Julius Arthur Nieuwland (Geboren te Hansbeke 1878-Washington DC. en overleden in 1936) was een Amerikaans priester van Belgische afkomst. Hij was een botanicus en scheikundige en was bekend voor zijn ontdekking van syntetisch rubber.
In 1880 is hij met zijn ouders naar Indiana geëmigreerd. Hij studeerde teologie aan de Katholieke Universiteit van Amerika in Washington. In 1903 werd hij priester gewijd.
Van 1904 tot 1918 was hij professor botanica aan de University of Notre Dame in South Bend, en vervolgens professor in de chemie tot zijn overlijden in 1936.
Hij publiceerde zijn ontdekkingen in het door hemzelf opgerichte tijdschrift, The Midland Naturalist.
Zijn studies en artikels, maakten hem over de hele wereld beroemd.
Voor zijn prestaties op scheikundig gebied heeft hij verscheidene onderscheidingen ontvangen.
Zo kreeg hij in 1933 de John M. Moorehead-onderscheiding van de International Acetylene Association.
In 1935 werd hem door de Amercan Chemical Society de hoogste Amerikaanse onderscheiding gegeven; de Nichols Medal, voor zijn synthesen op basis van onverzadigd hypercarboneum, waarmee hij syntetisch rubber op basis van acetyleen had vervaardigd.
Nieuwland was de tweede Vlaming in Amerika die deze hoge onderscheiding ontving. Eerder had Leo Baekeland, voor zijn uitvinding van het bakeliet deze medaille ontvangen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|