinor a Velho. Ik rij naar boven en zie dat er vele auto's geparkeerd staan. Boven gekomen zien we dat er een huwelijksinzegening plaats heeft en dat er geen doorkomen aan is. Dus terug achteruit en vanaf de grote baan kunnen we enkele foto's nemen van de burcht. Figueira da Foz ligt aan de monding van de Mondego. Aan de brede baai ligt een groot zandstrand en een mooie boulevard. Daarom is het ook een van de drukst bezochte badplaatsen van Portugal. We hopen hier een wasserette te vinden. Er is een "lavenderia" maar ze is gesloten wegens verlof. We overleggen met elkaar en besluiten naar Fatima te rijden. Daar komen toch ook veel toeristen en hoop doet leven zeggen ze.
23/06/2005 Het bos van Buçaco is geheel omheind door een stenen muur van 6 km. In het midden is een open plek waar een oud klooster staat, waar aan men begon te bouwen in de 6de eeuw, en een 5 sterren hotel, dat oorspronkelijk bedoeld was als jachtverblijf voor koning Karel van Portugal. Het is volledig gebouwd in Manuel-stijl. Door het bos lopen verschillende wandelroutes. Er staan werkelijk grote bomen zoals de Banga, de Banga Pina en vele sequoia's. In het klooster heeft de Duke van Wellington nog geslapen tijdens de oorlog tussen Engels-Portugese en Franse troepen. Na het middag eten rijden we naar Coimbra, een universiteitstad aan de Mondego. We gaan hier een wasserette zoeken. De studenten moeten ook wassen dus zullen we wel een vinden. We staan naast het Portugese Madurodam.
22/06/2005 Alle dorpjes die we voorbij rijden zijn versierd met bloemen en slingers. Op 23 juni is er overal feest "festa de Sao Joao" de naamdag van Johannes de Doper. We zijn langs de N 327 de kust gevolgd naar Aveiro en de praia da Barra. Hier zijn allemaal kleine vissersdorpjes met mooie stranden. Ook de bekende boten uit Aveiro ziet men liggen. Buiten het dorp Bara vinden we een grote zandvlakte naast het strand. Dit lijkt ons een goed plaatske. Nergens is er een auto te bespeuren. We draaien de luifel open en eten een boterhammetje. René gaat daarna buiten zitten met Amber en ik ga een uiltje vangen. Plots wordt er op de raam getikt en een agent staat voor ons. We mogen hier niet blijven staan door de feesten. De plaatsen worden voor de portugezen voorbehouden. We gaan maar niet in discutie en pakken alles in en vertrekken. Zo komen we voorbij Costa Nova, een vissersdorpje waarvan de huisjes geschilderd zijn gelijk koekjesdozen, vind ik toch. In Barra de Mira vinden we een ruïne van een huis. Dat lijkt ons een goede staanplaats. We gaan vandaag pizza eten en René stalt de oven uit. Zo heeft hij een privé keuken. Het is nog altijd zeer warm. Het schijnt dat het de warmste zomer is in Portugal sinds 60 jaar. Ik kan het geloven. Ik ondervind het zelf.
21/06/2005 We hebben ons weeral overslapen. Dat is niet zo erg maar heel de planning is nu in de war. We nemen de N 103 naar de kust. Daar rijden we Esposende binnen. Dit is een grote badstad en iets verder ligt de praia de Ofir, een mooi strand. We nemen dan de N13 langs de kust. Rijden wij voorbij een campergarage, en is ze nog gesloten ook. Dus draai ik terug in een industriepark en wat zie ik daar, een andere garage van Hymer. Dus gestopt, binnen gegaan, naar een luifel gevraagd, een luifel geplaatst en op een uurke terug op weg. Is dat een service of niet. Men zegt altijd als de nood het hoogst is is de redding nabij en dat blijkt nog waar te zijn ook. Nu rij ik weer gerust, ons Bieke zoals ik ze soms noem (of is het een hij, dan is het Louwieke)heeft terug een luifel. Maar dan komt Porto. We komen de stad binnen langs Matosinhos, een prachtig strand en heel druk. Je vind er geen plaatsje om te staan. Dan verder langs de praia in file voorbij het oude gedeelte van Porto. We rijden de beroemde Ponte Dom Luis I over. Dit is een gietijzeren brug ontworpen door Eifel himself en in elkaar gezet door een belgische firma genaamd Willebroeck. Het is een brug met twee delen, een onderbrug en een bovenbrug om de verschillede delen van Porto te verbinden over de Douro. Aan de overkant zijn de grootste Port huizen vertegenwoordigd. In de Douro liggen de "barcos rabelos" de boten die vroeger de Port in vaten naar de pakhuizen in Vila Nova de Gaia brachten. We rijden voorbij gezellige terrasjes en restaurantjes. We ruiken al het lekkers, dat ze klaar maken, want het is intussen al avond geworden. We vinden nergens een staanplaats en we rijden de straat uit tot we naar boven moeten rijden. Boven gekomen zien we aan onze rechterkant een carrefour. Joepie, wij de parking op. René gaat vlug wat brood, tomaatjes en wat vlees halen zodat hij niet hoeft te koken. Ik geef hem volmondig gelijk. Ik zet de camper op een goed plaatsje want we gaan eerst eten. Ons plan is om hier te blijven staan en morgen iets anders te zoeken opdat we Porto te voet kunnen ontdekken. Maar noppes, een veiligheidsagent komt zeggen dat we weg moeten. Jammer, dan maar verder rijden. We rijden naar Espinho voorbij een zigeunerkamp, met parking maar René vindt het hier niet veilig. Enkele kilometers verder een parking. We zien een woning en René gaat vragen of we mogen blijven staan. Het is een golfclub. Iedereen is er opgetut en René komt er binnen in short. Toch zijn ze vriendelijk en spreken hem in het frans aan. We mogen blijven staan maar het is er niet veilig. Als zij een feestje hebben nemen ze enkele veiligheidsagenten in dienst. Wij weg natuurlijk, richting Espinho. Daar binnen gereden achter de vuilkar en op goed geluk een straatje in. Daar is een grote parking. Dit is de eerste keer dat we zo laat,want het is al 23 h, op een plaats staan. Ik zet toch nog de tv. aan en hoor dan dat Henin verloren heeft van Danillidou en dat ons Kim een nieuwe vriend heeft. Dat gaat goed komen, ik voel het aan mijne kleine teen.
20/06/2005 Het is me een dagje wel. Na een goede nachtrust en een lekker ontbijt gaan we op zoek naar proviand. In Amarente zien we een bord Intermarché staan . Daar kunnen we onze inkopen doen voor enkele dagen. Maar dan, uit de stad rijkden. Het is niet gewoon de weg terug want dat is een enkelrichting straat. Aan een rond punt rijden we rechts een straatje in. Een 20 m. verder zien we dat het beneden maar 1.80 m. breed is. Dus achteruit naar boven . Gelukkig komt er een Portugees naar buiten en roept ons in het Engels toe dat we verder naar boven moeten rijden en dan links steil naar beneden in eerste en direkt terug links. Het water staat in mijn handen. De man loopt met ons mee en vraagt waar we naartoe willen en wijst ons de weg. Er zijn nog vriendelijke mensen hé. Door Braga rijden gaat vlot. Het wordt het Rome van Portugal genoemd. Er staan meer dan 30 kerken in de stad, maar Bom Jesus do Monte is de bedevaardsplaats. We moeten daar voor wel een bochtig baantje nemen maar het loont de moeite. Op de parking naast de kabelbaan staan we nu, naast een drankkraam. De kabelbaan overbrugt een hoogte van 116 m. Wij gaan de trappen naar boven nemen. Het zijn er welgeteld 586 stuks. Dat kan tellen hé. Onderaan staat de Fontein van de Vijf Wonden. Voor Amber is dat een geschenk uit de hemel. Ze draait en keert in het water en je ziet aan haar snuitje dat ze gelukkig is. De andere toeristen kijken lachtend toe. Boven hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. Zoals Amber hebben wij ook dorst en zoeken een terrasje. Na een fris glasje bier dalen we weer af. Het kraampje is open en René gaat iets drinken en brengt mij een rood Portotje. Ik geniet. Eurosport geeft de eerste speeldag uit Wimbeldon en Hewitt moet spelen tegen Olivier Rochus. Lleyton wint met 3 sets. Kim moet later spelen. De dag is slecht begonnen maar is goed geeindigd.
19/06/2005 Het is nog warm. Veel te warm om in de stad te blijven. We rijden dus terug naar de kust. We nemen de E 82, dit is een mooie brede baan. Dat doet eens deugd, want anders zijn het putten met asfalt rond. Het is rustig op de baan want het is zondag. In Mirandela gaan we op zoek naar een bakker want ons brood is op en onze bloem ook. In een piepklein winkeltje vindt René wat hij nodig heeft en ik zoek dan een rustig koel plekje om te eten. Aan de oever van een beekje staan reeds verschillende auto's maar ik vind nog een plaatske. Zo nu kunnen we de innerlijk mens spijzen en wat rusten. We vervolgen onze weg en gaan op zoek naar Solar de Mateus. Dit is het landhuis dat zijn naam gegeven heeft aan de beroemde "Mateus Rosé". We rijden er voorbij en zien dat er veel volk is. Ik heb niet veel goesting om in die warmte in de rij te staan. We passeren Vila Real en enkele kilometers verder rijden we op de Alto do Espinho naar de parador. De parking is reeds volzet. Spijtig want hier heeft men een prachtig zicht op de omgeving. We moeten opzij gaan staan want een groepje renners met Portugese zwaantjes komen naar boven. We hebben veel beziens, want onze nummerplaat kennen ze hier niet. Ze staan altijd versteld als we zeggen dat we uit België komen. Op dit baantje rijden we Gondor binnen en vinden een overnachtingsplaats. Hier stoppen we voor vandaag.
18/06/2005 We zijn vanmorgen weer met veel moed vertrokken. We willen naar de warme waterbronnen van Chaves. De romeinen hadden hier in de eerste eeuw na Chr. reeds een nederzetting rond de bronnen. Het werd dan ook een belangrijk verkeersknooppunt op weg van Braga naar Rome. De romeinen vonden de bronnen maar wij niet. Volgens het eerder geraadpleegd boekje is er een parking naast het kuuroord waar de campers een sanitaire stop kunnen maken en water lozen en tanken. We zien verschillende wegwijzers naar de bronnen maar dichter bij het centrum zijn ze verdwenen. We nemen al de wegen van het centrum naar buiten toe maar behalve enkele mooie straatjes komen we iedere keer in the middle of now where uit. We rijden zelfs een straatje in waar René de spiegels naar binnen moet klappen. Dus daar gaan onze warm waterbronnen en we rijden verder naar Bragança. Onderweg gaan we diesel tanken en vragen aan de eigenaar of we ook water mogen nemen. Heel vriendelijk wijst hij René het kraantje en laat ons alles vullen. We nemen niet alleen water voor de tank, maar we vullen ook altijd enkele flessen. Die dienen dan om koffie te maken en te koken. Ook Amber lust het water uit de tank niet en zij krijgt dan ook flessenwater. We gaan betalen en geven hem 2 euro voor het water. Hij weigert die maar onze leuze is wij betalen voor alles ook voor water. We zijn al heel gelukkig dat we die kans hebben aan een tankstation. Na ons komen misschien nog campers en dan zal men meer geneigd zijn dit toe te staan. We rijden verder langs de N 103. Anders dan de letter doet vermoeden is het een smal kronkelig baantje. Door de aanhoudende warmte ben ik vlug moe en in het dorp Vinhâis stoppen we aan een parking in de schaduw van de bomen. Het is vandaag weer 38° . We gaan beiden overleggen wat we gaan doen. In het binnenland blijven zoals we geplant hadden of terug naar de kust rijden. We zullen zien.
17/06/2005 De dag begint goed René bakt pannekoekjes. Als we zonder brood zitten eten we dat als ontbijt, zoals in de 5 sterren hotels. We rijden terug de grens over de N 101 op naar Arcos. We staan weer vast voor de werken. Ik schat mijn breedte slecht in en heb meer aandacht voor de put voor mij, ik raak dan ook een vrachtwagen. Het is met de luifel die een deuk krijgt. Aan de vrachtwagen is gelukkig niets aan. Iets verder stop ik en ga de schade eens goed bekijken. Het is erger dan ik dacht. Heel het draaisysteem is stuk en de luifel hangt een stukje open. René kan het enkel herstellen met er een touw rond te binden. Ik ben kwaad op mezelf, maar ja het is gebeurt. René troost mij met te zeggen dat het nog niet zo erg is maar toch... We rijden dan langs de N 201 richting Braga. Die stad gaan we op de terugweg bezoeken. We nemen de N 103. Ik zie een wegwijzer naar Vieira do Minho en René vindt er een klein winkeltje waar hij aardappelen en brood kan kopen. Ik moet hem afzetten en rond rijden want er is geen plaats. Ik kies op de gps de weg naar Chaves. In een helder moment vindt hij de baan. En wat voor een baan. Hij zoekt gewoonlijk de kortste weg en dat brengt ons in heel mooie gebieden maar ook soms in moeilijkheden. Dit was zo iets. Eerst mooie asfalt dan smaller dan niet breder dan camper. Onderweg staat een nederlander met een kleine camper. De stoeltjes en tafel buiten en rustig een boekje aan het lezen. Ge vraagt je af of hij ook een gps heeft. In ieder geval we komen maar 1 auto tegen, gelukkig op een plaats waar hij kan uitwijken. Verder gaat de baan over in grint en zo rijden we de berg over. De camper schut en kreunt maar hij doet zijn best. Na een paar kilometer rijden we terug op asfalt en komen weer uit op de N 103. We passeren de Baragem do Alto Rabagao, een stuwmeer maar nergens de mogelijkheid om te overnachten. In Gralhos aan een kerkje langs de weg hebben we geluk. Het kerkje is nog niet zo lang geleden gebouwd en er is een grote parking en plaats voor bbq aan. Hier kunnen we blijven overnachten.
15/06/2005 Het is hier mooi en heet. Gisteren was het wat bewolkt maar vandaag is het terug warm. We gaan vandaag van Citadelhe naar Ermelo, Soajo naar Mezio. We rijden langs hele kleine dorpjes, met traditionele huisjes. De weg is smal, kronkelig en stijgt met 12%, maar het uitzicht is prachtig. De dorpjes bestaan dikwijls uit maar enkele huisjes. We stoppen in Mezio, aan het ontmoetingscentrum. Vandaar kan men een wandeling maken door de bossen. We wandelen langs een beekje, dat door Amber wordt gekeurd en goed bevonden. Hier vinden we ook enkele menhirs en dollmen van ca. 3000 v. Chr. We zoeken een drankgelegenheid maar er is niets te vinden. Dan maar ingestapt en verder naar Arcos de Valderez. Hier zijn ze de baan aan het herstellen. Ze hebben de baan helemaal uitgegraven en ik moet bijna 15cm lager rijden. Het is hier echt rot om te rijden. Buiten Arcos rijden we de N 101 op terug richting Spanje. We komen voorbij het Palácio da Brejoeira, een 19de eeuwse kopie van het Palácio da Ajuda uit Lissabon. Aan de overkant van de ingang liggen de wijngaarden welke volgens kenners de beste en duurste "vinho verde" voorbrengt. We naderen het stadje Monçao. Daar wordt een feest geviert en heel de omgeving is er bij. Het stadje staat vol auto's, en hier wordt tot mijn spijt ook geparkeerd zoals in Spanje. Na een slalom kom ik aan het treinstation uit. Er is geen keren aan en ik moet een zandweg op naar beneden. Oef dat hebben we ook weer gehad. Nergens is een plaatske voor ons te vinden en we rijden dan de grens terug over. In Salvatierra de Mino vinden we een grote parking tussen de bomen. Het is nog altijd heet. Vandaag stijgt de thermometer naar de 38°. Het wordt met de dag warmer. Ik heb veel last van de warmte, René gelukkig niet. Amber gaat ook in de zon liggen en ik blijf lekker binnen en zet de airco aan. We gaan een lekker varkenslapje met gestoofde groentjes eten. Het vlees is hier heel lekker en het stuk dat je in de pan legt komt er even groot uit. Ze snijden de lapjes alleen heel dun en als René een dikker sneetje vraagt begrijpen ze dat dikwijls niet, maar wij vinden dat beter. Dus smakelijk en tot morgen logboek.
14/06/2005 We steken de grens naar Portugal over in Tui. We nemen de autopista en komen in Valença do Minho uit. We nemen de N 13 en rijden zo langs de Rio Minho tot de kust. Wat voor wegen hebben ze hier. Ze lijken op zwitserse kaas. Ja hier is nog veel werk te doen. In Viana do Castelo doen we boodschappen en tot onze verrassing is het hier goedkoop. Je vindt hier vele soorten vis,vooral bacalhau onze stokvis en vlees. Vandaar de 202 op naar Ponte de Lima en ponte de Barca. Volgens onze camperboek is er een camperparking in Entre-Ambios-do-Rios aan de oever van de rivier. Dus wij op zoek. Rechts van ons ligt het dorp en links de rivier. Dus sla ik links af en we komen de bossen in. Ik rij rechtdoor en plots loopt de baan in het water. Er staat een visser die ons met grote ogen aankijk. Hij denkt ook wat komen die hier doen. Dus moet ik draaien op een breedte van 4 à 5 m. Met een camper van 6 m. is dat dus niet simpel, maar het lukt mij na verschillende keren vooruit en achteruit te rijden. Zo ver staan we dan. Het wordt avond en we staan graag op ons overnachtingsplaats voor het echt donker is. We rijden verder richting Lindoso en onderweg vinden we een grote parking. Ze ligt wel langs de baan maar er is toch niets beter. Ik parkeer ons zo ver mogelijk van de straat weg. De omgeving is anders prachtig. We zien de Minho liggen ingegraven in de bergen. Aan de overkant ligt het Parque Nacional da Peneda-Gerês. Daar gaan we morgen heen.
13/06/2005 Er loopt een tolweggetje naar de top van de Monte San Tecla. Wij wandelen liever door de bossen naar boven. Er is een wandelweg aangelegd en het is toch niet ver.Eerst komen we voorbij een gerestaureerde Keltische nederzetting uit de 6de eeuw voor Christus. Daarna een kruisweg en een mooi kerkje. Hier is ook een altaar om buiten een H. Mis te celebreren. Van hier zie je de Mino, de rivier die de grens vormt tussen Spanje en Portugal. We zien dus van hier Portugal liggen.We kijken nieuwsgierig naar de overkant. Dat is voor morgen. Vandaag nog hier in A Guardia rondsnuffelen en dan....
12/06/2005 e stad Vigo is meer een havenstad. We zijn op zoek naar de oesterskraampjes, maar daar het zondag is, is alles gesloten. We hebben pech. We rijden dan maar verder het laatste stuk van de Atlantische kust af. Het is hier stil, weinig bewoond en veel vlakker dan de kust in het noorden.We staan nu in de haven van A Guardia. De vissers laten ons rustig staan. Ze zijn vriendelijk maar wel zeer teruggetrokken. We gaan inkopen doen en dan vroeg slapen.
11/06/2005 nze volgende halte is de stad Pontevedra, die een roemrijke geschiedenis heeft dankzij de scheepvaart. Men beweert dat hier de Santa Maria, het schip van Colombus gebouwd is. Het heeft een oud kern met smalle straatjes en heel veel pleintjes. Vooral de Plaza da Lena loont de moeite, met zijn huisjes met groen geverfde ramen en deuren. Natuurlijk ook vele kerken, iets wat hier in Spanje veel voorkomt. We vervolgen onze weg en stoppen aan de baai van Aldan, waar we een plaatsje vinden aan de zee. Er hangt weer wat nevel en men heeft de indruk dat een spaanse armada op de zee drijft, maar het zijn feitelijk de vele oesterbakken met hun lekkernijen die daar drijven. Morgen rijden we naar Vigo, de oesterstad zo als men zegt.
10/06/2005 Op de C550 volgen we de kustlijn naar het zuiden. Langs kleine dorpjes en grillige rotsen rijden we naar Ribeira, waar we boodschappen doen, en zo langs Padron,Vilagarcia de Arousa en houden halt op het schiereilandje met als stadje O Grove. Het is zeker bekend in Portugal want het krioelt hier van de Portugezen. We staan hier met 8 campers, waarvan 7 Portugezen. Ja,Belgen zul je hier niet veel vinden. Af en toe een Nederlander met een caravan en uitzondelijk een Belgische auto. Ondanks de schoonheid van de natuur is dit een weinig bekende streek. We gaan een wandelingske doen langs de bekende Paseo Maritime en laten Amber zwemmen. Ook een terrasje hoort er bij en ik drink een plaatselijk wijntje; hmmmm lekker.