JAN INGENHOES
Kunsthandel Sala
Jan Ingenhoes heeft niet minder dan 47 stillevens geëxposeerd en die stillevens zijn vrijwel alle in een gedempten toon gehouden; geen helle kleur, die u er uit roept. Bovendien vinden wil er tal van zelfde voorwerpen op. En als versiering zijn op tafeltjes enz. ook tinnen voorwerpen te pronk gezet. Men begrijpt hieruit de sfeer van de expositie.
Men bewondert de kunde en nauwkeurigheid van dezen schilder, die ons geen detail onthoudt, niets aan onze fantasie overlaat. Van een citroen schildert hij elke oneffenheid en op het waas van blauwe pruimen vergeet hij zelfs niet de vingervlekken af te beelden. Tin, koper, tegels, glas, vruchten, bloemen eieren, boeken en doodskoppen alles is met even groote nauwgezetheid op het doek gebracht.
In zijn werk is zonder twijfel een vooruitgang te constateeren, maar nog moet men niet bij het bekijken van zijn schilderijen aan doeken van andere stillevenschilders denken.
Denk niet aan Floris Verster, die ook zeer uitvoerig kon zijn, maar nooit koel was; niet aan Paul Arntzenius, waarvan ik pas in de Dalton H.B.S. fraai werk zag. Doet men dat, dan voelt men het minder bewogene in de schilderijen van Ingenhoes en men denkt aan Arps.
Toch is Ingenhoes niet enkel fotograaf in kleuren; hij is wel degelijk - ik schreef het reeds - een kundig schilder. Van de hier geëxposeerde werken vestig ik de aandacht op no. 28, Keulsch potje met tinnen bord, twee eieren en een mandje met tomaten tegen een grijs fond. Verdienstelijk is no. 23 appels; no. 17 een tak duindoorn, opgehangen tegen een blanken muur en een ongenummerd, oningelijst doek van leege flesschen, die ongetwijfeld goed geschilderd zijn. De tentoonstelling sluit 30 Maart. 'sGr.
het Vaderland 24-03-1937
|