De bosbouw is het beheer van bos als natuurlijke hulpbron. De bosbouw is gericht op bosteeltsystemen ten behoeve van de houtproductie. Natuurlijk is het ook mogelijk om in houtproductiebossen te recreëren. Maar veel bosteeltkundig beheerde bossen zijn veel armer aan soorten en eenvormiger van structuur. De biodiversiteit is dan ook beter gediend met bossen zònder bosteeltkundig beheer. Tegenwoordig geldt dat een half dood bos een levendiger bos is, omdat op en in het dode materiaal talloze organismen leven. In bosteeltkundig beheerde bossen worden veel omgewaaide en dode bomen uit het bos verwijderd. Maar uiteraard verdwijnen er ook levende bomen uit bosteeltkundig beheerde bossen. Anders is immers houtproductie niet mogelijk.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vader Valère had de basis van een bosbouwkundige opleiding. Hij zag het dan ook als een plicht voor zijn werkgever op het domein Ooidonk en tevens als een zorg dat het bos kon voortbestaan door alwaar geveld werd, nieuwe aanplantingen gebeurden met kennis van zaken.
Daarbij maakte hij keuze uit verscheidene soorten bomen, had inzicht in de soort grond, bekeek de lichtinval en de overwegende windrichting enz.
De verkopen werden georganiseerd, de aankoop van nieuw plantgoed werd gedaan.
Er werd toezicht uitgeoefend op het kappen en het wegvoeren van verkochte bomen en vervolgens toezicht op de verkoop en weghalen van het slaghout.
Verder moesten zieke bomen herkend worden, gemerkt en gekapt. Jonge heraangeplante boompjes moesten beschermd worden tegen knaagdieren en in een later stadium, degelijk gesnoeid worden
De opzichter moet notities hebben van biologie, wiskunde,economie en daarnaast inzicht in de bodemkunde, scheikunde, meteorologie, technologie en kennis van het recht.
Vanzelfsprekend kwam er ook bij dat hij goede kennis had van de jacht, jachtrecht, natuurbescherming,verdelging van schadelijke dieren en andere organismen en een beetje planologie.
|