Dinsdag 1 september 1953xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De eerste schooldag in de grote school bij meester Marcel Colpaert. Meester Colpaert was in de gemeenteschool gekomen in 1945.
Bedremmeld stapten we verlegen de groene metalen poort binnen in de gemeenteschool of de jongensschool zoals wij die noemden.
Als kleine snaken waren we wel eens voorbij die groene poort gelopen maar konden niet naar binnen kijken omdat de tralies met metalen platen waren bezet. Ikzelf als uitgelezen deugniet had het toch eens klaargespeeld om in de tuin van de school te komen en eens over het muurtje te kijken via de achtertuin van mijn oom Valère Van Hee die gebuur was. Ik herinner mij nog dat ik eigenlijk wel met een ei in mijn broekje zat toen ik over de afsluiting kroop.
Zoals in alle scholen werden reeds vanaf de eerste dag kliekje gevormd of toch op zijn minst zochten we het gezelschap of troost bij een vriend.
Plots belgerinkel. De ouderen wisten dat ze in de rang moesten staan en wij als eerstelingen werden op een rij geplaatst welke in het vervolg onze rang zou zijn.
Bij meester Colpaert zaten de zeven eerstelingen, het tweede en derde studiejaar, allen samen in een lokaal.
Ik mocht plaats nemen op de tweede bank aan het grote venster dat uitkeek op de speelkoer.
Als kleine gastjes werden we geregeld in stilte uitgelachen door jongens uit het tweede of derde leerjaar, als het weer eens niet lukte om de kaartjes die aan het bord hingen met aap
oom jan enz. te lezen. Het was toch allemaal zo nieuw alhoewel ikzelf niet onbeslagen op het ijs kwam.
Vanaf mijn vijf jaar was mijn vader, veelal, en mijn moeder soms, bezig met mij om allerhande kleine woordjes te leren lezen en schrijven. De gewone teksten kon ik redelijk vlot lezen uit de krant of uit jeugdboeken. Schoonschrift was wel een moeilijkheid voor mij en nu nog steeds.
Eindelijk ging de bel terug en konden we op de speelkoer ravotten! Opgelet kleintje hou je ietwat opzij want de groten komen er aangestormd.
|