De opmars door België
In het westen van België verliep de opmars van de Duitsers zo voorspoedig dat Von Moltke op 26 augustus nog eens vier divisies onttrok aan de rechtervleugel om het Duitse front in Oost Europa te versterken. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Duitse legers rukten in geforceerd tempo 30 tot 40 km per dag op en wonnen zo snel terrein dat hun aanvoer- en verbindingslijnen erg lang werden.
De hieruit voortvloeiende logistieke problemen gingen de Duitsers langzamerhand parten spelen waardoor hun opmars vertraagde en ook hun gevechtskracht verminderde. Bovendien waren de afgebeulde manschappen dodelijk vermoeid na wekenlange geforceerde dagmarsen zonder rust bij hoge temperaturen. Gebrek aan schoon drinkwater en slechte hygiënische omstandigheden zorgden onderweg voor veel uitval onder de Duitse troepen als gevolg van ziekte en vooral maag- en darmproblemen.
Door deze omstandigheden verbrokkelde de samenhang tussen de vijf Duitse Legers die in België waren ingezet om de reuzenzwaai van het Schlieffenplan uit te voeren. De zwaai, die gepland was ten zuiden van Parijs moest daarom worden ingekort en verlegd naar een route die noordelijk van Parijs was gelegen.
|