Het bosxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Met mijn vader wandelde ik in het bos,
daar zag ik er de statige bomen staan.
Ik zag de vogels scharrelen in het mos.
Wat een wonder samenspel keek ik aan.
Ik leerde van vader het waardevolle zien,
en in deze uitgebalanceerde eenzaamheid
merkte ik ook het mythische op, misschien,
van de elementen vol geheimzinnigheid.
Het bos, hoorde ik, door velen gevreesd,
dwong er een zeker ontzag af, overdag
en wie er ook al bij nacht is in geweest,
weet te zeggen, dat het er spoken mag.
Voor vervolgden en eenzamen van geest,
was het bos een gesmaakt toevluchtsoord.
Maar de rooiers die er langs zijn geweest,
kapten en richtten schade aan ongehoord.
Prachtige bomen als fantastische wezens,
ze werden tevens godsdienstig vereerd.
Er werd gesmeekt voor een lang leven.
Spijkers in de bast was kiespijn geweerd.
In dit bos leven harmonieus plant en dier,
herten, vossen, duiven, kevers en spechten,
zwammen kruiden, varens, mos en wier,
die geschouderd in het netwerk vechten.
We moeten zien, leren en vooral genieten
van alles wat ons geboden is in het bos;
populier, beuk, eik, esdoorn en de iepen,
de vogels, wormen, varens en het korstmos.
Louis Van de Reviere
|