"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 3
"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 4
Metalen ophaalbrug "Astene sas" Op de achtergrond het sashuis met museum.
Storm over Ooidonk, een eeuwenoude beuk heeft het niet overleefd.Ons Silvie poseert op de sokkel van het slachtoffer.
Nog een beuk die gesneuveld is, gelukkig viel hij niet op de "tempel"
Ruiselede tot Leerne
400 jaar genealogische en demografische omschrijving
19-03-2006
Bosbeheer
De bosbouw is het beheer van bos als natuurlijke hulpbron. De bosbouw is gericht op bosteeltsystemen ten behoeve van de houtproductie. Natuurlijk is het ook mogelijk om in houtproductiebossen te recreëren. Maar veel bosteeltkundig beheerde bossen zijn veel armer aan soorten en eenvormiger van structuur. De biodiversiteit is dan ook beter gediend met bossen zònder bosteeltkundig beheer. Tegenwoordig geldt dat een half dood bos een levendiger bos is, omdat op en in het dode materiaal talloze organismen leven. In bosteeltkundig beheerde bossen worden veel omgewaaide en dode bomen uit het bos verwijderd. Maar uiteraard verdwijnen er ook levende bomen uit bosteeltkundig beheerde bossen. Anders is immers houtproductie niet mogelijk.
Vader Valère had de basis van een bosbouwkundige opleiding. Hij zag het dan ook als een plicht voor zijn werkgever op het domein Ooidonk en tevens als een zorg dat het bos kon voortbestaan door alwaar geveld werd, nieuwe aanplantingen gebeurden met kennis van zaken.
Daarbij maakte hij keuze uit verscheidene soorten bomen, had inzicht in de soort grond, bekeek de lichtinval en de overwegende windrichting enz.
De verkopen werden georganiseerd, de aankoop van nieuw plantgoed werd gedaan.
Er werd toezicht uitgeoefend op het kappen en het wegvoeren van verkochte bomen en vervolgens toezichtop de verkoop en weghalen van het slaghout.
Verder moesten zieke bomen herkend worden, gemerkt en gekapt. Jonge heraangeplante boompjes moesten beschermd worden tegen knaagdieren en in een later stadium, degelijk gesnoeid worden
De opzichter moet notities hebben van biologie, wiskunde,economie en daarnaast inzicht in de bodemkunde, scheikunde, meteorologie, technologie en kennis van het recht.
Vanzelfsprekend kwam er ook bij dat hij goede kennis had van de jacht, jachtrecht, natuurbescherming,verdelging van schadelijke dieren en andere organismen en een beetje planologie.
Boswachters werden aangesteld om te bereiken dat er aan bepaalde voorwaarden werd voldaan om te kappen of nog beter dat er eisen waren om bomen te rooien en te verkopen en nieuwe aanplantingen te doen;
-omloopstijd = vaststellen van de leeftijd van de in aanmerking komende bomen voor het vellen
-rekening houden met de houtsoorten want niet alle soorten groeien goed en even snel in deze of gene grond
-het product moet marktwaarde krijgen (vb. populieren zijn kaprijp na 25 jaar in gunstige omstandigheden en hebben de afmetingen van een eik die reeds 150 jaar of ouder is
Vader sprak over het bos in het algemeen als een van de waardevolste vegetaties die in de natuur bestonden.
Het bos is meestal beinvloed door de mensen omdat de bomen die er groeien moeten opbrengen omdat zij er aangeplant zijn om dit te verwezenlijken of bomen worden er geplant om zelf iets te realiseren zoals de bodem droger maken door aanplant van populieren bv.
Hij vertelde mij dat veel vroeger de bossen meestal bestonden uit naaldbomen zoals sparren dennen en lorken. Dat tegenwoordig de bossen in onze streken meestal bestaan uit loofbomen zoals eiken, beuken en populieren enz. Verder zij hij dat het bos grotendeels in stand werd gehouden door de edelen die deze gebieden beschermden om hun jachtpartijen te kunnen laten doorgaan.
De naam bosbouw is het beheer van het bos in het algemeen. De bosbegroeiing, bestaande uit bomen en daaronder de planten en struiken. Deze begroeiing wordt vermeld als strooisellaag, kruidlaag, struiklaag en bomenlaag.
Vroeger had een bos een andere betekenis. Het was een rijke bron van allerhande dingen, die door de mens werden geëxploiteerd, om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het hout voor woonst en verwarming, het wild en vissen samen met vruchten en bessen, voor voeding.
Nu in onze moderne tijd, is natuurontwikkeling een vrij jong verschijnsel. De invloed van de mens heeft vele soorten zowel van planten als dieren, ingrijpend gewijzigd.
De bomen bleven hun houtopbrengst en hun kwaliteit tot op heden ongeveer behouden. In de bosbouw wordt echter momenteel meer gekeken naar de opbrengst. Daarom worden dikwijls snelgroeiende types aangeplant en spreekt men van een productiebos.
In onze lage landen, komen verschillende soorten bossen voor. Er zijn natuurlijke bossen en er zijn productiebossen. Er wordt eveneens een onderscheid gemaakt in, bomen groeiend op zuurstofarmeveengrond, zandgrond ofzware kleigrond en alle varianten daartussen.
Broekbossen, zoals er een achter ons woonst, de kapelanij, in de Ooidonkdreef te Bachte Maria Leerne, ligt, is ontsproten uit vochtige, kleiachtige grond. Lage plantengroei, struiken allerhande, wilgen en populieren hebben er de bovenhand.
Naaldbossen zijn arm aan ondergroeiende plantensoorten. De grootste oorzaak is, dat de afgevallen naalden, een zure grond veroorzaken zodat een armtierige plantengroei ontstaat. Varens en mossen kunnen er wel min of meer gedijen.
Vrijdagmorgen 10 maart 2006, vertrokken we met de wagen, voor een weekend naar Monchau.
De weg daarnaartoe is gemakkelijk. E40 Brussel, ring rond Brussel, E40 Luik en Aken.
Uitrit Eupen. Vervolgens door de Hoge Venen via het prachtige Hertogenwald naar Monchau.
We zitten in een weelderige sneeuwbui en rijden voorzichtig.
Net over de grens ligt op 450 meter hoogte het idyllische Monchau in het kronkelige Laufendal.
Het pittoreske Eifelstadje ligt aan de rivier Laufenbach. Monchau is ontstaan in 1205 toen een klooster voor nonnetjes werd gesticht. Rond 1217 werd een burcht gebouwd. In 1366 werd Monchau een stad.
De regio van de groene Eifel kan je van daaruit verkennen.
Bij aankomst herkennen we onmiddellijk enkele punten van vroeger bezoek aan Monchau.
We rijden aan een slakkengangetje door het stadje. We stoppen even op de centrale brug en stappen uit. We zijn nog even te vroeg voor in te checken in het hotel. We wandelen wat rond en drinken een koffie in een typische herberg. Na een laatste blik op het weelderig houtsnijwerk in de wanden en het plafond verlaten we de zaak. We rijden naar het hotel Carat dat even buiten het centrum ligt.
Het hotel is modern ingericht en bestaat uit twee aaneengeschakelde delen. Er zijn 99 kamers.
Aan de balie vernemen we dat we een kamer mogen betrekken op het 6° verdiep maar dat de lift defect is.
We besluiten ons valies voorlopig in de wagen te laten wegens rugproblemen. Het is een degelijke kamer met de kleine onvolkomendheden, zoals wat vlekken op het vasttapijt, silicone die hier en daar wat zwart is geworden rond het bad, een aangebroken grote fles cola in het kleine frigootje.
Monchau, wordt de parel van de Eifel genoemd. Het is een prachtige stad om te flaneren. De sfeer is zeer aangenaam voor iemand die er even tussenuit wil.
Vroeger waren hier vulkanen actief in de Eifel. De steden Daun en Gerolstein getuigen nog van deze activiteiten. Later nog meer over Daun en Gerolstein.
In Monchau, dwaal je door smalle en soms steile straatjes, bezoek je gezellige restaurantjes, flaneer je over menigvuldige bruggetjes en bewonder je de vakwerkhuizen uit verschillende perioden. Je bezoekt er als bezienswaardigheid, de mosterdmolen, het klooster. Het beroemde 18° eeuws Rode Huis.
Het "Leerns" is een speciale taal! Als jonge broekventjes, visten we in de "koale" (Kalebeek) die onder de Blauwe poort in de Ooidonkdreef loopt, op stekelbaarsjes. Probeer dit eens te lezen en te begrijpen. Hier de foto genomen van de Kalebeek stroomopwaarts naar het westen.