Frans De Potter en Jan Broeckaert
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
vermelden op blz 4 in hun Geschiedenis der gemeente Bachte Maria Leerne
Behalve de Leie, die, voor een groot deel van het grondgebied van Bachte Maria Leerne, bezoomt, en langs wier boorden zich eene uitmuntende, onafzienbare weide uitstrekt, te recht met den naam van vermaarde Leiemeerschen bestempeld, - ontmoet men in deze gemeente een drietal voorname beken, als daar zijn: de Reigersbeek, op de westergrens, de Rekenelingbeek, die de Schipdonksevaart met de Leie verbindt en tot de grenslijn met Deinze dient, en de Kalene, welke waterloop uit de Leie ontstaat, en zich in gemelde rivier aan de Pontenhoek uitlost.Bovendien heeft men hier nog eenige overblijfselen van de veele grote vijvers, die de gemeente vroegertijds bezat, en van welke er twee in 1854 eenen omtrek hadden van niet min dan 250 meters, op eenen diepte van 5 meters. Men zal daar vroeger zeer waarschijnlijk turf uit gedolven hebben, te oordeelen naar de turfputten, welke in deze gemeente voor eenige jaren nog voorhanden waren.
In de nabijheid van de Kalene lag in 1788 een elschbos, 1 bunder 264 roeden groot, en waarin, volgens eene aankondiging der Gazette van Gend, veel van die brandstof te vinden was.
|