In de loop van 1818 waren er reeds geruchten over samensmelting van gemeenten.
De Gedeputeerde Staten van Oost Vlaanderen wilden besparingen, de belastingsdruk verminderen, alsook administratiekosten drukken. Daarom wilde men kleine gemeenten en gehuchten samenvoegen.
Gezien er een goede verstandhouding was tussen enerzijds Sint Maria Leerne en Bachte en anderzijds Sint Martens Leerne, eveneens was de afstand tussen hen zeer kort.
De fusie tussen Bachte en Sint Maria Leerne kwam naar voor. In Bachte waren er toen 343 inwoners en Sint Maria Leerne, 709.
De inwoners van beide gemeenten waren reeds geregeld elkaar behulpzaam en zeker op het gebied van de landbouw.
Het duurde wel nog aan tot 1823 voor de minister van Binnenlandse zaken een schrijven richtte aan koning Willem I, waarop de samenvoeging werd uitgevoerd gedateerd op 16 april 1823. (vorig artikel)
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1823 waren er reeds 404 inwoners te Bachte en 727 in Sint Maria Leerne. Dus een totaal van 1131.
Wat mij als politieagent nogal interesseert is het feit dat er in Bachte Maria Leerne ook criminaliteit was. (Dit zal elders ook wel het geval geweest zijn!)
Na de onafhankelijkheid waren enkele feiten te melden.
In 1834 werd ingebroken bij de familie Wittevrongel. Mogelijks was deze diefstal te wijten aan militairen.
De omliggende gemeenten van Deinze herbergden soms militairen omdat zij op “kantonnement” waren.
Het vermoeden was dat deze militairen allerhande diefstallen en soms ergere zaken pleegden.
Nachtwachten, moesten later de nachtelijke inbraken indijken, en dit op vraag van burgemeester Dominicus Herteleer.
In juni 1836 had een enorm onweer zodanig huisgehouden dat de oogst bijna volledig vernield werd op de akkers. Door de zodanige schade, trok het gemeentebestuur, de aandacht van de gouverneur, om kwijtschelding van belasting te bekomen.
In 1841, moest het gemeentebestuur nogmaals de gouverneur alarmeren maar nu betrof het overstromingen.
De Leie trad geregeld buiten haar oevers, hetgeen later nog zal ter sprake komen.
|