In mijn jeugd, was vóór ons huis, centraal, een rond bloemenperk aangelegd met in het midden een lage gemetste kolom en daarop een arduinen blok, onderste deel vierkant en bovenzijde rond gesculpteerd. Daarop stond een grote stenen pot, eveneens met bloemen.
De hoofdingang, zoals hij er nog steeds uitziet, bestond uit een centrale doorgang met twee houten hekkens, voorzien van vertikale metalen spijlen. Deze hekkens draaiden op scharnieren, aan arduinen kolommen. Buiten de centrale oprit waren aan weerszijden nog twee smalle doorgangen. Deze hekkens waren eveneens opgehangen aan arduinen kolommen. Later is al het houtwerk van de hekkens vervangen door metaal.
De oprit tot aan het bloemperk was ongeveer twee meter breed.
Vóór dat het bloemperk aangelegd werd waren er twee driehoekige graspleintjes voor het huis.
Bij het verwijderen van de grasperkjes kwam een oud koperen jachthoorntje van onder de graszoden.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het hof is naar gelang de omstandigheden aangepast en volgens de noodwendigheden gebruikt geworden.
Een twintigtal fruitbomen, waaronder; kersen, krieken, perziken, appels, pruimen, peren enz. stonden voor het huis. Deze vruchten waren meestal voor eigen gebruik. In de oorlog werden zelfs aardappelen geteeld.
Soms werd een afsluiting geplaatst om koeien of schapen te laten grazen. Soms werd het gras gemaaid om hooi te oogsten.
Naast ons woonst was er een grote weide, waar nu soms mooie boerenpaarden lopen. Die weide was eveneens in gebruik door mijn ouders en grootouders. Runderen werden er vetgemest. Een drietal koeien liepen ook op die weide. Er was steeds een klein boerenbedrijf draaiend in de kapelanij. Meestal was het de vrouw des huizes die het grootste deel van deze werkzaamheden vervulde. De jachtwachters hadden ook nog andere zaken aan hun hoofd natuurlijk.
Op die grote weide stonden achteraan tegen de bossen ook nog eens verscheidene hoogstammige fruitbomen. Een paar werkmannen van het kasteel, kwamen, na hun uren, de overwegend appelen plukken en op hopen gieten. s Avonds werden de appelen in bakken gedaan en naar ons erf gevoerd alwaar zij verkocht werden. Geregeld was het aanschuiven om appels te kopen. Daar deed mijn moeder haar best voor.
Erbovenop was aan de andere zijde van de dreef rechtover ons huis nog een boomgaard. Deze boomgaard die nu verdwenen is telde 850 laagstammige fruitbomen. Golden Delicieus en Cox Orange leverden een aardige bijverdienste op. Naast deze boomgaard, waar nu het speeltuintje is, was onze moestuin. Dit was ook de grootste zorg van moeder.
|