"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 3
"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 4
Metalen ophaalbrug "Astene sas" Op de achtergrond het sashuis met museum.
Storm over Ooidonk, een eeuwenoude beuk heeft het niet overleefd.Ons Silvie poseert op de sokkel van het slachtoffer.
Nog een beuk die gesneuveld is, gelukkig viel hij niet op de "tempel"
Ruiselede tot Leerne
400 jaar genealogische en demografische omschrijving
22-01-2006
Jachtwachter - 1880
19 november 1880
Originele akte van aanstelling; recto;
Le soussigné Monsieur Henri Marie Baron tKint de Roodenbeke, sénateur domicilié à son château d Oydonck situé à Bachte Maria Leerne déclare nommer comme garde-champêtre, garde-bois, garde-chasse et garde pêche pour ses propriétés quil possède ou quil acquerra dans la suite dans susdite commune de Bachte Maria Leerne.
Charles Louis Van de Reviere, garde-bois demeurant à Lootenhulle (tranféré son domicile à Bachte Maria Leerne) lequel sera chargé de veiller à la conservation de toutes ses susdites propriétés.
Surtout des bois et des eaux, même des eaux dans le sousigné deviendrait fermier de la pêche.
Et il tiendra la main à ce quon ny chasse et ny pêche pas sans permission.
Lautorisant à dresser proces-verbal de toutes contraventions et à poursuivre les délinquants et contrevenants par toute voie de droit en se conformant aux bois et règlements sur la matière.
Délivré au château dOydonck à Bachte Maria Leerne le 11 novembre 1800 quatre vingt.
get. tKint de Roodenbeke
Vervolgens;
Agréé en qualité de garde champêtre (onleesbaar woord) par nous Commissaire de larrondissement de Gand Eecloo.
Gand le 19 novembre 1880 get.
Vervolgens;
N° 1226/177 Vu et agréé par nous, soussigné Garde-general des eaux et forêts pour les deux flandres à Gentbrugge le 4 décembre 1880get. Vanderheijden
Deze rectozijde tweemaal afgestempeld.
Versozijde;
N° 22 Vu et agréé par nous, Gouverneur de la province de la Flandre Orientale, Monsieur le Procureur du Roi près le tribunal de 1° Instance à Gand entendu.
Gand, le 7 décembre 1880
Vervolgens;
Enrégistré sans renvoi à Deynze le treize Janvier 1800 quatre vingt un vol. 44 f. 402-04
Vervolgens;
Ter openbare zitting van het Vredegerecht des kantons Deynze van de zestienden Januari 1881 heeft Charles Louis Van de Reviere in voorenstaande commune gekwalificeerd in handen van den Heer Vrederechter den bij de wet voorziene eed afgelegd. get.
Henri tKint de Roodenbeke had vele hectaren grond en bossen in Lotenhulle en Bellem en stelde mijn overgrootvader als jachtwachter aan.
Aanstelling van overgrootvader Charles Louis Van De Reviere (1846-1910) als veldwachter boswachter jachtwachter en (garde pêche) in Lotenhulle en Bellem.
Recto;
Le soussigné Monsieur Henri Marie Baron t Kint de Roodenbeke, propriétaire senateur demerant au château d Oydonck à Bachte Maria Leerne déclare par les présentes nommer et constituer le sieur Van De Reviere Charles Louis âgé de trente et un ans, garde demeurant à Lotenhulle pour exercer les fonctions de garde champêtre, garde bois, garde chasse et garde pêche sur les terres prairies, eaux et bois sis dans les communes de Lotenhulle et Bellem ou le soussigné a acquis ou acquerra dans la suite des droits de propriété ou d usage de chasse ou de pêche, l autorisant à dresser prôces verbal de toute contravention et à poursuivre par voie de droits les délinquants et charge par lui de prêter le serment requis et de se conformes aux lois et règlements de la matière.
Bachte Maria Leerne 18 Mai 1877 get.
Kantschrift; N° 237 enregistré en role sans temoins à Gand le dixneuf Juillet 1877 vol.144 fol.33 (Gezegeld en afgestempeld)
Verso;
Agréé par nous Commissaire de l arrondissement de Gand Eecloo
Gand, le 19 juillet 1877 (naam onleesbaar)
Vervolgens; Le garde général des Eaux et Fôrèts pour les Flandres estime qu il y a bien d agreér en qualité de garde forestier particulier le sieur Van De Reviere Charles Louis, né le 19 avril 1846 à Aeltre et domicilié à Lootenhulle.
Groenendael lez Bruxelles, le 2 Août 1877 (Vittamer)
Vervolgens; N° 85 Vu et agréé par nous Député et Gouverneur de la Flandre Orientale, Monsieur le Procureur Géneral près la Cour d Appel de Gand entendu.
Alois Bruneel, plaatslager van beroep, werd bij het overlijden van zijn echtgenote, Clemence Van de Reviere, vermeld als landbouwer. In het begin van de 20° eeuw, zijn veel Vlamingen naar Amerika vertrokken welke plaatslager waren of metaalbewerker. In de streek van Detroit groeide de automobielindustrie zodanig dat er een tekort was aan metaalbewerkers.
Indiana is een van de Staten van de Verenigde Staten. De standaardafkorting voor de "Hoosier State", zoals de bijnaam luidt, is IN. De hoofdstad is Indianapolis.
Voordat de Europeanen het huidige Indiana koloniseerden werd het bevolkt door Indianenstammen. De naam betekent "Land van de Indianen".
Tot de 18e eeuw was het gebied in Franse handen, die het kwijtraakten aan de Engelsen.
Op 11 december 1816 werd Indiana formeel, als 19de, een staat van de Verenigde Staten. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog hoorde het bij de Unie.
De inwoners van de staat worden al vanaf de jaren 1830 vaak Hoosiers genoemd. Over de oorsprong van deze bijnaam bestaan vele verschillende theorieën.
Geografie en klimaat
De staat Indiana beslaat 94.321 km², waarvan 1.5 % water. De staat ligt grotendeels in de Eastern tijdzone, behalve het noordwesten, dat tot de Central tijdzone behoort.
Indiana grenst in het noorden aan de staat Michigan, in het westen aan Illinois, in het oosten aan Ohio en in het zuiden aan Kentucky. Het ligt aan Lake Michigan.
De gehele zuidgrens wordt gevormd door de rivier de Ohio, een gedeelte van de westgrens door de erin uitkomende Wabash.
De staat is vrij vlak; het hoogste punt is slechts 383 m boven zeeniveau.
Demografie en economie
In 2000 telde Indiana 6.080.485 inwoners (64 per km²).
De grootste stad in Indiana is hoofdstad Indianapolis. Andere steden zijn Fort Wayne, South Bend en Evansville. Gary, in het uiterste noordwesten, is vastgegroeid aan Chicago in de staat Illinois.
Het bruto product van de staat bedroeg in 2001 190 miljard dollar.
Woensdag 27 april 1927 staat in de krant The South Bend Tribune op de voorpagina dat het gevonden vrouwenlichaam in de St.Josephriver geidentificeerd is.
Dinsdag 26 april in de namiddag was het lichaam gevonden van Clemence Bruneel (Clemence Van De Reviere, geboren Lotenhulle 22 november 1880) in de Sint Josephrivier achter de Nicely Brothers companys mill op East Madison street.
Zij lag er in het water waarschijnlijk van zondag 10 april.
Eerst was gedacht dat zij zelfmoord had gepleegd door verdrinking. Alhoewel deze theorie niet volledig verlaten werd, omdat er geen water in de longen was, is er toch verder ingegaan en onderzoek verricht om de preciese omstandigheden aan het licht te brengen.
Twee andere factoren trokken de aandacht van de onderzoekers.
Ten eerste; er was een ruzie ontstaan in het gezin Bruneel, North Hill street 201-1/2 op de zondag (10/04) kort voor haar verdwijning. Terwijl Julianne (12j volgens de krant) was in de nabijheid boodschappen doen.
Ten tweede; buurtonderzoek wees uit dat Alois Bruneel en zijn zoons een verhaal vertelden terwijl de dochter Julianne iets anders vertelde. Dit verschil in deze vertellingen waren voordien niet geweten door de politie.
Daarom wou de politie nogmaals vader Bruneel, de kinderen Julianne, Maurice, Rene en Julius ondervragen om alles uit te sluiten.
Dan ondervraagt politievrouw Minnie Evans, een buurjongen (Vahl) die zegt Clemence Bruneel te hebben gezien in de namiddag van zondag 10 april. Hij had haar in tranen gezien. Hij vroeg wat er scheelde, en Clemence zei dat ze geslagen was door haar echtgenoot.
Dan de krant van 30 april.
Boos opzet laat de politie vallen. Na langdurige ondervragingen is het verdict gevallen.
Louis (Alois) een landbouwer en de kinderen Julianne, Julius, Rene en Maurice verdrijven het boos opzet.
De onderzoekers hadden ondertussen bij de lijkschouwing vitale lichaamsdelen laten onderzoeken en er was niets vastgesteld dat er geweld of vergif aan te pas was gekomen.
Julius Arthur Nieuwland (Geboren te Hansbeke 1878-Washington DC. en overleden in 1936) was een Amerikaans priester van Belgische afkomst. Hij was een botanicus en scheikundige en was bekend voor zijn ontdekking van syntetisch rubber.
In 1880 is hij met zijn ouders naar Indiana geëmigreerd. Hij studeerde teologie aan de Katholieke Universiteit van Amerika in Washington. In 1903 werd hij priester gewijd.
Van 1904 tot 1918 was hij professor botanica aan de University of Notre Dame in South Bend, en vervolgens professor in de chemie tot zijn overlijden in 1936.
Hij publiceerde zijn ontdekkingenin het door hemzelf opgerichte tijdschrift, The Midland Naturalist.
Zijn studies en artikels, maakten hem over de hele wereld beroemd.
Voor zijn prestaties op scheikundig gebied heeft hij verscheidene onderscheidingen ontvangen.
Zo kreeg hij in 1933 de John M. Moorehead-onderscheiding van de International Acetylene Association.
In 1935 werd hem door de Amercan Chemical Society de hoogste Amerikaanse onderscheiding gegeven; de Nichols Medal, voor zijn synthesen op basis van onverzadigd hypercarboneum, waarmee hij syntetisch rubber op basis van acetyleen had vervaardigd.
Nieuwland was de tweede Vlaming in Amerika die deze hoge onderscheiding ontving. Eerder had Leo Baekeland, voor zijn uitvinding van het bakeliet deze medaille ontvangen.
Het was nogal een bedoening, naar Amerika emigreren!
In verband met het proviand lezen we het volgende in de toenmalige reglementen: "Volgens de bestaende verordeningen moeten de levensmiddelen voor 90 dagen volstaende zijn. Deze kosten in Antwerpen voor een volwassen passagier 35 tot 45 fr. (volgens hoedanigheid) voor New York, en 5 fr. meer voor New Orleans. Kinderen onder één jaar zijn vrij van levensmiddelen; Die van 1 tot 8 jaer moeten halve portie hebben en die van 8 tot 12 jaren driekwart portie. Elke volle portie voor New York bestaet uit:
Sommige nationaliteiten werden te New York onthaald door een eigen beschermcomité dat logies verschafte en zijn mensen verder op de weg hielp. Voor de Belgen was dit het "Deutsches Verein". Amerikaanse maatschappijen zorgden voor verder transport.
Bestemming Noord-Ohio, Noord-Indiana, Michigan: per boot op de Hudson tot Albany, verder per spoor of over een kanaal tot Buffalo aan het Eriemeer. Verder over dit meer tot Cleveland, Toledo, Detroit. Doorheen Zuid-Michigan reed spoedig een trein van oost naar west tot het havenstadje St.Joseph van waar men Chicago bereikte.
Mishawaka was de naam van een legendarische indiaanse "princes": de naam van de tweelingstad South Bend betekent "zuidelijke bocht" in de St. Josephsstroom die er omheen vloeit. Ten noorden van deze laatste ligt de bekende Notre Dame University, niet ver van de grens Indiana-Michigan. Missionaris Louis Deseille was op die plaats, van 1832 tot 1837, de eerste pastoor van de Potowatomi's. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de nederzetting van Notre Dame en als de grondlegger - niet de stichter - van haar universiteit.
Louis Deseille, in 1795 te Sleidinge geboren, werd priester en opeenvolgend onderpastoor te Hansbeke en te Bellem. In 1831 vertrok hij met 7 anderen als missionaris naar Noord-Amerika. Hij nam met zich drie jonge Hansbekenaren mee: de gebroeders Frederik en Bernard Reyniers die er nog zijn misdienaars geweest waren en Karel Ronsele. Deze hoopten er werk te vinden doch keerden na een jaar onverrichterzake terug. Toch werden zij opgevolgd door andere Hansbekenaren. In 1837 werd de Potowatomi-stam naar westelijk Missouri verdreven en Louis Deseille was zinnens zijn volkje daarheen te volgen doch stierf eenzaam in zijn blokhut.
In de loop der volgende jaren kwamen zich volgende Vlamingen vestigen op de plaats waar nu South Bend in Mishawaka gelegen zijn:
August Versype, Meigem, 1840
Boudewijn Vanneste, Poeke, 1840
Lodewijk Buysse, Nevele, 1840
Theresa Debrabandere, wwe Cockaert, Nevele, 1840
Désiré Reyniers en ouders, Maldegem, 1850
De familie Degroote, Bultinck, Rutsaert en Van Holsbeke uit Hansbeke, 1860
Twee gebroeders Buysse, Gent, 1860
Een familie Verplaetse, 1860
Felix Vandewalle, Nevele (hij vaarde 58 dagen op zee), 1860
Familie Mahank (Meganck?) en Goethals, Hansbeke, 1870
Ivo Taillieu, Wingene, 1870
Felix Vervinckt, Lotenhulle, 1875
Familie Van Rie, Maldegem, 1880
Vital Lafree, Kruibeke, 1880
Aloïs Gilles, Hansbeke, 1880
Karel Bultinck, Hansbeke, 1878
Familie Maenhout, Waarschoot, 1880
August Mestdagh, Landegem, 1882
Leonard Mestdagh, Landegem, 1882
Karel Meuninck, Ruiselede, 1885
Een Désiré Demeyer, 1885
Karel (Van) Nieuwenhuyse, Kanegem, 1888
De familie Baele, Aalter, 1888
De familie Baert, Zuiddorpe, 1888
De familie Vlerix, Aalter, 1888
Alfons Van Hecke, Lotenhulle, 1890
Camiel Termont, Assenede, 1890
Kwamen al die mensen in de landbouw terecht? Vermoedelijk niet, want South Bend werd een handelscentrum met veel "middenstand" en Mishawaka een nijverheidsstad met de Ball-Band en andere fabrieken. In 1867 kochten Jacob Beiger en zoon Martin een wolwasserij en -spinnerij die sinds 1838 te Mishawaka bestond. In 1874 werd een firma gesticht en het werd een wolweverij. In 1886 vonden Martin Beiger en Adolf Eberhart de uit één stuk geweven slobkous uit en de fabricage ervan kende groot succes. Bovenaan was die kous versierd met een zwarte band en daarin een rode bol. Daarom "Ball-Band". Men droeg die vooral in rubberlaarzen en daarom werden vanaf 1898 ook rubberlaarzen door de firma zelf vervaardigd. Er werden rubberschoenen aan toegevoegd in 1916, lederen werkschoenen in 1917 en tennispantoffels in 1922. In 1924 werd de firmanaam "Mishawaka Rubber and Woolen Company" en tenslotte in 1858 "Mishawaka Rubber Company" nadat de fabricage van wollen producten was opgeheven. Vooral de oprichting van een rubberlaarzenfabriek in 1898 werd een spoorslag om talrijke mensen, uitsluitend uit de driehoek Hansbeke-Knesselare-Wingene aan te trekken. Ook de streken Eeklo en het Land van Waas leverden een tamelijk belangrijk aantal. Het parochieboek 1907 van de St.-Bavokerk vermeldt de namen en geboorteplaatsen van 364 echtelingen (zonder de kinderen die in België of reeds in Mishawaka geboren zijn), van 113 ongehuwde alleenstaanden (onder wie 7 vrouwen en 14 weduwnaars en weduwen, zonder de nog inwonende kinderen).