Bosbouw
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De naam bosbouw is het beheer van het bos in het algemeen. De bosbegroeiing, bestaande uit bomen en daaronder de planten en struiken. Deze begroeiing wordt vermeld als strooisellaag, kruidlaag, struiklaag en bomenlaag.
Vroeger had een bos een andere betekenis. Het was een rijke bron van allerhande dingen, die door de mens werden geëxploiteerd, om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het hout voor woonst en verwarming, het wild en vissen samen met vruchten en bessen, voor voeding.
Nu in onze moderne tijd, is natuurontwikkeling een vrij jong verschijnsel. De invloed van de mens heeft vele soorten zowel van planten als dieren, ingrijpend gewijzigd.
De bomen bleven hun houtopbrengst en hun kwaliteit tot op heden ongeveer behouden. In de bosbouw wordt echter momenteel meer gekeken naar de opbrengst. Daarom worden dikwijls snelgroeiende types aangeplant en spreekt men van een productiebos.
In onze lage landen, komen verschillende soorten bossen voor. Er zijn natuurlijke bossen en er zijn productiebossen. Er wordt eveneens een onderscheid gemaakt in, bomen groeiend op zuurstofarme veengrond, zandgrond of zware kleigrond en alle varianten daartussen.
Broekbossen, zoals er een achter ons woonst, de kapelanij, in de Ooidonkdreef te Bachte Maria Leerne, ligt, is ontsproten uit vochtige, kleiachtige grond. Lage plantengroei, struiken allerhande, wilgen en populieren hebben er de bovenhand.
Naaldbossen zijn arm aan ondergroeiende plantensoorten. De grootste oorzaak is, dat de afgevallen naalden, een zure grond veroorzaken zodat een armtierige plantengroei ontstaat. Varens en mossen kunnen er wel min of meer gedijen.
|